‘Ik wist gewoon dat ik hier sterker uit zou komen’
Anderhalf jaar geleden gebeurde voor Shanti Schiks (30) het onvoorstelbare: haar ex gooide hun zoontje van elf maanden uit het raam en sprong er zelf achteraan. Vanuit haar spirituele achtergrond koos ze ervoor om zich niet te laten verzwelgen door wrok en haat, maar om te focussen op liefde en verbinding.
Tekst: Sarina Wijnen – Foto: Shutterstock
‘Enerzijds was ik volslagen wanhopig, anderzijds zei ik beslist: Ik weet dat ik door een hel zal gaan, maar ik kom hier sterker uit. Robin krijgt er mij niet onder’
‘Dat beeld en dat geluid vergeet ik nooit meer. Ik zag mijn kleine Elfin langs het raam naar beneden vallen en hoorde hoe hij met een klap op de grond viel. Ik ging die dag mijn mannetje ophalen bij mijn ex-schoonmoeder Maria. Haar zoon Robin en ik waren inmiddels een paar maanden uit elkaar en het was een destructieve relatie geweest. Twee jaar lang had hij me gekleineerd, geslagen en geterroriseerd. Met zijn moeder had ik altijd een warme band gehad, ze heeft hem ook meerdere keren aangepakt over zijn gedrag tegenover mij. En na onze breuk had ik bedongen dat zij erbij was wanneer Robin onze zoon zag.
Maar toen ik binnenkwam in haar huis, was er van haar en van Elfin geen spoor. Robin was er wel, en hij trok me agressief aan mijn nek de badkamer in. Hij begon te schreeuwen en me van alles nog wat te beschuldigen. Op één of andere manier bleef ik ijzig kalm. Ook toen hij opeens een handgranaat tevoorschijn haalde. Heel rustig pakte ik mijn telefoon. Maar die probeerde hij van me af te pakken en we belandden op de grond in een gevecht. Uiteindelijk wist ik hem van me af te trappen en ben ik in de gang om hulp gaan schreeuwen. De buren van het appartement op de eerste verdieping lieten me binnen en daar heb ik de politie gebeld. Maar omdat ze er niet meteen waren, belde ik gek van zenuwen ook mijn zus, en erna mijn vader. En terwijl ik mijn vader aan de lijn had, zag ik door het raam mijn zoontje naar beneden vallen. Hij viel op zijn voorhoofdje. Meteen daarna viel ook Robin. Ik vroeg mijn vader een paar keer te zeggen dat Elfin nog leefde, maar ik wist dat hij dood was.’
Eerst overleven
‘Later bleek dat Robin zijn moeder al vermoord had voor ik binnenkwam. En hij wilde mij ook doden: behalve de handgranaat heeft de politie nog andere wapens in huis gevonden. Volstrekt onwerkelijk. Dit was iets wat je in het journaal ziet of in de krant leest, niet iets wat jou overkomt. Maar het was wel gebeurd. Op het politiebureau was ik zodanig in shock en verdoofd dat ik niet eens kon huilen. Ik zat in totaal ongeloof, kon niet vatten wat er gebeurd was. Ook later op de avond, bij mijn zus thuis waar ook mijn moeder en allemaal vrienden langskwamen, kreeg ik niks door mijn keel. Ik kon alleen roken, veel roken, ik trilde over heel mijn lijf en was hyperalert. Enerzijds werd ik gek van wanhoop, kon niet vatten dat mijn lieve Elfin, mijn vrolijke binkeboef, mijn grote liefde, er nooit meer zou zijn. Hoe zou ik dit verschrikkelijke gemis ooit kunnen dragen? Anderzijds – ik weet niet waar ik de kracht vandaan haalde – zei ik beslist: Ik weet dat ik door een hel zal gaan, maar ik kom hier sterker uit. Robin krijgt er mij niet onder.