Mindful aan de vijver
Al jaren woon ik aan de rand van de stad, in een huis met een tuin. In die tuin kom ik tot rust. Liggend in het gras zie ik dan de boompjes botten, terwijl mijn kater zich uitgestrekt naast me neervlijt. En dat is zalig … Maar ik zie het altijd groter. Dat kan, want als ik drie keer een hoek omsla, ben ik in een groot park met veel meer bomen.
Midden in dat park ligt een vijver. Voor de mensen die bij mij in de buurt wonen: ik ben de vrouw die vaak aan de rand van die vijver zit te mediteren. Nu ja, mediteren … Ik ben vooral mindful aanwezig, meestal met mijn ogen open. En af en toe zelfs in lotushouding. Ik stel mijn zintuigen op scherp, en dan hoor ik op zijn minst tien soorten vogels gekke geluiden maken. Nee, ik ken hun namen niet, ik heb – tegen mijn eigen gebeten om-te-weten aard in – gekozen om dat niet op te zoeken. Want dan wordt dat genieten van die geluiden weer iets cognitiefs, een ego-dingetje, een wedstrijd om ze asap te leren herkennen, want zo ben ik ook. En daarvoor zit ik niet aan die vijver.
Mijn blik glijdt over het troebele water, waarboven duizenden muggen rondjes maken. Als ik blijf kijken, zie ik onder het wateroppervlak gigantische vissen bewegen. Ze komen met hun vinloze rug een centimeter boven water en trekken zo strakke, stoïcijnse baantjes door de vijver. Ik neem aan dat het karpers zijn, maar ik zoek het dus niet op. En hoe langer ik kijk, hoe meer van die vissen verschijnen. Op een bepaald moment heb ik er vijf in het vizier … Tot er plots een eendenkoppel landt en het water doet rimpelen. Wég vissen. De eenden duiken volledig onder water, verdwijnen een paar seconden en komen smikkelend weer boven. Nu amuseren ze zich met zijn tweetjes, maar ik weet dat er volgende maand een donzige kroost in haar zog zal dobberen … En zo gebeurt er altijd wat aan die vijver. Soms kwaken er kikkers of dollen er twee libellen in de vlucht, soms staart een eekhoorn vanuit zijn boomhoogte op me neer. En als ik geluk heb, zie ik op mijn terugweg honderd konijnen. Echt.
Aan die vijver zul je me vaak vinden, de komende tijd. Want dit magazine gaat van zes naar vier keer per jaar. Jaja, de crisis heeft erin gehakt. Niet op de verkoop, want die is flink gestegen. Wel op de advertentie-inkomsten. En zoals we allemaal weten: een magazine leeft niet zozeer van de verkoop, wel van advertenties … Elk nadeel heeft zijn voordeel, denk ik dan: ik krijg er meteen vier maanden vakantie per jaar bij. Meer tijd aan mijn vijver, en uiteraard veel verder ook. Want ik zie het altijd groter. Vlug even opzoeken waar ik allemaal naartoe kan!
Tanja Dierckx, hoofdredacteur
tanja@psychologies.be
Foto: Carmen De Vos