Mogen we nog mens zijn?
De wereld wordt hard. Je bent niet de eerste die het opmerkt. Terwijl we de samenleving de voorbije 50 jaar vooral vreedzaam, humaan en sociaal probeerden te organiseren, lijkt het alsof we weer neigen naar hardere waarden zoals economisch gewin, efficiëntie, competitiviteit en eigenbelang. Zelfs onze taal wordt scherper en verraadt gepolariseerd denken. Mogen we nog een mens zijn in dit alles?
Tekst: Anne Wislez – Beeld: Shutterstock
Economische crisis, vluchtelingen- en klimaatproblematiek … vanuit de angst om onze welvaart, identiteit, veiligheid en vrijheid te verliezen gaan we ons weer afsluiten en verharden.
‘Soms vraag ik me af of mijn kind wel sterk genoeg zal zijn voor deze wereld’, zegt een vriendin van me bezorgd. ‘Neo is zacht, empathisch, begaan met de wereld. Hij houdt niet van veelheid en drukte, hij kijkt de kat uit de boom, observeert, wordt wellicht eerder het filosofische type. Hij neemt zieke dieren mee naar huis, zit liever rustig thuis te gamen dan met vrienden te gaan voetballen. Is er straks wel een plek voor hem in die drukke, snelle, competitieve en harde wereld? Ik vraag het mij af.’
Maya (37) uit haar bezorgdheid omdat ze zelf in haar sector (bank en verzekeringen) de verharding ervaart. Wie niet op zijn tanden bijt, zich efficiënt, praktisch, beheerst en rationeel opstelt, wordt wat meewarig bekeken en valt vroeg of laat weg. En zo zijn er in alle sectoren signalen van ontmenselijking. In plaats van mensen echt te helpen moet er verkocht worden, zelfs op de klachtendienst van een telecombedrijf. De tijd die een postbode per straat heeft om zijn brieven te leveren, wordt tot op de minuut getimed. In grote bedrijven worden processen gestandaardiseerd, waarbij procedure het vaak haalt op logisch verstand of creativiteit. Verplegers hollen de kamers van hun patiënten in en weer uit, want hetzelfde werk moet gebeuren met steeds minder mensen. Kinderen worden op school niet voorbereid op het leven, maar op ‘de arbeidsmarkt’.
‘Beslissingen van hogerhand worden op onze afdeling niet eens meer persoonlijk meegedeeld, je moet het horen in de wandelgangen, ook al gaat het je persoonlijk aan’, merkt ook Belinda (46) op. ‘Ik maak me zorgen om de werkconditie van de mensen in mijn team, maar als ik het aankaart, wordt me gezegd “dat dat de zaak is van human resources en ik me moet bezighouden met de taken die mij toebedeeld zijn”. Als ik voorstellen doe voor mogelijke oplossingen, wordt me botweg gezegd dat daar geen geld voor is, en daar moeten we het maar mee doen. Waar is de betrokkenheid, het gezonde verstand, de communicatie, het samen zoeken naar oplossingen? Niet alleen ben ik ervan overtuigd dat onze afdeling dan beter zou functioneren, maar we zijn toch ook nog mensen, geen robots?’
Vervreemd van jezelf
‘Jammer genoeg worden werknemers tegenwoordig te vaak gezien als pionnen’, verzuchtte psychiater Dirk De Wachter onlangs nog in Vacature. ‘Bedrijven zijn zodanig gefocust op efficiëntie en resultaten, dat menselijkheid erbij inschiet. Hoeveel contact is er nog tussen leidinggevenden en hun achterban? Hoeveel verantwoordelijken polsen op maandagochtend bij hun team hoe hun weekend is geweest? Hoevelen vragen aan een werknemer die er bedrukt bij zit of er iets scheelt? Wie doet nog de moeite om een persoonlijk gesprek aan te gaan als er een probleem is, in plaats van te mailen? Dat zijn doodnormale dingen, maar door alle haast, targets, druk en deadlines schiet dat erbij in.’
‘Die groeiende tendens tot ontmenselijken kan te maken hebben met de statische, rationele en utilitaire manier waarop we elkaar benaderen’, zegt ook Hilde Van Gool, trainer in Verbindende Communicatie. ‘Mensen worden vaak gezien en ingezet als een middel tot een doel, ze worden ergens voor gebruikt. Er wordt overwegend rekening gehouden met wat telbaar, meetbaar, zichtbaar is. De innerlijke belevingswereld van mensen doet er vaak niet toe en dat werkt vervreemdend.’