Je zou het achter zijn lachende ogen niet meteen vermoeden, maar soms woelen er ondermijnende gedachten door het hoofd van Nic Balthazar. De filmmaker brengt dan ook niet voor niets een film uit die herkenbare gevoelens als onzekerheid en zelftwijfel in de kijker zet. Everybody Happy herinnert ons eraan dat we soms ook gewoon foert mogen zeggen tegen toxische mensen en ideeën. ‘We vergeten soms dat de voornaamste waardering gewoon van onszelf moet komen.’
Tekst Sigyn Elst – Foto Marleen Daniëls
Nic Balthazar is blij opgewonden en licht nerveus wanneer hij in een Gents café tegenover me zit te praten. En niet zonder reden. Geboeid vertelt hij dat zijn recentste film Everybody Happy opnieuw in de internationale competitie van het Filmfestival van Montreal zit en in september het Filmfestival van Oostende zal openen. ‘De winst in Montreal (Balthazars eerste langspeelfilm Ben X viel in de prijzen tijdens het Filmfestival van Montreal in 2007, nvdr) heeft destijds mijn leven en het leven van de film absoluut veranderd’, zegt hij. ‘Heel spannend om dat nog eens opnieuw te mogen meemaken.’ Everybody Happy vertelt het verhaal van stand-upcomedian Ralph Hartman (vertolkt door Peter Van den Begin) die naast het podium de strijd aangaat met zijn grootste vijand: een knagende onzekerheid die telkens weer gevoed wordt door zijn eigen negativiteit. De soms pijnlijk kwetsbare positie van de komiek op het podium, en in het verlengde daarvan een hele sector performers die hun succes meten aan de decibels van het applaus, is een thema dat Balthazar zelf niet vreemd is. Als televisiemaker en regisseur kent hij de ups en de downs als geen ander. ‘Het is een topjob tot er maar één mindere commentaar verschijnt om het feestje te verbrodden’, zegt hij. ‘Ik weet ondertussen dat er mensen zullen zijn die de film geweldig vinden, maar ook dat andere niet mee zullen zijn. Dat op voorhand beseffen is daarom niet minder spannend.’
Je eerste film Ben X gaat over een jongen met autisme, Tot altijd over de persoonlijke strijd van MS-patiënt Mario Verstraete en ook in Everybody Happy zien we mensen die persoonlijke hindernissen moeten overwinnen. Waarom spreekt dat thema je aan?
Nic Balthazar: ‘De link was op voorhand niet gepland, maar als ik het achteraf bekijk is er inderdaad een soort rode draad. Alle drie de hoofdpersonages staan op een zeker moment aan het water of op een hoogte en vragen zich af wat hen ervan weerhoudt om te springen. Het is telkens de to be or not to be-vraag die speelt. Met andere woorden: neem je de wapens op tegen de sea of troubles en probeer je je te verzetten, of geef je op. In Everybody Happy gaat het hoofdpersonage het ultieme gevecht aan, namelijk het gevecht met zichzelf. Hij heeft alles wat wij succesvol noemen maar toch, net zoals zoveel mensen vandaag, geraakt hij niet af van zijn eigen negativiteit, van het eeuwige gepieker en de stemmetjes in zijn hoofd die hem telkens weer neerhalen. Dat is een heel actueel thema. We leven in een rijk land, zonder oorlog, en toch gaan er hier dagelijks 400 000 antidepressiva en slaappillen over de toonbank.’
Waren het die cijfers die je aanzetten tot deze film?
NB: ‘Toch wel. Vooral het feit dat ik in mijn omgeving mensen als vliegen zag vallen. Mensen die je de ene dag nog tegenkomt en je “Alles goed? Ja, alles goed!” toeroept en die de volgende dag hun bed niet meer uit geraken. Dan vraag je je wel eens af hoe groot de kans is dat jij het volgende slachtoffer wordt.’
Heb je jezelf die vraag al gesteld?
NB: ‘Natuurlijk. Het is zelfs zo dat Everybody Happy op die manier is ontstaan. Op één welbepaalde avond in een hotelkamer in Parijs, om precies te zijn. Ik was daar voor een weekendje met Lieve (Balthazars vrouw, fotografe Lieve Blancquaert, nvdr). Alles was top, we waren lekker gaan eten, hadden een prachtige hotelkamer, de Eiffeltoren lichtte op in de verte. Maar toch kon ik ’s avonds de slaap niet vatten door donkere gedachten. Alles wat ik gedaan had trok ik in twijfel, alles wat ik in de toekomst nog moest doen kwam als een blok op me af. Het leek alsof er een ventje naast mij in bed lag dat in mijn oor zat te fluisteren met de bedoeling om me onzeker te maken. Ik bedacht toen hoe geweldig het zou zijn om de deur te kunnen openen, het mannetje van het balkon te kieperen en vervolgens zalig te gaan slapen. Zo is het idee voor deze film ontstaan, ik heb die nacht twee uur lang aantekeningen gemaakt in een boekje. Dat heb ik later verloren, maar het idee is gebleven.’
