Ontdek je tweede brein!

De gezondheid van je darmen is essentieel voor je mentale welzijn, blijkt steeds vaker uit onderzoek. Aandoeningen als depressie, autisme en dementie worden in verband gebracht met een verstoorde darmflora. Gezond eten voor meer psychisch evenwicht is dus een aanrader!

Tekst Manon Kluten

Darmen zijn hot. Of toch in elk geval darmgezondheid en alle recente wetenschappelijke feiten waarover de laatste jaren steeds meer bekend wordt. Zeker als het over de connectie tussen gezonde darmen, onze hersenen én psychische gezondheid gaat, zijn de onderzoeksresultaten vaak verrassend. Zo blijkt dat bij een aantal belangrijke mentale aandoeningen de darmflora verstoord is. Tot die conclusie kwam professor Jeroen Raes, hoogleraar aan de KU Leuven en vicedirecteur van het VIB Centrum voor Microbiologie, na een onderzoek uit 2019. Professor Raes licht toe: ‘In een studie rond depressie binnen het Vlaams Darmflora Project hebben we gezien dat de darmflora van mensen met een depressie anders van samenstelling is dan die van mensen zonder depressieve klachten. Ook bleek dat de personen uit de depressieve groep een aantal belangrijke bacteriesoorten in hun darmmicrobioom of darmflora misten.’

Betere darmflora, minder angsten
Maar er zijn nog meer aanwijzingen voor de belangrijke rol die darmbacteriën spelen in onze geestelijke gezondheid: zo zijn onze darmbacteriën uitgerust met mechanismen om verschillende neuroactieve stoffen aan te maken, waaronder de zogenoemde “gelukshormonen” serotonine en dopamine. Professor Raes: ‘Die zijn mede van groot belang voor de werking van ons neurologische systeem. Uit experimenten met muizen is bijvoorbeeld gebleken dat de proefdiertjes door manipulatie van hun darmflora angstiger of juist minder angstig kunnen worden. Nog een aanwijzing voor het verband tussen darmflora, brein en mentale gezondheid dus. Maar precieze conclusies kunnen we nog niet trekken. Bovendien is onderzoek naar de impact van darmbacteriën op onze fysieke en mentale gezondheid nog een heel jong vakgebied. We zijn er nog maar zo’n vijf tot tien jaar mee bezig.’

Verstoorde darmflora bij autisme
Wat wel vaststaat, is dat bepaalde darmbacteriën die ontstekingsremmende stoffen produceren, veel minder aanwezig zijn bij mensen met een depressie, en dat maar liefst 30% van de depressieve mensen een verstoorde darmflora heeft. Naast depressies zijn er nog meer mentale problemen waarbij een slecht werkende darmflora waarschijnlijk aan de basis ligt. Professor Raes: ‘Momenteel wordt er veel onderzoek gedaan naar de link tussen darmflora en de ziekte van Parkinson, autisme en de ziekte van Alzheimer. Alleen bevinden die onderzoeken zich nog in een heel pril stadium. Soms zien we veel verbanden, maar zijn oorzaak en gevolg niet altijd duidelijk. Van die verstoorde darmflora bij depressie weten we bijvoorbeeld niet of die verstoring tot een depressie leidt, of dat depressie tot een ander voedingspatroon leidt en dat het darmmicrobioom daardoor een andere samenstelling krijgt. Bovendien hebben veel van de aandoeningen waar we nu over spreken meerdere componenten. Bij autisme en de ziekte van Parkinson speelt genetica bijvoorbeeld een belangrijke rol. Complexe aandoeningen hebben altijd meerdere oorzaken. En die elementen kun je allemaal wel ontrafelen, maar dan weet je nog niet hoe je zo’n aandoening kunt genezen.’

Vermijd antibiotica
Waar wel al wat meer bekend over is, is hoe je aan zo’n verstoorde darmflora komt. Professor Raes: ‘We weten dat het gebruik van antibiotica een belangrijke factor is, omdat die de darmflora ernstig kunnen verstoren. Bij de meeste mensen is dat geen probleem en komt het darmmicrobioom vanzelf opnieuw in evenwicht, maar bij sommige mensen is dat niet zo. Andere oorzaken die we zien, zijn chronische darmaandoeningen zoals de ziekte van Crohn of ontstekingen in de darm. Die ontstekingen verstoren ook weer de darmflora, waardoor de ontstekingen op hun beurt nog erger kunnen worden en waardoor je op termijn zelfs last kunt krijgen van een prikkelbare darm. Wat je zelf aan die verstoorde darmflora kunt doen, is eigenlijk nog een beetje een one million dollar question. Daar zijn we nog veel onderzoek naar aan het doen. Bijvoorbeeld naar het effect van pro- en prebiotica en speciale dieetinterventies. Op dit moment kunnen we nog geen specifieke aanbevelingen doen. Het blijft bij het ietwat saaie advies dat je moet zorgen voor een gezonde, evenwichtige voeding met veel verschillende vezels. Met die kanttekening dat je vezels juist moet beperken wanneer je een prikkelbare darm hebt. En dat is meteen een goed voorbeeld om aan te tonen dat algemene voedingsaanbevelingen vaak moeilijk te maken zijn. Zo’n aanbeveling moet eigenlijk aan de patiënt aangepast zijn. Ik zie dan ook meer en meer een toekomst voor mij waarbij we uitgaan van gepersonaliseerde diëten en maatwerk, en waarbij we rekening houden met bepaalde aandoeningen of voedselintoleranties van een patiënt.’

 

LEES VERDER IN PSYCHOLOGIES, NU IN DE WINKEL …