‘Iemand noemde me ooit de Betty Mellaerts voor de mensen’, zegt Sofie Lemaire terwijl ze plaatsneemt voor de lens van onze fotograaf, gracieus de slanke nek en grote ogen uitspelend, maar nooit op een uitdagende manier. Na twee jaar afwezigheid op het scherm mag Lemaire een nieuw programma presenteren op Canvas, Culture Club. ‘Eén ding heb ik me wel voorgenomen: ik ga niet meer zomaar vriendelijk lachen omdat dat zogezegd van mij verwacht wordt.’
Tekst Sigyn Elst – Foto Johan Jacobs
Ze komt binnen in jeans en op witte sportschoenen, met relaxte tred, de zomerzon die ze meebracht van Ibiza nog op het gezicht en in het haar. De vakantie die ze samen met man en kind op het iconische eiland doorbracht is haar zichtbaar goed bevallen. ‘We kozen niet voor het partygedeelte in het zuiden, wel voor het landelijke noorden, een echte aanrader. En nee, ik ben geen enkele zatte Brit tegengekomen’, lacht ze. De regen die hier in België alweer stevig tegen de ramen opspat kan haar niet deren. ‘Ik kan redelijk goed het vakantiegevoel blijven vasthouden, al zit ik eigenlijk in het verkeerde vak om echt lang in vakantiemodus te blijven. In september barst alles weer los, dus voel ik meestal al snel dat de spanning weer stijgt.’
Deze septembermaand wacht jou een extra stevige start, want je mag het gloednieuwe cultuurprogramma op Canvas, Culture Club, gaan presenteren.
Sofie Lemaire: ‘Ik ben heel blij dat die vraag er gekomen is. Het programma vertrekt vanuit nieuwsgierigheid, en dat is iets wat me op het lijf geschreven is. We willen een breed publiek bereiken – zonder cultuur te banaliseren, maar ook zonder dat kijkers voorkennis nodig hebben. We willen cultuur op zijn breedst brengen. Het kan gaan over schilderkunst, klassieke muziek of fotografie, maar evengoed kan het zijn dat Beyoncé in het programma zit of dat we iets rond gastronomie doen. Momenteel wordt er op televisie en radio heel weinig gedaan rond cultuur, dus kunnen we een breed spectrum bespelen.’
Er zijn al best wat pogingen geweest om cultuur op de openbare omroep te brengen, programma’s die vaak met stille trom weer werden afgevoerd.
SL: ‘Dat beseffen we en dat maakt het extreem spannend. Maar ik heb nog nooit aan een programma gewerkt met het idee eens iets heel succesvol te willen maken. De projecten waarin ik spring zijn materie waarin ik me wil verdiepen en die me interesseren. Met kijkcijfers en dat soort zaken hou ik me niet bezig.’
Er zullen wel doelstellingen zijn.
SL: ‘Natuurlijk, maar die ken ik niet. Dat zeggen ze me niet en ik vraag er ook niet naar.’ (lacht)
Je presenteert samen met Bent Van Looy. Zijn jullie een goede match?
SL: ‘We hebben een verschillende stijl. Ik ben meer de buitenstaander die zich nieuwsgierig afvraagt wat ze allemaal ziet en hoe dat allemaal werkt. Bent staat er meer middenin. Hij maakt zelf muziek, hij tekent, hij schrijft en stelt dus meer de vragen van een insider. Die twee gegevens samen, dat werkt echt goed.’
Cultuur kan, zeker in een gekdraaiende wereld zoals die van vandaag, ook gezien worden als een luxeproduct. Is cultuur voor jou iets wat pas mogelijk wordt als al de rest goed gaat, of is het noodzaak?
SL: ‘Ik denk dat het een noodzaak is, al zal niet iedereen er evenveel behoefte aan hebben of toch niet met dezelfde intensiteit. Maar muziek maken, zingen en dansen zijn dingen die mensen al eeuwen doen, heel spontaan. Het zit in ons en zal er altijd zijn. Zoals ik het aanvoel is er vandaag nog meer dan anders nood aan kunst, het engagement waarmee mensen erin duiken vind ik dikwijls heel uitgesproken. Kunst helpt je ook om even uit het alledaagse te stappen en kan je echt pakken op je emoties. Dat heb ik ooit fysiek ervaren, tijdens de finale van de opera La Bohème. De zang was zo overweldigend dat ik mijn eigen adem niet meer onder controle kreeg. Ik voelde de impact van de stemmen in heel mijn lijf zinderen.’
Heb je de gave om van die emoties te kunnen genieten meegekregen in je opvoeding?
