Zijn we niet wat we denken?
JS: ‘Mensen zijn bijzonder vatbaar voor de vervorming van herinneringen. Ze gebeuren in elk brein. Zelfs het kleine groepje mensen met de beste autobiografische geheugens ter wereld – ze zijn momenteel met 56 – doet aan herinneringvervalsing als er vakkundig op hen wordt ingepraat. En dat gebeurt verrassend snel. Iemand kan emotioneel worden over een herinnering, terwijl die grotendeels of zelfs helemaal vals blijkt te zijn. Ik heb zelf een sterke herinnering aan een moment dat ik in mijn wieg lig met een beer die muziek maakt. Het is een herinnering die heel echt aanvoelt, maar ik weet gewoon dat het wetenschappelijk niet mogelijk is dat ik me nog iets herinner uit die vroege kindertijd. Nadat het boek uitkwam, vroeg mijn moeder me wat mijn oudste herinnering is en ik vertelde haar over de beer. Ze zei dat ik inderdaad heel vaak aan het touwtje trok zodat de beer begon te zingen, maar dat ik dat ook nog deed toen ik zeven jaar was. Toch ben ik in mijn herinnering veel jonger. Die heeft mijn brein zelf samengesteld aan de hand van echte gebeurtenissen en dingen waarvan ik aanneem dat ze gebeurd zijn. Iedereen weet dat kinderen in wiegen liggen en dat ze aan de touwtjes van muzikale beren trekken. Het kan dus ook zijn dat je op basis van vermoedens een persoonlijke herinnering aan elkaar breit.’
Waarom ben je zo geïnteresseerd geraakt in het geheugen?
JS: ‘Ik ben een goed voorbeeld van research is ‘me search’ (lacht). Sommige van mijn familieleden hadden geen goede grip op de realiteit. Ze hadden mentale problemen en leefden in een andere wereld. Dat intrigeerde me. Hoe was het mogelijk dat ze hetzelfde hadden meegemaakt en er toch zo’n andere herinnering aan hadden overgehouden. Dat overtuigde me van het bestaan van alternatieve realiteiten en ik vroeg me af waarom anderen dat niet zo zagen of het idee zelfs schokkend vonden. Toen heb ik ontdekt dat er onderzoek naar werd gedaan. Tijdens mijn studie heb ik me met name toegespitst op valse herinneringen, onder meer in relatie tot het strafrecht, omdat ook getuigenverklaringen niet immuun zijn voor valse herinneringen.’