Ze zijn zo bang, meneer! Jongeren en angst

‘Hoe ziet een paniekaanval eruit? En wat kun je eraan doen?’ Het is niet alleen een thema voor Psychologies, ook op het jongerenmedium TikTok is de topic trending. En dat is niet toevallig. De meeste klachten waarmee jongeren anno 2023 naar de psycholoog gaan, zijn angstgerelateerd.

Tekst Katrien Elen

 

Zowel op TikTok als in de populaire media was er de afgelopen maanden veel aandacht voor angststoornissen bij jongeren. Zo was er Club Angst, de podcast waarvoor redacteur en podcastmaker Sofie Steenhaut met middelbare scholieren van vandaag over hun angsten ging praten. Die jongeren waren bijzonder openhartig, wat niet alleen doet vermoeden dat het taboe op een angststoornis minder groot is dan vroeger, maar ook dat angst erg wijdverspreid is bij deze generatie. In Patiënt Pedro ging televisiemaker en hypochonder Pedro Elias dan weer op zoek naar de oorzaak van zijn angsten. Al snel bleek elk spoor naar zijn jeugd te herleiden: Elias groeide op in een liefdevol maar bijzonder chaotisch en onvoorspelbaar gezin, waardoor hij leerde om constant op zijn hoede te zijn. Tegelijk bleven er ook zorgwekkende cijfers naar buiten komen. We weten dat angstklachten bij jongeren uit de pan rezen tijdens de pandemie, maar die piek ligt niet achter ons. Volgens de recentste Covid-19 gezondheidsenquête van Sciensano lag het aantal Belgen met depressieve of angstgevoelens in 2022 nog altijd een pak hoger dan in 2018: 18 procent versus 11 procent. Er zijn geen indicaties dat de tendens voor jongeren anders zou zijn. Het jongste OESO-rapport Health at glance maakt bij Belgische jongeren tussen achttien en negenentwintig jaar melding van een verdubbeling van de angstklachten, van 12 procent naar 24 procent. Algemeen wordt aangenomen dat één op tien Belgen voor zijn achttiende een angststoornis heeft doorgemaakt.

 

Angst hoort bij opgroeien

Psycholoog Klaar Hammenecker merkt de toename ook in haar praktijk: ‘Tien jaar geleden kreeg ik vooral aanmeldingen voor kinderen die niet luisterden of tegendraads gedrag stelden. Tegenwoordig zijn zes op de tien klachten angstgerelateerd.’ Die verschuiving is allesbehalve geruststellend, zeker als je weet dat Hammenecker kinderen en jongeren ziet van de kleuterschool tot het hoger onderwijs. Al heeft de toename ook een positieve kant: jongeren met een angststoornis lijken hun weg te vinden naar therapie. Dat is niet altijd zo geweest. ‘Angsten worden in verhouding tot hun frequentie niet genoeg erkend en daardoor ook te weinig behandeld,’ zegt dr. Hilde Sijmons, kinder- en jeugdpsychiater aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven. Nochtans is het belangrijk om ze te behandelen. De basis voor 75 procent van de psychiatrische klachten waarmee we tijdens ons volwassen leven te maken krijgen wordt tijdens onze jeugd gelegd. Denk maar aan het voorbeeld van Pedro Elias. Onverwerkte gebeurtenissen uit zijn kindertijd groeiden later uit tot een extreme vorm van hypochondrie.
Dat angstklachten bij jongeren onderbelicht zijn, is niet per se verwonderlijk. Angst is in de eerste plaats immers een normaal fenomeen, dat bij het opgroeien hoort. Niet zo vreemd dus dat ouders niet de neiging hebben om onmiddellijk aan de alarmbel te trekken. Bovendien is er in de maatschappij nog altijd disproportioneel meer aandacht voor lichamelijke klachten dan voor mentale problemen. Toch is er volgens Sijmons nog een extra reden dat angsten bij kinderen en jongeren vaak niet of laat gerapporteerd worden: ‘Eigen aan psychische problemen bij kinderen en jongeren is dat de aanmelding meestal via de ouders gebeurt. Maar angst is iets wat je moet voelen. Anders dan bij een gedragsprobleem of een eetstoornis zien ouders het dus niet altijd, waardoor ze niet zo snel gealarmeerd zijn. Zolang er geen sprake is van disfunctioneren – een kind dat niet meer naar school wil bijvoorbeeld – boert men maar wat verder. Dat maakt dat de zorg vaak te laat op gang komt.’

 

Lees het volledige artikel in PSYCHOLOGIES, nu in de winkel …