Onder vrouwen naar Compostela
De tocht naar Compostela blijft tot de verbeelding spreken. De combinatie van wandelen, genieten, je grenzen ontmoeten en tot zelfinzicht komen is een mooie formule om alweer een stuk dichter bij jezelf te komen. Kristien Duprez had zo haar eigen redenen om de stap te wagen en sloot zich aan bij een groep vrouwen die de pelgrimstocht aangingen.
Tekst en foto Kristien Duprez
Diep in mijn hart weet ik wat deze camino me heeft willen laten zien. Exact wat ik al mijn hele leven doe: mezelf voorbijlopen en blijven doorgaan ten koste van mijn gezondheid. Dat wil ik niet meer
Het bericht op Facebook trekt meteen mijn aandacht. Roept de camino je? Ook dit jaar wil Inge Compen een groep vrouwen begeleiden op hun tocht naar Compostela. De aanbieding heeft alles wat een kans op slagen mogelijk maakt: een groep, begeleiding, de vluchten zijn geregeld, de logies voorzien en “slechts” 210 km verdeeld over negen stapdagen van Ponferrada naar Compostela. Ik hoef niet lang na te denken, ben meteen enthousiast. Já, dit wil ik! Negen dagen stappen. Het lijken stapdagen naar mezelf, de weg naar binnen, naar mijn unieke zelf. Die ben ik lang geleden kwijtgeraakt en ik loop vast op meerdere vlakken. Ik sta ook op een kantelpunt in mijn leven. Ik hik al langer aan tegen mijn baan als verpleegkundige en er is weer een hersentumor vastgesteld. Hoog tijd dus om ernstig in gesprek te gaan met mezelf, conclusies te trekken en een nieuwe route uit te stippelen.
Door wind, mist en regen
Daar staan we dan op 11 mei, acht vrouwen die elkaar niet of nauwelijks kennen, vertrekkensklaar. Heel verschillende persoonlijkheden met elk een eigen verhaal. Hoe verschillend onze motivatie ook is om deel te nemen, we hebben duidelijk één gemeenschappelijk doel: aankomen in Compostela. Voor mij een totaal nieuw gegeven. Ik ga zoveel dingen voor de eerste keer doen, besef ik: voor het eerst naar Spanje, georganiseerd reizen in groep, me laten begeleiden. En niet te vergeten: 210 km stappen, mét rugzak. Het angstzweet breekt me uit. Een venijnig stemmetje fluistert me in dat me dat misschien echt niet lukt. Ik beslis te redeneren als Pipi Langkous: ‘ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’. Gelukkig is het zonnig in Ponferrada wanneer we aankomen en onze Credencial del Peregrino, het stempelboekje, afhalen. Maar ’s avonds begint het te regenen. Het is mei en het blijkt in de regio het natste voorjaar te zijn sinds 200 jaar. Wat zich de komende dagen zal vertalen in veel regen, grijze lucht, wind, mist, modder en wateroverlast. Van een uitdaging gesproken. Er zijn idyllischere manieren om een pelgrimstocht te lopen … Maar wellicht is het daarom een pelgrimstocht – om ook weerstanden te ontmoeten. En mooie momenten extra te appreciëren. Als na enkele dagen de zon doorbreekt, krijgen we wondermooie landschappen te zien en wordt het snel heel warm. Te warm was misschien ook weer niet ideaal geweest, met al dat stappen, bedenk ik me, en op zulke momenten verzoen ik me een stuk met de tegenstrijdigheden van het leven.