Sean Dhondt: ‘Geluk moet je toelaten’

Alles kan een mens gelukkig maken. De zon die doorbreekt, een vers kopje thee en een tête-à-tête met Sean Dhondt (35). De muzikant, presentator en fulltime sympathieke gast draagt geen grammetje zwaarte in zich, maar hij heeft wel inhoud en dat maakt hem bijzonder boeiend om naar te kijken en te luisteren. ‘Vroeger raasde ik overal doorheen, nu wil ik genieten van elk moment.’ Een zomers gesprek met een zelfverklaard zondagskind.

Tekst Valérie Du Pré – Foto’s Johan Jacobs – Visagie Dorien Van Poucke

‘Ik hou van mensen die zichzelf zijn en die emoties toelaten, ook mannen. Naar mijn vrienden stuur ik soms berichtjes als ‘hey dude, miss you’ of ‘love you’. Ik ben blij dat dat kan’

Sean, op je vijfde zong je samen met je klasgenootjes Alles kan een mens gelukkig maken, de hit van René Froger. Op videobeelden is te zien hoe verknocht jij toen al was aan de microfoon.

Sean Dhondt: (lacht) ‘De meeste kinderen zongen maar wat. Ze waren nog met de strofe bezig terwijl het refrein al voorbijkwam. Bij mij zie je dat ik het echt voelde, dat ik in het ritme zat en op toon zong. Toen het mijn beurt was om de microfoon door te geven, wist ik van geen ophouden. Ook toen de juf een handje hielp, ging ik met mijn hoofd mee opzij om zo lang mogelijk in de micro te kunnen zingen. En intussen bleef ik maar dansen. Ik vond het toen al geweldig om op een podium te staan en die vibe te voelen.’

Even inzoomen op de tekst: ‘Een eigen huis, een plek onder de zon, en altijd iemand in de buurt die van me houden kon …’ Dat eigen huis kan je al afvinken.

SD: ‘Vorig jaar hebben we een huis gekocht waar we onszelf wel een tijdje zien wonen, ja. We zochten iets in Antwerpen maar uiteindelijk zijn we in Tielrode beland, in de buurt van Temse. Het is er heel rustig, heel zen. Daar genieten we van. Ik heb het heel druk met tv, radio en muziek en mijn vrouw Allison is als tattoo artist ook vaak weg. Als we samen thuis zijn, zijn we blij dat we in de rust zitten, met zicht op veel groen.’

’Een plek onder de zon’ zoek je ook vaak op, want jullie knijpen er geregeld tussenuit.

SD: ‘We zijn dit voorjaar extreem veel op reis geweest. Kaapverdië, Costa Rica, Newcastle, Dublin … Na onze laatste trip waren Allison en ik blij dat we een tijdje thuis konden zijn. Dan besef je toch weer dat reizen vooral fijn is als het een beloning is voor een periode hard werken. Maar ik hou ervan om weg zijn. Reizen geeft mij inspiratie. Een citytrip naar Dublin is heel anders dan in Costa Rica van de natuur genieten, maar ik ben voor allebei te vinden. Zeker als ik het kan delen met vrienden.’

En altijd iemand in de buurt die van me houden kon’, ook dat zit snor, want op een van je reizen heb je Allison ontmoet.

SD: ‘We hebben elkaar tien jaar geleden ontmoet in Vegas. Ik heb haar ontmoet door het samenrapen van al mijn moed. (lacht) In november zijn we negen jaar getrouwd.’

Wat maakt jullie zo een goeie match?

SD: ‘Hoe langer je samen bent, hoe meer je naar elkaar toegroeit. In het begin zat de aantrekkingskracht vooral in het anders-zijn: zij was de losbol, ik was meer berekend. Ik sprong niet gemakkelijk uit de band. Zelfs op school dacht ik: als ik goed studeer, hoef ik niet te blijven zitten en ben ik er op mijn achttiende vanaf. Dan kan ik kiezen voor wat ik écht wil doen: drums studeren op het conservatorium. Ik had een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ook thuis was ik den brave, mijn zus was degene die al eens later durfde thuiskomen dan mocht. Soms denk ik dat ik op die manier dingen heb gemist. Ik had ook eens wat vaker foert moeten zeggen en mijn goesting moeten doen. Niet dat ik dat nooit deed, maar over het algemeen was ik toch een brave jongen. Allison was in mijn ogen een rebel, dat trok mij aan.’

