Svend Brinkmann: ‘Zet je coach aan de deur’
Zie je zelf een parallel tussen het stoïcisme waar je voor jouw boek uit put, en zenboeddhisme? Verschillende elementen uit je boek doen denken aan noties die in zenboeddhisme centraal staan, zoals acceptatie, het leren uithouden van dingen, het ego loslaten in plaats van het te voeden …
SB: ‘Ik denk dat je dat correct ziet, maar mijn kennis van het zenboeddhisme schiet tekort om daar een uitspraak over te doen. Ik denk alleszins wel dat het zenboeddhisme in onze westerse wereld fout geïnterpreteerd wordt als een recept voor succes en zelfontwikkeling, terwijl het net gaat over hoe je via barmhartigheid kan komen tot de vernietiging van het ego.’
Twijfel en aarzeling worden in je boek als moreel hoogstaander geclassificeerd dan voluit ja zeggen op alles. Kan je dat toelichten?
SB: ‘Dat is heel eenvoudig. De wereld is extreem gecompliceerd. Als we zeker zijn van iets, moreel gezien, verblinden we onszelf om alle onzekerheden die bestaan niet onder ogen te moeten zien. Ik denk dat het jammer is dat we zekerheid zo hoog waarderen, bijvoorbeeld in de politieke wereld. Het verdient net waardering als een eerlijk iemand durft toe te geven dat hij iets niet weet, dat hij twijfelt en verder wil nadenken. Vandaag de dag zetten we in op actie: ga ervoor! Waar wacht je op? Carpe diem! Bedachtzaamheid en reflectie worden te weinig gewaardeerd.’
Gevoelens komen en gaan, dus kan je ze het best onderdrukken of negeren, zeg je in Standvastig. Zijn gevoelens dan niet meer dan een storende ballast?
SB: ‘Gecultiveerde gevoelens kunnen een morele gids zijn. Ze kunnen functioneren als een soort moreel kompas. Een schuldgevoel is bijvoorbeeld een teken dat je verkeerd gehandeld hebt. Een gevoel van trots kan je op het spoor brengen van iets waardevols wat je hebt gedaan. Maar we moeten goed het onderscheid maken. Iets is niet verkeerd of waardevol omdat ik voel dat het verkeerd of waardevol is, maar omwille van de consequenties voor andere mensen. Als we ethiek en waarden definiëren in termen van onze gevoelens, dan verworden die tot iets wat volledig subjectief is en dat is een groot risico voor ons vandaag. Voor de meeste mensen is het nu eenmaal zo dat hun gevoelens op dit moment niet functioneren als een betrouwbare morele gids. Dat ons soms zelfs wordt aangeraden om positief te denken of te voelen wanneer slechte dingen gebeuren, kan onze morele radar ernstige schade toebrengen. Daarom moeten we gevoelens leren onderdrukken. We kunnen ernaar luisteren, maar dan heel behoedzaam.’
Ontsla je coach zet in op vriendschap. Of sluit vriendschap met je voormalige coach en ga met hem in de natuur wandelen, lees ik in je boek. Het nastreven van het realiseren van je volle potentieel via het werken met een coach en de instrumentele benadering van contacten binnen een netwerk, zijn twee elementen die jij als symptomen van onze tijd duidt en afwijst.
SB: ‘Een vriend in de klassieke zin van het woord, zoals gedefinieerd door Aristoteles, is iemand die je altijd zal helpen, zelfs zonder iets terug te verwachten. Vandaag de dag zijn onze vriendschappen instrumenteel geworden. We vragen ons af: wat zit er voor mij in? We definiëren het in termen van quid pro quo, voor wat hoort wat. Dat brengt schade toe aan de unieke menselijke capaciteit voor vriendschap. Niks is mooier dan een authentieke vriendschap, maar dat is stilaan een zeldzaamheid aan het worden vrees ik.’