Slongs Dievanongs: ‘Ik geloof weer in mijn vrouwelijkheid’
‘De eerste twintig jaar van mijn leven dacht ik hetzelfde als wat de meeste andere meisjes denken: dat een vrouwtje een mannetje moet behagen. Zo wordt ons dat van kindsbeen af ingelepeld, en iedereen slikt het voor zoete koek. Maar van dat idee ben ik inmiddels alweer een hele tijd afgestapt.’ Vertel!
SD: ‘Ik probeer dat, maar ik betrap mezelf erop dat er nog altijd een geconditioneerd vrouwtje in mij zit dat mooi wil zijn en wil behagen. Dan zie ik mezelf dingen doen waarvan ik denk (houdt denkbeeldige handpop voor zich): “We hadden toch afgesproken dat we dat niet gingen doen?” Iedereen wil in een liefdevolle relatie zitten, ik ook, maar ik heb mezelf afgeleerd om dat het allerbelangrijkste te vinden. Er zijn nog andere dingen in het leven die de moeite waard zijn. Geen relatie hebben betekent niet dat ik niet goed genoeg ben, het wil gewoon zeggen dat het goed genoeg is nu, voor mij.’
‘Dievanongs’ is dus niet die afhankelijke vrouw die de naam impliceert.
SD: ‘Dievanongs is begonnen als het vrouwelijke stukje van Halve Neuro, maar nu zie ik het liever als “die van alle aardbewoners”, “die van alle bijtjes en alle bomen”. Dievanongs is gewoon “die van iedereen”. Ik wil “Slongs” trouwens meer en meer laten vallen. Ik ben intussen vrij tevreden met wie ik ben. Ik begin weer meer in mijn vrouwelijkheid te geloven. De brede broeken zijn verdwenen, ik draag nu rokskes. (lacht) Echt vrouw zijn heeft vooral te maken met onvoorwaardelijke liefde. Het archetype van de oervrouw is voor mij de Moeder Maagd Maria.’
Sta jij trouwens niet zelf als Maria afgebeeld op een graffitimuur in Sint-Andries?
SD: ‘Ja, geweldig! Alleen al die onbevlekte ontvangenis! Eigenlijk hebben we geen man nodig. We kunnen zelf gaan werken, met de auto rijden, we zijn niet meer afhankelijk van een vent. Je ziet de sisterhood groeien, meer en meer vrouwen vinden het oké om met vrouwen op te trekken en zijn in het reine met hun vrouwelijkheid en hun eigen seksualiteit. Er is een revolutie aan de gang, zonder dat we allemaal ons haar moeten laten staan of onze bh’s moeten verbranden.’
In je songs kom je op voor vrouwenrechten én je toert momenteel met De Vaginamonologen. Mogen we spreken van een persoonlijke missie?
SD: ‘Ik vind het fijn om vrouwen beter te laten voelen over wie ze zijn, over die godin diep vanbinnen. Bij sommige komt die af en toe al eens knipogen, maar bij de meeste zit die ergens diep weggeduwd, onder het juk van allerlei dogma’s. Mooi zijn is fijn maar de echte vrouw, de moeder-vrouw, komt meer tot haar recht wanneer we wat ouder zijn. Dan berusten we wat meer en moéten we wat minder. “Alles komt goed, suske”, dat bemoederen, ook dat is op en top vrouw zijn. En ervoor gaan, met die onvoorwaardelijke, moederlijke liefde, ook voor de natuur en de mensen die het moeilijk hebben. Ik denk dat daar de kracht van echte vrouwen ligt. Vroeger waren er veel matriarchale maatschappijen, maar helaas zijn die niet opgenomen in de geschiedenis, want die is geschreven door mannen. Bij de matriarchale bonobo’s, bijvoorbeeld, wordt alles geregeld met een lekker potje vrijen, terwijl chimpansees alles regelen met vechten. Hm, wish I were a bonobo!’