In relaties voel je je vaak aangetrokken tot datgene wat je zelf nog te ontwikkelen hebt. Zo kan je groeien.

SD: ‘Klopt helemaal. Allison is rustiger geworden en ik heb haar manier van leven voor een stuk overgenomen. Ik zet nu wat vaker die knop in mijn hoofd af om ook eens gewoon mijn zin te doen. Ik ben de laatste jaren heel veel gegroeid.’

Allison is een spiegel, zeg je wel eens. Door haar heb je veel over jezelf geleerd. Wat zoal?

SD: ‘Ik dacht vroeger dat ik niet koppig was en dus heel gemakkelijk. Allison heeft mij laten inzien dat ik echt wel koppig kan zijn, maar dat ik dat op een passief-agressieve manier uit. Door te mokken in plaats van de dingen uit te spreken. Onlangs werd ik op een feestje van Qmusic verwacht. Het was al een uur bezig maar Allison en ik stonden nog altijd in een winkel decoratie te kiezen voor een feest bij ons thuis. In plaats van te zeggen dat het nu echt wel wat laat werd, reageerde ik kort en sleurde ik haar bijna door de winkel. ‘Zie je wel dat je koppig bent?’, zei ze. ‘Je houdt dingen binnen om anderen geen pijn te doen, maar met je gedrag doe je net hetzelfde.’ Dat vind ik leerrijk. Soms loop ik opnieuw in dezelfde val, maar ik probeer er wel steeds bewuster naar te luisteren. Vroeger zou ik in al mijn koppigheid gezegd hebben: ik doe niets fout. Nu denk ik vaker: ik heb de waarheid niet in pacht, ze zegt dat niet om mij te koeioneren, ze houdt mij gewoon een spiegel voor. Allison kan ook goed op me inpraten als ik stress heb. Ze kan alles tot de essentie herleiden. Waar maak je je druk om? Wat is het ergste dat kan gebeuren? Door die vragen te stellen, kan ik sneller relativeren. Ik heb de neiging om alles op te kroppen.’

 

Hoe geraak je dat gerommel vanbinnen kwijt?

SD: ‘Ik dacht altijd dat ik het op de juiste manier deed: me niet kwaad maken, niet focussen op die negatieve energie. Maar dat gevoel zit daar natuurlijk wel. Ik zoek nu vooral naar een gezonde manier om ermee om te gaan. Als ik alleen in de auto zit, zet ik vaak metal op, daar word ik rustig van. Ook sporten helpt me om te ontladen. Erover praten doe ik vooral met Allison, zij is daar heel goed in. Mijn vrouw zou een goeie psycholoog zijn, ze heeft veel mensenkennis.

Ik vind iedereen altijd leuk en lief. Meestal kijk ik ook niet veel verder dan dat eerste gevoel. Ik ben heel vergevensgezind en misschien wel gezond naïef. Allison kan soms zeggen: “Er klopt iets niet.” Achteraf blijkt dan vaak dat die persoon inderdaad maar een vuil karakterke is. Ze kan mensen zeer goed ontleden. Dat is waardevol. Tegelijk wil ik ook niet constant op de toppen van mijn tenen lopen. Ik ben van nature open en warm. Ik zend goeie energie uit en daardoor heb ik ook vrij direct connectie met mensen. Je moet niet eerst door mijn pantser breken om aanvaard te worden. Daardoor kom ik met heel veel mensen overeen en ook dat vind ik mooi. Ik heb me nooit een rebel gevoeld. Stoerheid en attitude kan heel aantrekkelijk zijn, maar het kan ook snel omslaan in arrogantie. Dat matcht niet met mij. Ik hou van mensen die zichzelf zijn en die emoties toelaten, ook mannen. Naar mijn vrienden stuur ik soms berichtjes als ‘hey dude, miss you’ of ‘love you’. Ik ben blij dat dat kan. Ik voel mij daardoor meer verbonden met anderen.’

(…)

Lees het volledige interview met Sean Dhondt op onze sofa in de zomereditie van Psychologies (vanaf 12 juli in de winkel)