In deze wereld waarin we overspoeld worden door informatie, weten we vaak niet meer goed waarop of waaraf. Hoe objectief ‘waar’ zijn de gegevens die ons via zoveel kanalen bereiken? Hoe sterk bedriegen we elkaar – en onszelf in wat we waarnemen? En hoe scheid je in een wereld vol indrukken feit van fictie? Zoektocht naar meer grip op de werkelijkheid.
Tekst: Anne Wislez – Foto: Shutterstock
Er komt in dit gejaagde tijdperk veel op ons af. Prikkels allerhande overvallen ons, niet in het minst via de vele schermpjes die we continu raadplegen en die ons overspoelen met berichten waarop we verondersteld worden in te gaan: persoonlijke mails, chats en tweets, maar ook allerlei nieuwsberichten, die we niet altijd op belangrijkheid en op waarheidsgehalte weten in te schatten. Al dan niet professionele documentairemakers, zelf-verklaarde journalisten en opiniemakers allerhande, zowat iedereen lijkt tegenwoordig berichten in de ether te gooien die elkaar vaker tegenspreken dan bekrachtigen, en aan jou om er wegwijs in te vinden. Zelfs politici schermen tijdens debatten met feiten en cijfers die door de tegenpartij weer glashard weerlegd worden, waardoor aan duidingsprogramma’s fact checks moeten worden toegevoegd, om de kijker een beetje objectieve houvast te geven in een berichtgeving waarin oneliners belangrijker lijken dan geverifieerde feiten. Komt daarbij dat de machtigste man van de aarde op een verbazend doorzichtige manier harde feiten tegenspreekt en alternatieve feiten declameert dat het een lieve lust is. Volgens The Washington Post, die honderd dagen lang de beweringen van president Trump analyseerde, had hij op dag 63 van zijn presidentschap al 317 keer een loopje genomen met de waarheid. Volgens de krant verkondigt Trump gemiddeld vijf halve waarheden per dag. Een mens zou van minder in zijn haar krabben. Waar kan je nog op afgaan als beleidsmensen en officiële instanties, die je verondersteld wordt te mogen vertrouwen, slordig met feiten en waarheden omgaan? Studenten aan de universiteit van Washington kunnen binnenkort zelfs een nieuwe cursus volgen met de sprekende titel Calling Bullshit in the Age of Big Data, vrij vertaald: hoe vis je de nonsens uit de data-zee. Carl Bergstrom, hoogleraar biologie, en Jevin West, assistent-professor aan de Information School, hopen zo alvast de nieuwe generatie te kunnen helpen kritisch na te denken over wat er hen allemaal aan informatie in de schoot geworpen wordt. ‘Te veel van de informatie die we consumeren is pure onzin’, signaleren ze. De dag nadat ze hun cursus hadden voorgesteld, kregen ze al 20.000 aanvragen voor de cursus en syllabus. En óf er vraag is naar duiding.
De mens als manipulator
Zoeken naar ‘de waarheid’, het lijkt een acute queeste in deze tijden van verwarring. Uiteraard is die queeste niet nieuw; filosofen stellen zich al van oudsher vragen over de waarheid. Het thema houdt ons al sinds mensenheugenis bezig. We hebben er nu eenmaal evolutionair voordeel aan te weten wat objectief waar is en wat illusie. Een vergissing tussen beide kan in precaire toestanden je leven kosten. ‘Mensen hebben altijd al feiten nodig gehad om keuzes te maken die van belang zijn voor hun overleving. Als oermens wilde je ook met zekerheid weten of er een beer je grot was ingelopen of niet. Op zo’n moment was je met alternative facts niet geholpen. En als er in die tijd al mensen waren die het niet kon schelen of een plant giftig was of niet, dan zijn wij daar al zeker niet de nakomelingen van’, zegt Johan Braeckman, filosoof, hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit Gent en (co-)auteur van onder andere De ongelovige Thomas heeft een punt. ‘Maar hoe hard de mens ook gebrand is op waarheid, hij is net zo goed een soort die anderen tracht te manipuleren, misleiden en bedriegen. We doen het allemaal, of het nu bewust is of onbewust.’
