Wim Distelmans: ‘Natuurlijk blijf ik bang voor de dood. Wie niet?’
Zonnige lentedagen zijn niet gemaakt om aan het einde te denken. En toch, de dood kent geen seizoenen. Gelukkig zijn er mensen die het thema dood gewoon in het leven opnemen. Professor Wim Distelmans (66) is zo iemand. Als pleitbezorger voor een waardig levenseinde gaat hij nauwgezet om met mensen die lijden, omdat hij als geen ander weet hoe graag mensen leven. Zijn nieuwe boek gaat daarover.
Tekst Sigyn Elst– Foto’s Marleen Daniëls
‘Tijdens mijn opleiding zag ik dat artsen de deuren van de terminaal zieke patiënten gewoon voorbijliepen. Dat kan toch niet, dacht ik. Ik vond dat onrechtvaardig’
De dood. In mijn familie is het thema altijd een taboe geweest. Iets waar je niet over sprak, punt. Alsof het onheil over je afriep door er zelfs maar aan te denken. Ik ben dan ook licht op mijn hoede als ik de parking van expertisecentrum Waardig Levenseinde in Wemmel oprijd, het centrum dat onder meer palliatief dagcentrum Topaz huisvest voor ongeneeslijk zieken. Ik heb er afspraak met arts Wim Distelmans. Het is een warme dag en in de tuin zie ik verschillende mensen. Sommigen spelen een kaartspel, samen onder een parasol aan een ronde tafel. Zij gaan binnenkort sterven, schiet het door mijn hoofd. Ik wil dat niet denken, en toch lukt het niet om mijn gedachten om te buigen.
Anders dan anders begin ik dit gesprek dan ook met een bekentenis. Ik vertel Wim Distelmans dat zijn nieuwste boek Over hoe graag mensen leven al een tijdje klaar lag, maar iets in mij schoof het telkens weer voor zich uit om te beginnen lezen. De zon die doorbreekt, de kinderen die een verhaal te vertellen hebben, elke reden leek goed om niet met een moeilijk thema als de dood bezig te zijn. Hoe gaat hij daar mee om, vraag ik me af? ‘Ook ik verdring mijn eindigheid hoor’, zegt hij breed lachend. ‘Soms denk ik zelfs dat ik in heel het verhaal van palliatieve zorg ben gestapt als copingstrategie om toch maar de gedachte aan de dood te kunnen overwinnen. Dat is misschien wat vergezocht maar in ieder geval toont het dat ik ook doodsangst ken en leef alsof ik onsterfelijk ben. Doen we dat niet allemaal?’
‘Verlies van controle vinden mensen het ergst’
Waarschijnlijk wel, maar de meeste mensen worden niet dagelijks met de neus op de eindigheid van de mens gedrukt. Weegt dat niet op je?
Wim Distelmans: ‘Zelfs mensen in het palliatief centrum maken soms nog plannen voor een verre reis. Ze beseffen heel goed dat hun verhaal eindig is, maar willen daar niet de hele dag over nadenken. Ze klampen zich vast aan kleine dingen, een nieuw koffieapparaat dat de volgende dag wordt geleverd, of een looprekje. Dat geeft hen terug een beetje controle. Verlies van controle is het ergste voor mensen. Ikzelf heb van mijn vader veel relativeringsvermogen en humor geërfd. Dat is mijn manier om ermee om te gaan. Ik leer ook best veel van mijn patiënten. Vooral dat je de dingen die je nog wil doen nú moet doen, niet volgende week.’
Leren we makkelijker praten over de dood? >>>