Thrillerauteur Karin Slaughter: ‘Mocht ik in deze tijd kind geweest zijn, zat ik waarschijnlijk aan de medicatie’
‘Ik heb mijn lesbisch zijn zelf nooit aangevoeld als een belemmering. Het is wie ik ben, als je dat niet fijn vindt, hoef ik eigenlijk geen relatie met je te hebben’
‘Ik heb mijn lesbisch zijn zelf nooit aangevoeld als een belemmering. Het is wie ik ben, als je dat niet fijn vindt, hoef ik eigenlijk geen relatie met je te hebben’
Eerder zei je dat je nooit getwijfeld hebt aan je identiteit. Je bent lesbisch en je leeft samen met een vrouw. Is die ontdekking voor jezelf op geen enkel moment moeilijk geweest?
KS: ‘Toen ik er voor mezelf achter kwam, dacht ik dat iedereen wel blij zou zijn voor mij (lacht). In de middelbare school heb ik het niet verteld aan veel anderen, dat was iets wat je gewoon niet deed. Maar mijn vader wist het en mijn stiefmoeder ook. Ze waren in eerste instantie wel geschokt, maar ze zijn heel snel bijgedraaid. Mijn vader is ondertussen zelfs een grote steun. Ik heb het zelf ook nooit aangevoeld als een belemmering. Het is wie ik ben, als je dat niet fijn vindt, hoef ik eigenlijk geen relatie met je te hebben.’
Je nieuwste boek Gespleten gaat over een aparte moeder-dochterrelatie. Jouw biologische moeder heeft haar gezin verlaten toen je nog maar een kind was. Ze verdween uit jullie leven. Heeft ze ooit terug contact gezocht?
KS: ‘Niet echt, nee. Er zijn heel erge dingen gebeurd tussen haar en mijn vader. Ik weet dat ze een keer geprobeerd heeft om mij te contacteren via mijn agent, maar het was om geld te vragen, niet om de juiste reden dus.’
Hoe voel je je daar bij?
KS: ‘Ik voel me zoals ik me er altijd bij gevoeld heb. Mijn stiefmoeder is een fantastische en genereuze vrouw. Ze heeft de moederrol perfect overgenomen. Ik heb dus nooit een gemis gevoeld voor mijn biologische moeder. Ik weet dat mensen het moeilijk vinden om dat te begrijpen, maar ik ben zo opgegroeid, dus is dat voor mij het normale.’
Een moeder die haar kinderen verlaat, het is en blijft ongewoon.
KS: ‘Ik weet niet hoe zij ermee omgaat, maar ik had alleszins enkele fantastische vrouwen in mijn leven terwijl ik opgroeide. Naast mijn stiefmoeder waren er ook leerkrachten in wie ik een soort vervangmoeders kon zien. Ook mijn vader heeft het fantastisch gedaan, dus ik ben echt oké. Ik ben wel elke keer verbaasd over hoe verbaasd mensen zijn als ze horen dat ik ben opgegroeid zonder mijn biologische moeder. Voor mij was dat de normale situatie.’
Wat kan jou heel gelukkig maken?
KS: ‘Mijn meest gelukkige momenten zijn meestal als ik helemaal alleen ben. Thuis, met mijn katten en met mijn dagelijkse routine, een beetje lopen op de loopband, wat lezen. Ik hou van routine. Als je me elke dag een tik tegen mijn hoofd geeft om vijf uur en op een dag doe je dat niet, dan geraak ik erg van streek (lacht). Ik besef dat, mocht ik vandaag een kind zijn, ik wellicht een of ander label op mij geplakt zou krijgen en aan de medicatie zat. Dat stemt ook tot nadenken, dat het niet altijd noodzakelijk is om mensen te diagnosticeren. Want zo’n label draag je mee voor de rest van je leven.’
Het feit dat je heel erg succesvol bent heeft als gevolg dat je veel moet rondreizen, promotie maken voor je nieuwe boeken, journalisten en fans spreken. Vind je dat dan wel fijn als je zo gehecht bent aan je routine?
KS: ’Oh wel, iedereen heeft een baan natuurlijk. Zelfs een moeder die elke dag thuis mag blijven, heeft er een, misschien wel de zwaarste die er is trouwens en absoluut niet aan mij besteed. Ik ben dankbaar dat ik door mijn succes veel van de wereld heb kunnen zien. Kijk, ik zit hier in Parijs en we kunnen samen de Eiffeltoren zien als we op het terras gaan staan. Ik ga dus niet klagen over het feit dat ik de lotto heb gewonnen.’