Ziek, maar present!
Als absenteïsme een indicatie is dat er iets scheelt op de werkvloer, dan is het minder bekende broertje presenteïsme dat net zozeer. Ziek zijn en toch gaan werken, het zijn heus geen enkelingen die het doen. Ook al bestaat die houding wellicht al zo lang als er werk bestaat, toch zijn we ons maar recent bewust geworden van de gevolgen ervan. Wat zijn de belangrijkste oorzaken en wat kunnen we eraan doen?
Tekst Anne Wislez i.s.m. Virginie Di Giamberardino – Foto Shutterstock
‘Twee maanden lang heb ik me elke dag om 6 uur aangemeld in het ziekenhuis voor de bestraling, en om 8 uur zat ik alweer aan mijn bureau’ Annelies
Absenteïsme kent iedereen, maar over presenteïsme is beduidend minder geweten. Ten onrechte. Want ook al maken we ons vooral druk om ziekteverzuim en vinden we het ongehoord dat mensen zonder echt ziek te zijn thuis blijven van hun werk, toch blijkt ook het omgekeerde niks om aan te moedigen. Presenteïsme is het feit dat je als werknemer, ondanks fysieke of psychische gezondheidsproblemen waardoor je beter thuis zou blijven, op de werkvloer blijft verschijnen en doorwerkt. Dat wordt bewonderd. ‘Knap dat hij er toch staat.’ ‘Wow, geweldig dat ze dat dossier ondanks haar situatie toch nog heeft doorgestuurd.’ ‘Die laat zijn teamgenoten niét in de steek.’ We kennen de complimenten. Wat we minder goed kennen zijn de gevolgen en risico’s. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat presenteïsme niet alleen het risico verhoogt op depressie, burn-out en hartziekten, maar ook minder productiviteit en kwaliteit met zich meebrengt, tot meer fouten leidt door een gebrek aan concentratie en de onderlinge relaties in een team verslechtert.
Werkstress en financiële zorgen
Wat zijn nu de oorzaken van dat fenomeen? Je zou denken dat elk mens ten volle beseft dat zijn gezondheidstoestand alleen maar verder achteruit kan gaan als hij bij ziekte of gezondheidsproblemen geen rust neemt om te herstellen. Wat drijft iemand dan om ondanks zijn ziekte toch te blijven werken of zelfs noodzakelijke ingrepen uit te stellen omwille van het werk? Waarom zet iemand zijn gezondheid op het spel voor kortetermijnvoordelen? Wie denkt dat hij écht niet kan stoppen, dat de werkvloer stilvalt als hij niet komt opdagen? Eigenlijk kan je mensen die aan presenteïsme lijden in twee categorieën indelen: de onvrijwilligen en de vrijwilligen. De eerste groep – meteen de grootste groep die ook het langst blijft werken ondanks ziekte, namelijk gemiddeld meer dan tien dagen per jaar – bestaat uit mensen die denken dat het gezien de drukke werksituatie onmogelijk is om weg te blijven of die bang zijn om door uit te vallen een financieel verlies te lijden. Presenteïsme komt beduidend minder voor bij mensen die geen werkstress kennen en het financieel goed hebben – en dat zegt al veel. ‘Mijn baas liet me weten dat ik binnenkort een contract van onbepaalde duur zou krijgen’, vertelt Jan, die in de farmaceutische industrie werkt. ‘Ik hoop er echt op, ik geef me nu al meer dan een jaar meer dan de volle honderd procent voor dit bedrijf. Ik ben al ziek komen werken, koortsig en slapjes. Maar ik doe het omdat ik weet dat absenteïsme een belangrijk criterium is om dat contract al dan niet te krijgen.’
Groot verantwoordelijkheidsgevoel
Uit onderzoek van The Work Foundation onder 510 medewerkers bij Axa bleek een paar jaar geleden ook al dat veel werknemers zich gedwongen voelen om op het werk te verschijnen als ze ziek zijn om op die manier hun ziekte te ‘bewijzen’. Dat sterkt het idee dat ‘de baas’ zich niet echt bekommert om de gezondheid en het welzijn van een medewerker, zolang die maar hard werkt en geld oplevert voor het bedrijf. Het onderzoek wees ook uit dat sommige werknemers zich gedwongen voelen om op het werk te verschijnen omdat andere misbruik maken van het systeem en zich onterecht ziek melden. Dat kwalijke gedrag heeft tot strenge maatregelen geleid, waardoor mensen die echt ziek zijn zich gedwongen voelen om toch te komen.
De tweede groep, de vrijwilligen, kiest er zelf voor om ondanks hun zwakke gezondheid te blijven werken omdat ze veel belang hechten aan hun werk, zich verantwoordelijk voelen of hun omgeving geen last willen berokkenen. Zoals Annelies, directrice human resources (52), bij wie twee jaar geleden een tumor werd vastgesteld. ‘Door de verantwoordelijkheden die ik heb, ben ik tegen het advies van mijn behandelende artsen in toch blijven werken tijdens de radiotherapie’, vertelt ze. ‘Twee maanden lang heb ik me elke dag om 6 uur aangemeld in het ziekenhuis voor de bestraling, en om 8 uur zat ik alweer aan mijn bureau. Behalve de twee weken na mijn operatie waarbij ze de tumor hebben weggenomen, ben ik tijdens mijn ziekte geen dag thuisgebleven. Ik wou er zijn voor mijn team. Ik wilde hen laten zien dat ik hen niet liet vallen, ook niet in moeilijke tijden. Ik heb er wel nooit erkenning voor gekregen, en zes maanden later ben ik ingestort. Ik ben toen drie maanden thuis gebleven – ik was totaal uitgeput.’