Je hoofdpersonages hebben uiteindelijk allemaal af te rekenen met een mannetje dat hen probeert neer te halen. Is dat een gesel van deze tijd? Zien we onszelf te vaak door de bril van de ander?
NB: ‘Dat gegeven heb ik alleszins willen uitwerken in Everybody Happy. Het idee dat er in onszelf iets zit wat ze in het Duits zo mooi de innerer Schweinehund noemen, een klootzakje dat altijd negatief is, je dingen influistert die je onzeker maken. Ik ben daar veel over beginnen lezen en heb flink wat experts geraadpleegd. Ik heb altijd heel veel respect en bewondering gehad voor het werk van psychologen, psychiaters en pedagogen zoals Paul Verhaeghe, Dirk De Wachter en Peter Adriaenssens. Zij bevestigen dat ze tegenwoordig niet meer enkel mensen op de sofa krijgen die duidelijke trauma’s hebben vanwege hun jeugd of een andere dramatische gebeurtenis in hun leven. Tegenwoordig ontvangen ze overwegend mensen die als het ware zichzelf ten gronde richten. Vaak is dat werkgerelateerd, het zijn perfectionisten die naar onhaalbare standaarden streven en zichzelf enkel maar door de ogen van de ander bekijken. Het is heel belastend om je waardering altijd bij anderen te zoeken of uit het aantal likes die je krijgt, of het aantal volgers die je hebt. Dat kan een tijd goed gaan maar vroeg of laat gaat dat altijd fout. Dat geldt zo voor stand-upcomedians, maar evengoed voor iemand anders. We vergeten soms dat de voornaamste waardering gewoon van onszelf moet komen.’
Moest jij dat ook opnieuw leren inzien?
NB: ‘Voor de film kon ik research doen en had ik het perfecte excuus om een paar therapiesessies te volgen, iets wat ik eigenlijk al langer wilde doen. Het was een eyeopener om te zien hoe experts je wijzer kunnen maken over jezelf. Onder meer over perfectionisme ben ik best wat te weten gekomen. In Vlaanderen klinkt het heel positief als je jezelf een perfectionist noemt, toch? Maar eigenlijk houdt het een groot gevaar in.’
Waarom?
NB: ‘Je stelt jezelf doelen die je niet kan behalen en waardoor je de facto in een voortdurende staat van ontevredenheid verkeert. In zekere zin is deze film voor mij dus een voorbereiding geweest om sterker te staan tegen een mogelijke burn-out of depressie. Ik had nog geen burn-out maar stond er wie weet ook niet ver vanaf. Everybody Happy is geen film over depressie maar wel over mensen die, zoals velen vandaag, op de rand staan. De film laat zien dat je dikwijls zelf je ergste vijand bent. Je kan jezelf daarmee helemaal ten gronde richten, maar je kan er ook van wegstappen.’
Moeten we sinds deze film anders naar jou kijken? Ogenschijnlijk ben je een immer vrolijke, stralende optimist.
NB: (lacht) ‘Er zit best veel van mij in het hoofdpersonage. De eeuwig glimlachende man is een strategie om mezelf het meeste kans te geven op een goede dag. Het is trouwens bewezen dat het werkt. Trek je mondhoeken in de richting van een glimlach en je hersenen krijgen de boodschap: dit is een gelukkig persoon. Daardoor ga je je beter voelen maar ik besef ook dat het op den duur een soort masker kan worden. En uiteraard lukt het ook niet altijd en voor iedereen, maar het toont wel aan hoe sterk ons lichaam in relatie staat met onze geest. We leven in een maatschappij waar de dingen dikwijls worden opgelost met pillen. Maar als je enkel met je cockpit bezig bent (wijst naar zijn hoofd), vergeet je soms dat je vleugels hebt die je kunnen doen vliegen. Daarom ben ik al jaren bezig met meditatie, dat is voor mij belangrijk om mijn geest tot rust te brengen, het denken te stoppen.’
Heb je die dualiteit tussen blijven lachen en je innerlijke negativiteit al altijd gevoeld?