SL: ‘Ik heb heel toffe, inspirerende ouders, maar niet specifiek op creatief vlak. Ze hebben me wel een vrije opvoeding gegeven, gebaseerd op vertrouwen, en dat heeft mijn open houding en nieuwsgierigheid gevoed. Ik kijk erg op naar mijn ouders omwille van hun ondernemingszin. Ze hebben jarenlang een verblijfcentrum uitgebaat voor scoutsgroepen en bosklassen. Tegelijk hadden ze de droom om zelf een zaak te starten. Soms zaten ze aan de tafel te rekenen en plannen te maken en moesten mijn broer en ik lachen, “ze zijn weer met hun businessplan bezig”. Maar toen wij het huis uit gingen, zijn ze er ook echt voor gegaan en hebben ze een hotel in Brugge geopend. Ze werken keihard maar zijn heel gelukkig, want het is hun droom die ze elke dag realiseren. Ik vind het heel geruststellend om te weten dat je altijd een reset kan doen. Je kan jezelf te allen tijde heroriënteren. Dat is mooi om van zo dichtbij mee te maken. Het geeft mij de geruststelling dat als het morgen niet meer meezit of ik ergens op uitgekeken ben, ik best nog bij wijze van spreken met een konijnenboerderij kan beginnen. Daardoor kan ik ook anders in mijn huidige job staan. Ik vind het akelig hoe mensen zich soms vastklampen aan hun baan, zeker in de media waar je werk vaak heel dicht op je huid kan zitten. Voor mij is het een sport om de grens tussen de job en mijn eigen persoon te bewaken. Dat moet, want soms is het echt gestoord om een publiek figuur te zijn. Ik ben dan nog geen Koen Wauters hè, maar toch, als televisiefiguur zijn er plots veel verwachtingen. Dat is niet altijd gezond.’
Zijn er zaken uit je jeugd die je nog altijd met je meeneemt?
SL: ‘Ik heb tijdens mijn middelbare schooltijd plots beseft dat de vriendengroep van de scouts, van wie ik altijd dacht dat ze mijn hartsvrienden waren, eigenlijk niet echt veel van mij moest hebben. Ik dacht dat ik op hen kon rekenen, maar dat bleek niet zo te zijn. Er was blijkbaar een hele wereld die ik fout had ingeschat en niet goed had aangevoeld. Dat heeft wel sporen nagelaten in de zin dat ik nog altijd voorzichtig ben met mensen. Ik weet nooit meer helemaal zeker of iemand me graag heeft of ik dat misschien verkeerdelijk zo aanvoel. Ik ben niet wantrouwig tegenover mensen, maar heb wel een zekere schrik om mensen mijn vriend te durven noemen.’
Kan je goed omgaan met tegenslag?
SL: ‘Soms kan ik tegenslag snel van me afschudden, soms wat minder. Ik heb al aan programma’s gewerkt die geen succes waren. Zolang ik in heel het proces mezelf niks kwalijk kan nemen, neem ik mislukking niet persoonlijk.’
Zijn er zaken waar je ooit tegenaan bleef botsen?
SL: ‘Toen ik nog voor de radio werkte groeide er in mijn team op een bepaald moment een beetje frustratie over bepaalde zaken. Eigenlijk kwam het erop neer dat ik te veel eiste van mijn collega’s. Dingen die ik zelf deed, verwachtte ik ook van hen. Ik eis soms inderdaad best veel van mezelf. Ik ben uiteindelijk eens een uurtje te rade gegaan bij een communicatietherapeute en dat was waanzinnig interessant. Op het einde van de sessie vertelde ze me dat de manier waarop ik binnenkwam zo stevig – bijna overrompelend – was dat ze al wist wat ik als probleem zou gaan schetsen. Boeiend, want dat zijn dingen waar je je vaak niet bewust van bent. De therapeute zei me dat er in se niks mis is met die houding, maar dat het wel nuttig is om je er bewust van te zijn als het voor problemen zorgt. Ik heb mijn houding aangepast, en heb eens wat vaker een stap naar achteren gezet. Ik moest echt niet altijd het voortouw nemen. Het was maar een korte sessie, maar ik heb ervan geleerd dat het helpt als iemand die objectief is en niks te winnen heeft, je inzicht geeft in bepaalde mechanismen die in je werken.’
Wat is voor jou een goede ontstresser als je onrust voelt?
SL: ‘Mijn favoriete bezigheid is dan autorijden en podcasts beluisteren. Ik ben een waanzinnige podcastvreter, ik beluister er gemakkelijk drie per dag. Ik kies dikwijls verhalen over psychologie, of TED-talks die me inzicht geven in waarom we doen wat we doen. Dat vind ik mateloos boeiend.’
Je hebt een zoontje van drie jaar, Gust. Denken jullie aan een tweede kindje?
SL: ‘De impact van het ouderschap hebben we beiden toch wel wat onderschat. Heel positief is dat het moederschap me milder heeft gemaakt, maar ik word ook best vaak verscheurd door het gevoel dat ik te weinig aandacht besteed aan óf mijn kind, óf mijn job. Een tweede kind is niet uitgesloten, maar het moet niet noodzakelijk. Ik vind het constante schipperen tussen de job en het moederschap heel zwaar. Het dagelijks organiseren en plannen heb ik onderschat en haat ik intens. Vooraf denk je: we nemen wel babysits en laten ons bijstaan door de crèche en de opvang. Maar nu het zover is, wil je dat eigenlijk allemaal liever niet natuurlijk. Je wilt eigenlijk die zorg zelf kunnen geven aan je kind.’