Als Trump iets declameert, fronsen velen van ons inmiddels al bijna als vanzelf onze wenkbrauwen. We zijn op onze hoede. Ook als iemand in je nabije omgeving glashard liegt hoop je aan zijn of haar lichaamstaal of stemtimbre te kunnen detecteren dat er iets niet pluis is. Al lukt dat niet altijd. Sinds half april volgen we met z’n allen het programma De Leugendetector op VIER, waar Gerard van den Berg, directeur van de Leugenacademie, de laatste en meest moderne technologie gebruikt om te achterhalen of iemand liegt of niet: de Layered Voice Analysis meet emoties in de menselijke stem. En inderdaad, zo blijkt uit het programma, ook in ons persoonlijke leven hebben we zo onze redenen om de waarheid regelmatig te verdraaien. Net zo bij anderen die met ons communiceren. Er zijn best wat redenen waarom informators niet helemaal waarheidsgetrouw rapporteren. Of het nu gaat om een leugentje om bestwil, een verdraaide of halve waarheid, een grove leugen of radicale propaganda, het is op dat moment in het voordeel van de communicator dat de ander de verdraaide werkelijkheid voor waar aanneemt en zijn gedrag eraan aanpast. ‘Kinderen ontdekken rond hun vier-vijf jaar al de kracht van liegen en bedriegen, en dat geeft hen een machtig gevoel. Het is interessant om in iemand anders’ hoofd een stukje info te kunnen plaatsen die niet strookt met de werkelijkheid’, zegt Braeckman. ‘Anderzijds, juist omdat we als mensen geneigd zijn elkaar te bedriegen, hebben we ook altijd geprobeerd de leugen te doorprikken. We zijn er alert voor.’
Informatie verdraaien om te manipuleren is van alle tijden. Alleen maakt de huidige digitale context dat een eventuele leugen of vorm van propaganda zich nu veel makkelijker kan verspreiden dan vroeger. ‘Daar staat tegenover dat het ook veel makkelijker is geworden om de waarheid over veel zaken te ontdekken’, merkt Braeckman op. ‘Mede dankzij de sociale media wordt het moeilijker om feiten te verdoezelen. Mensen hebben smartphones, dus als zich ergens – waar ook ter wereld – iets voordoet, is de kans groot dat het gefilmd wordt. Dat brengt een zekere vorm van bewijs. Anderzijds kunnen die beelden ook vervalst worden. Deze evolutie is dus zeker niet zonder meer positief of negatief te noemen. Let op: er is ook een ontzettend groot deel van de informatie die wél betrouwbaar is, daar moeten we mijn inziens toch wel hoopvol over blijven.’
Een loopje met onszelf
Belangrijk is dus om in de eerste plaats alert te zijn voor mogelijke, al dan niet opzettelijke, manipulatie. ‘Wat rondgestuurd wordt via sociale media is naar mijn gevoel vaak geen informatie, maar verpakte emotie’, nuanceert psychiater Jan Raes, bij wie we polsen hoe gezond om te gaan met zo’n tsunami aan informatie. ‘Neem de foto van Aylan, het Syrische kindje dat aanspoelde op het strand van Turkije. Dat beeld wordt verpakt als informatie, het geeft ons het idee dat we geïnformeerd worden over de Syrische vluchtelingencrisis. Maar achteraf duiken dan lastige artikels op die suggereren dat het misschien wel het kind van de mensensmokkelaar zelf was, of dat het misschien wel ging om een vader die niet op de vlucht was maar die al langer in Turkije leefde … Plots duikt datzelfde beeld op in verschillende contexten. Op zo’n moment kan blijken dat er vooral ingespeeld werd op je emoties, en niet op je behoefte aan informatie.’
Bovendien zijn we ook bereid om in zelfgeconstrueerde illusies te geloven, zo illustreert filosoof Maarten Boudry rijkelijk in zijn boek Illusie voor gevorderden. We horen ook wat we graag horen, de theorie van de confirmation bias vertelt ons dat we in het selecteren van informatie eerder geneigd zullen zijn bewijzen te zoeken voor onze bestaande overtuigingen, dan onszelf uit te dagen met confronterende informatie. Als een emotioneel beeld past bij wat we al dachten, pikken we dat maar al te graag op. We onthouden ook vooral wat ons emotioneel geraakt heeft, zegt forensisch psychologe Julia Shaw – of het nu factueel waar is of niet. De achteraf gecorrigeerde informatie, die vaak veel saaier is en minder emotie oproept, kan vaak niet tegenop een indruk die een emotie in ons ingeprint heeft. Waar het op betrouwbaarheid van gegevens aankomt, worden we dus lang niet alleen door anderen in het ootje genomen, maar ook door onszelf. ‘Geen van de herinneringen die we hebben over ons eigen leven is volledig betrouwbaar’, geeft Shaw nog als weinig geruststellend weetje mee. Ons geheugen, onze zintuigen, onze ervaringen kunnen ons misleiden, zeggen Boudry en Braeckman: ‘We hebben doorheen de tijden veel geleerd vanuit ervaring. Toch is ervaring niet altijd een betrouwbare methode om de waarheid te achterhalen, want het kan ook misleidend zijn. Jij wordt misschien ziek van een plant die totaal niet toxisch is. En mijn ervaring vertelt me dat de aarde stilstaat, maar dat is radicaal fout. Uit ervaring is het moeilijk algemene conclusies te trekken.’
(…)
Lees meer in de juni-editie van Psychologies, nu in de winkel