Wees je brein te slim af

We dénken dat we rationele mensen zijn die verstandig handelen, maar een mens doet net zo goed dingen die vreemd overkomen of niet per se goed voor hem zijn. Dat ligt allemaal aan ons brein, verklaart stressdokter Luc Swinnen. Of tenminste, aan die oudere lagen van ons brein die ons vaak te slim af zijn. Zeker in tijden van stress. Een verwittigd mens… kan zich ook nog laten vangen. Beware!

Tekst: Carine Stevens – Beeld: Shutterstock

‘Praat nooit tegen een reptiel, dat heeft geen zin’ – Stressdokter Luc Swinnen

Hij wordt ook wel eens de stressdokter genoemd, vanwege zijn jarenlange intensieve relatie met het fenomeen stress. Luc Swinnen onderzoekt het, schrijft er boeken over, geeft trainingen en werkt als stress-consultant voor bedrijven. In zijn werk valt het Swinnen telkens weer op dat mensen die kampen met stress of een burn-out niet meer rationeel denken, maar zich vaak allerlei onlogische bespiegelingen maken.

‘Raad je een persoon die stijf staat van de stress aan om het wat kalmer aan te doen, dan stuit je eerder op weerstand dan op een volmondig “ja, je hebt gelijk”. Herkenbaar, toch? We denken zo graag dat we rationele wezens zijn, maar dat klopt niet. We weten bijvoorbeeld maar al te goed dat fastfood niet gezond is, maar toch bezwijken we er soms voor. We zijn ervan doordrongen dat een goede nachtrust belangrijk is voor ons functioneren, maar we slapen vaak te weinig. We beseffen dat een affaire meestal niet goed afloopt, maar toch wordt er massaal vreemdgegaan. Waarom?’ Het antwoord vond Luc Swinnen in de werking van onze bovenkamer. Hij schreef er een boek over: Waarom wij vreemdgaan en parachutespringen. Ons onbegrijpelijke brein.

We doen inderdaad allemaal weleens dingen die indruisen tegen de wetten van de redelijkheid. Hoe komt dat?

Luc Swinnen: ‘Omdat we nog altijd een heleboel beslissingen nemen met het oudste deel van ons brein, het reptielenbrein. Dat brein is impulsief, snel en onlogisch. Het ontstond zo’n vijfhonderd miljoen jaar geleden, toen onze voorouders alleen of in kleine groepjes leefden. Om te overleven moest hun brein snel en alert kunnen reageren op prikkels en gevaren. Hun handelingen waren reflexmatig: ze gingen lopen bij gevaar, ze gingen op de vuist met dieren of mensen die hen bedreigden, ze verstijfden van angst als ze een verdacht geluid hoorden. En omdat ze hun genetisch materiaal moesten doorgeven, ontstond de seksuele reflex en gingen ze op zoek naar partners.

‘Ons impulsieve, onlogische reptielenbrein is vijf keer sneller dan ons moderne, weldenkende mensenbrein. Soms worden we in snelheid gepakt door dat oerbrein’

Dat reptielenbrein zit nog altijd in ons én is bovendien vijf keer sneller dan ons moderne mensenbrein. Soms worden we in snelheid gepakt door dat oerbrein en stellen we impulsieve daden die we ons achteraf beklagen. Denk maar aan een vluchtmisdrijf. Dat is echt ons reptielenbrein in actie: zonder ook maar één moment na te denken over de gevolgen van je daad vlucht je soms weg van een situatie die je als gevaarlijk percipieert.’

>>> waarom we agressiever zijn in het verkeer dan elders >>>