Stel je je soms vragen bij de zinvolheid van het bestaan?
SL: ‘Ik zit in een periode waarin ik me steeds meer afvraag of wat ik doe wel zinvol is en betekenis heeft, ja. Ik heb een vriendin die anesthesist is. Die springt regelmatig in een helikopter en gaat dan bijvoorbeeld iemand op een autostrade uit een wrak bevrijden. Dan denk ik: wow, dat is pas een nuttige job. Mensen zoals zij zullen zich niet slecht voelen wanneer ze thuiskomen. In mijn job stel je jezelf wel eens gemakkelijker de vraag wie je die dag eigenlijk geholpen hebt. (lacht) Maar let op, ik vind niet dat er iets mis is met entertainment, hoor. Een prachtige sketch schrijven waar mensen mee kunnen lachen en hun zorgen even kunnen vergeten is net zo goed waardevol.’
Hoe bescherm jij jezelf tegen de ‘harde’ buitenwereld, in jouw geval tegen negatieve recensies, beledigende tweets of Facebookroddels?
SL: ‘Ik lees geen Twitter, zeker niet op het moment zelf. Ik vraag achteraf wel aan mijn lief of aan collega’s om me de teneur van de reacties samen te vatten, puur als feedback, alhoewel ik ook besef dat het nog altijd een niche is en geen algemeen beeld schetst. Recensies lees ik wel, maar ik beslis zelf wat ik aanvaard en waar ik het niet mee eens ben. Wat me wel raakt is als uit kritieken blijkt dat ze me niet als een professionele presentatrice beschouwen, maar er wordt gesproken over “het meisje” of over mijn “bambi-oogjes” of zo. Ik verdraag het niet om op uiterlijkheden aangesproken te worden, dat is zo weinig relevant. Misschien is dat het feministische kantje in mij. Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat ik zelf ook wel geleefd heb naar wat er van de vrouwelijke televisiepresentatrice verwacht wordt, en niet naar wie ik ben. Er bestaat een soort onuitgesproken consensus over: ze mag niet vloeken en moet veel lachen. Ik neem het mezelf kwalijk dat ik me daar puur door aanmoediging door heb laten leiden. Men vond het “schattig” dat ik zoveel lach en ik ging daar in mee, denkende dat ik zo een goede presentatrice zou zijn. Nu besef ik dat dat onzin is. Ik ga dat dus niet meer doen. Ik zal nog wel lachen hé, maar niet gewoon omdat ik denk dat men dat van mij verwacht.’
Is dat onuitgesproken verwachtingspatroon er ook voor je mannelijke collega’s?
SL: (ferm) ‘Nee’
Moeten zij dat niet doen of trekken ze zich er gewoon niks van aan?
SL: ‘Een combinatie van beide, denk ik. Mannen mogen vloeken op televisie of streng zijn. Dat vindt men waardevol. Iemand als Marcel Vanthilt bijvoorbeeld heeft een heel eigen stijl. Hij is vrank, soms kortaf. Doe exact hetzelfde als vrouw en je wordt kapotgemaakt. Er zou ons verweten worden dat we arrogant zijn en een groot bakkes hebben.’
Moet er wat dat betreft nog aan de weg getimmerd worden binnen de televisiewereld?
SL: ‘Vrouwen zoals Nathalie Meskens zijn wat dat betreft goed bezig. Zij durft zich “lelijk” voor te doen en een groot bakkes op te zetten als het moet. Maar nog altijd zie ik veel jonge, beginnende collega’s die aan zichzelf werken zoals aan een verkoopproduct. De social media dragen daar ook enorm toe bij. Ik ken de mechanismes die daarachter actief zijn, weet dat er ook sponsors mee gemoeid zijn, maar toch vind ik het storend, vooral omdat het jonge publiek, dat die mechanismes niet doorziet, zulke figuren als voorbeeld neemt. De hang naar likes en duimpjes vind ik een droevige evolutie. Wie gaat vissen naar likes zal in zijn netje ook de haters krijgen. Als je op zoek gaat naar een compliment over je ogen, ga je ook dingen horen over je buik. Wie vist naar complimenten kan niet om de bagger heen. Probeer intelligent om te gaan met social media, zie het als een tak van je job, niet als een deel van jezelf, want dan vreet het je op.’
Zullen je bazen je niet verplichten om tijdens je programma het tweeten aan te moedigen en mee te werken aan de digitale poot naast het programma?
SL: ‘Absoluut en ik vind dat ook goed. Ik ben niet tegen social media, maar ik vind dat het intelligent gebruik ervan moet overheersen. Dat wil niet zeggen dat ik zaken zoals bijvoorbeeld de Pokémon Go-rage meteen als kuddegedrag zal bestempelen, ik vind dat vooral heel grappig. Ik las dat musea pieken krijgen in hun bezoek door de Pokémon-zoekers. Geweldig toch, dat Pokémon je kan aanzetten om een kaartje te kopen voor het museum.’ (lacht)