NB: ‘Ik heb dat altijd wat gehad, ja. Ik noem mezelf een positieve pessimist. Er zijn weinig mensen die de sfeer op een feestje beter naar beneden kunnen halen door even over het klimaat te beginnen dan ik. Er zijn weinig mensen die een donkerder beeld hebben van wat ons te wachten staat met de opwarming van de aarde dan ik. Ik wil daar niet van wegkijken. Maar anderzijds is die realiteit zo verpletterend dat je ook een manier moet vinden om ermee om te gaan en door te gaan. Ik kan overvallen worden door dat donkere beeld en toch ’s avonds met vrienden staan vieren omdat de Rode Duivels een goede match hebben gespeeld. De chirurg die aan het opereren is en ziet dat de patiënt er erg aan toe is, mag op dat moment niet in tranen uitbarsten. Hij moet rustig en gefocust blijven. Ook wij moeten de dingen aanpakken en ons vasthouden aan de oplossingen. Die zijn trouwens heel hoopvol, denk maar aan de mogelijkheden op het vlak van duurzame energie.’
Wellicht is dat jouw manier om balans te vinden. Vind je dat een belangrijk streven?
NB: ‘Jawel, ook al klinkt het wat saai, in balans zijn. Alsof je wat afgevlakt bent. Maar toch is dat gevoel van evenwicht belangrijk. Ik kan dat trouwens evengoed bereiken door een uitspatting. Als ik echt ergens graag ben, zal ik altijd de man zijn die het feestje sluit of de laatste ronde in het café bestelt. Wellicht voel ik me dan gewoon verbonden met de sfeer of de mensen met wie ik ben. Als ik verbondenheid verlies, geraak ik uit evenwicht. Balans voel ik het meest als ik me verbonden voel met mensen die me positieve energie geven. Degenen die dat niet doen, de toxic people, die heb ik geleerd om netjes te omzeilen.’
Je weet dus wat je uit evenwicht haalt en hoe je je daarvan moet bevrijden?
NB: ‘Ik heb daarvoor wel wat dingen opgeofferd. Ik wilde niet afglijden naar een burn-out, laat staan naar drank en drugs zoals ik dat in mijn omgeving bij velen echte slachtingen heb zien aanrichten. Ik klink misschien wat pastoorachtig maar ik heb persoonlijk op andere vlakken wat zaken veranderd. Ik heb mijn auto weggedaan en doe alles met de fiets, ik ben al een tijdje halftijds gaan werken. Mijn remedie is dat ik enkel nog de dingen doe die ik graag doe. Mijn favoriete slogan is: ont-moet jezelf, een woordspeling met een dubbele betekenis. Mensen zeggen zo vaak we móeten dit en we móeten dat. We moeten naar een trouw bijvoorbeeld. Als je niet met volle goesting gaat, ga dan niet, zeg ik. Het bespaart de trouwers een bestek en je doet jezelf een groot plezier.’
Als je voelt dat je inwendige stemmetje weer de overhand neemt, wat doe je dan?
NB: ‘Opmerkelijk genoeg lijkt het soms al bijna voldoende om gewoon te beseffen dat het bestaat. Het inzicht in hoe we onszelf de duvel aandoen, heeft het probleem al voor de helft opgelost. Daarrond draait ook Everybody Happy. Je moet soms eens durven om je eigen innerlijke stem belachelijk te maken, ze imiteren met een Mickey Mouse-toon bijvoorbeeld. Dat wordt door sommige therapeuten echt aangeraden. Rumineren, het herhaaldelijk en langdurig piekeren over je gevoelens en problemen is sterk gelinkt aan depressie. Het is een stroom van gedachten die telkens weer dezelfde zijn, maar die je nooit tot actie brengen. Eckhart Tolle (Duits spirituele denker, nvdr) zegt dat we verslaafd kunnen zijn aan denken, piekeren en malen, net zoals we verslaafd kunnen zijn aan alcohol of nicotine. Maar dat malen kan veel kapotmaken. Er mag jou tweehonderd man een mail sturen om te zeggen hoe goed ze je laatste artikel vinden, je zal dat leuk vinden, en gewoon doorgaan. Maar als er tussen die mails eentje zit waarin je stuk pure bullshit wordt genoemd, met welke mail zal je het meest bezig zijn, denk je? Die ene mail, die kunnen we op den duur opzeggen, ik weet echt waarover ik spreek. Het is zo menselijk om enkel naar de negatieve recensies of commentaren te luisteren. Enkel jijzelf kan dat doorbreken en dat een halt toeroepen. Enkel jij kan tegen jezelf zeggen “ik ben ongelooflijk blij dat ik dit stuk heb geschreven, of deze film heb gemaakt”. Tijdens een van onze bijeenkomsten vertelde Paul Verhaeghe me dat hij na al die jaren praktijkervaring maar één middel heeft gezien dat van vandaag op morgen iemand er weer bovenop kan brengen, en dat is liefde. Maar liefde kan je pas vinden als je eerst je eigenwaarde hebt teruggevonden, je zelfliefde.’