Werk, het moet anders maar hoe?
Een helder werkkader, graag
Ook professor Elke Van Hoof, die in haar nieuwe boek The Chief Happiness Officer oplossingen aanreikt voor een positieve werksfeer, ziet hoeveel impact de snelle technologische evolutie heeft op ons welbevinden. ‘En daarmee bedoel ik niet alleen de snelheid van de informatie op zich, maar ook de snelheid waarmee de informatie verandert én het paradoxale karakter daarvan: want die steeds veranderende informatie brengt ons relatief weinig meerwaarde’, signaleert ze. ‘Waardoor we allemaal beginnen te worstelen met zingeving.’
Volgens cijfers van de CDC (Centre for Disease Control and Prevention) heeft slechts 25% van alle medewerkers nog het gevoel echt een doel te hebben. ‘We weten nochtans dat het hebben van een doel belangrijk is om de veerkracht te bewaren, want we moeten een idee hebben van waar we naartoe gaan om te weten welke talenten we het best inzetten’, zegt Van Hoof. ‘Bovendien overschatten bedrijven het vermogen van hun werknemers om de strategische doelen van het bedrijf te vertalen naar hun eigen concrete verantwoordelijkheden. Die doelstellingen hebben ook de neiging voortdurend te veranderen, omdat de context steeds verandert. Als je dat als bedrijf niet goed hanteert, lijkt het alsof je de ene week allemaal naar links moet lopen, en de week daarna allemaal naar rechts, en de derde week rechtdoor. Mensen worden daar gek van. 45% van de medewerkers heeft moeite met in te schatten hoe ze hun talenten kunnen afstemmen op wat de omgeving van hen vraagt. We verwachten van iedereen een soort innerlijk leiderschap, maar niet iedereen heeft de kunde en discipline om dat zomaar neer te zetten, en al zeker niet als onze opleidingen daar niet op afgestemd zijn. De meerderheid van de mensen willen werken in een zeer helder kader met duidelijke instructies. Krijgen ze dat niet, dan geeft dat extra druk. Vandaar een stijgende ontevredenheid en een groeiend absenteïsme. Mensen haken af.’
Inzetten op menselijke kwaliteiten
We kunnen moeilijk vaardigheden in onze werknemers verwachten die we hen niet aanleren. Ook qua scholing moet er dus heel wat veranderen willen we aangepast zijn aan de eisen van de VUCA-wereld. Volgens Van Hoof moeten we in opleidingen minder blijven focussen op kennis en expertise, zoals we altijd gedaan hebben, maar zouden we meer moeten inzetten op vaardigheden als kritisch denken, creativiteit, het kunnen samenwerken en goed communiceren. ‘Ook zouden we op scholen een actiever breinbeleid kunnen gebruiken’, vult psychologe Elke Geraerts aan. ‘Over het algemeen moeten we ons brein meer gaan trainen op executieve vaardigheden – onze frontale cortex – zodat we weer aandachtiger kunnen zijn, kunnen focussen en in een flow kunnen geraken. Ook in het onderwijs zou daar meer aandacht naartoe moeten gaan. De frontale cortex regeert ook onze empathie en ons vermogen tot helikopterview, vaardigheden die we nu vaak ontberen en die over een aantal jaren erg belangrijk zullen blijken, als onze jobinhoud zal worden weggesnoept door robots. Juist dan zullen we sterk moeten zijn in menselijke kwaliteiten, zaken zoals intuïtieve en emotionele vaardigheden. Er zijn trouwens onderzoeken in Nederland en de VS waaruit blijkt dat als je kinderen in de kleuterklas traint op empathie, ze later betere schoolresultaten zullen hebben. Jammer genoeg wordt met zo’n belangrijke informatie in het onderwijs nog niet veel gedaan. Een schoolsysteem is nog moeilijker te veranderen dan een organisatie.’