Marijke Pinoy: ‘Hulp vragen, dat heb ik moeten leren’
Marijke Pinoy (56) is actrice, regisseur en moeder van vijf kinderen tussen 38 en 17 jaar. Ze studeerde drama aan het conservatorium van Gent en heeft een lange carrière in het theater bij onder meer NTG, Theater Malpertuis en Compagnie Cecilia.Op het scherm was ze te zien in series, kortfilms en films zoals Het gezin van Paemel (1986), Ben X (2007) en Problemski Hotel (2014), gebaseerd op het gelijknamige boek van Dimitri Verhulst.
Naast acteren is Marijke Pinoy een actieve en geëngageerde stem in de media waar ze zich uitspreekt voor een multiculturele samenleving. Pinoy is actief betrokken bij het burgerinitiatief Hart boven Hard dat opkomt voor gelijkheid en solidariteit. Pinoys oudste kind is actrice Lotte Pinoy. Ook haar vier zonen (Arend, Gilles, Titus en César) zijn actief in de podiumkunsten. Marijke Pinoy is twee keer getrouwd geweest. Ze woont in Evergem bij Gent, samen met haar drie jongste kinderen.
Tekst Sigyn Elst – Foto’s Frank Toussaint
Ik ontmoet Marijke Pinoy tussen twee opnames van een kortfilm van Felix van Groeningen door. Niet bij haar thuis maar op een plek die voor veel Gentenaren wel kan doorgaan als tweede thuis: café De Vooruit. Ooit was dit gebouw een monument van het coöperatieve en solidaire gedachtegoed, iets wat ook Marijke Pinoy past als een tweede huid.
Mee aan tafel zit Marijkes jongste zoon César. Hij geniet van zijn spaghetti en biertje en kijkt niet op voor het zoveelste interview dat zijn moeder geeft, noch als ze af en toe fel uithaalt en met wijde gebaren haar woorden kracht bijzet. Later komen ook zoon Gilles en zijn vriendin mee aanschuiven, en voelen we ons toch een beetje ten huize Pinoy.
Je staat bekend om je open en spontane omgang met je kinderen. Kreeg je dat mee van thuis?
Marijke Pinoy: ‘Ik ben geboren in Menen, onder de kerktoren, maar ook vlakbij de Franse grens – twee extremen bij elkaar. Mijn vader was een bon vivant en heel sociaal. Ik heb veel van hem. Onder meer de liefde voor het theater. Hij speelde in een amateurgezelschap en nam me dikwijls mee naar repetities. Elk jaar op Allerheiligen ging ik mee naar zijn voorstelling. Ik kan nog altijd die sfeer voelen van de sereniteit van het ochtendlijke kerkhofbezoek enerzijds en de uitbundigheid van het toneelgezelschap
’s avonds anderzijds – extreme emoties.’
‘Ik lag als kind vaak in de clinch met de strengheid van mijn vader die zelf een liederlijk leven leidde, in de clinch met mezelf en in de clinch met de wereld van de nonnen op school. Ik heb veel strijd geleverd en dat heeft mijn karakter bepaald. Ik woon met mijn kinderen in een huis omgeven door een grote tuin. De liefde voor het groen kreeg ik van mijn grootmoeder. Ook dat soort zaken uit mijn jeugd hebben bepaald wie ik ben en welke keuzes ik maak. Zoals de strijd bijvoorbeeld die mijn generatie moest leveren tegen het vooropgestelde plan dat heerste na de Tweede Wereldoorlog.’
‘De klassieke rolverdeling van de vrouw die als onderdeel van de man er vooral voor moest zorgen dat ze goed getrouwd geraakte, dat was buiten mij gerekend. Mijn ouders hadden al vroeg door dat ik vooral niet in dat plaatje wilde passen. Mijn moeder heeft me ontzettend geholpen, financieel en praktisch, maar emotioneel verstond ze niks van mij. Daar heb ik enorm veel respect voor. Je moet het maar doen, onvoorwaardelijk blijven liefhebben terwijl je eigenlijk kop noch staart krijgt aan je eigen kind.’
Kan je die gevoelens ondertussen plaatsen?
MP: ‘Ik heb een groot gevecht geleverd tegen de kerktorenmentaliteit. Maar hoe meer afstand ik daar door ouder te worden van neem, hoe meer ik besef dat het de tijdsgeest was. Zowel het vooropgestelde gezinsbeeld als de inspanningen die mijn generatiegenoten deden om zich daarvan los te weken.’
Tegen de gang van zaken ingaan, het zit nog altijd diep in jou.
MP: ‘Ik heb altijd de extremen die zogezegd onverenigbaar zijn bewust of onbewust opgezocht. Kinderen krijgen op heel jonge leeftijd dan toch nog het verlangen hebben om te studeren en een theaterstudie beginnen aan het conservatorium is er daar eentje van. Als ik vandaag actie voer is dat niet meer om wild om mij heen te schoppen of in het wilde weg stellingen te smijten om gehoord te worden of je plek op te eisen. Het is proberen om iets te bereiken met mededogen, vanuit een bezorgdheid en een breed maatschappelijk engagement.’
‘Die zorg gaat dan over de wereld waarin mijn kinderen en jongeren in het algemeen verder moeten. Hoe gaan ze zich verhouden tot anderen? Diversiteit wordt weer extreem in vraag gesteld. Dat doet me veel pijn. Dat had ik al als kind. De dogma’s die je opgelegd worden door de omgeving waarin je toevallig geboren bent, ik begreep dat determinisme niet en ging daar altijd tegenin.’