Tom Waes: ‘Ik geloof in hoop’
‘The sky is the limit, dat geef ik mijn kinderen ook mee. Je moet je niet blindelings in een avontuur storten of jezelf en anderen in gevaar brengen, maar als je ergens in gelooft, moet je er vooral voor gaan’
‘The sky is the limit, dat geef ik mijn kinderen ook mee. Je moet je niet blindelings in een avontuur storten of jezelf en anderen in gevaar brengen, maar als je ergens in gelooft, moet je er vooral voor gaan’
TW: ‘Volledig. Als ik moet bleiten, hou ik de tranen niet tegen. Ik durf mij ook kwaad te maken. In Oekraïne hadden we klinkende ruzie met onze gids. Ik voelde dat hij een eenzijdig verhaal wilde meegeven. Er kwamen mensen naar ons toe die iets wilden vertellen, maar hij zag het duidelijk niet zitten om hun Russisch te vertalen. ‘Je moet die mensen niet interviewen’, zei hij. Ik antwoordde dat we daar wel zelf over zouden beslissen, en dat hij geen moeite moest doen om verkeerd te vertalen want dat we hun verhaal thuis konden ondertitelen. Toen was het hek van de dam. Die ruzie gaan we ook uitzenden. Je moet gewoon eerlijk zijn, punt.’
Verhalen loskrijgen is een kunst. Hoe doe jij dat, als geroutineerd interviewer?
TW: ‘Je moet op het juiste moment zwijgen. Mensen onderbreken vind ik verschrikkelijk. En je moet ook luisteren, écht luisteren. Dat compliment krijg ik vaak van de mensen met wie ik samenwerk. Zelfs onze gids in Oekraïne, die vaak nieuwsploegen begeleidde, zei me: jij luistert meer, jij voelt meer. Dat is zo belangrijk. Veel journalisten komen vooringenomen naar een interview en luisteren niet echt, ze willen vooral horen wat in hun kader past. Heel irritant.’
Jij luistert niet alleen meer, jij voelt ook meer?
TW:‘ Wat mensen zeggen en wat ze voelen, dat zijn twee verschillende dingen. Ik raak daar nogal vlug door, voorbij de meningen en de woorden peilen naar wat er eigenlijk achter zit. Daarvoor moet je zelf ook goed voelen. Empathie, daar gaat het om. In Tsjernobyl had ik een heel goeie klik met een 86-jarig madammeke. Eén jaar na de kernramp was ze opnieuw in haar huis gaan wonen, in radioactief gebied. Ze was heel schattig maar ook een beetje een rebel. Waarschijnlijk ook de reden waarom ze daar weer was gaan wonen. De gids was al vaak met journalisten bij haar langs geweest maar hij had haar nog nooit zo gezien als bij ons. Ze was helemaal anders, heel open. Ze moest ook heel hard lachen toen ik haar een anarchist noemde. (glundert) Ondanks haar hoge leeftijd zag je aan haar ogen dat ze een deugniet was. Die dingen moet je aanvoelen. We hebben uiteindelijk ook meegegeten van de groenten die ze daar kweekt. In radioactieve grond, ja. Dat hadden we misschien beter niet gedaan.’ (lacht)
Empathie is een goede zaak, maar het maakt ook dat je vaak dieper geraakt wordt.
TW: ‘Ja, dat is hard. Ik kan mij nog duizenden momenten herinneren waarop ik dacht: fuck. Ik vraag me af hoe iemand als Rudi Vranckx daarmee omgaat, bij hem is dat dagelijkse kost. Onze ploeg wordt daar niet in begeleid, maar eigenlijk zou dat geen slecht idee zijn. Want je pakt die dingen mee, dat kruipt onder je vel.’
(…)
Lees het hele gesprek met Tom Waes in de nieuwste Psychologies, vanaf 16/11 in de winkel