Loop jij ook risico op bore-out?
Terwijl sommigen op het werk te veel taken en verantwoordelijkheden toegeschoven krijgen, zijn er anderen die uit pure ellende YouTubefilmpjes kijken en hun opdrachten extra rekken omdat hun functie hen te weinig uitdagingen biedt. Ook al is bore-out minder bekend dan zijn tegenpool burn-out, toch kan onderstimulering even problematisch zijn als overbelasting. Hoe herken je een nakende bore-out en wat kan je ertegen doen?
Tekst Lucien Fauvernier,
m.m.v. Coraline Bailly en Siham Zahour
Beeld Shutterstock
‘Zodra ik collega’s mijn bureau hoor naderen, stop ik mijn breiwerk weg en doe ik alsof ik druk bezig ben op mijn computer. Zielig eigenlijk’ Noor (35), secretaresse
‘Wanneer ik ’s morgens toekom op het werk weet ik al op voorhand dat er voor nauwelijks twee uur werk zal liggen’, zegt Noor (35), secretaresse. ‘Ik hou me bezig met de post. Ik doe de brieven een per een open, sorteer en bezorg ze, en mijn dagtaak zit er al op. Het is dan ongeveer half 11. Daarnaast beantwoord ik nog wat telefoontjes, maar daar vul ik mijn dagen echt niet mee.’ Als je meer uren moet werken dan dat er werk voor je ligt, kan verveling toeslaan. Ben je een paar dagen ‘technisch werkloos’, dan kan dat lastig zijn, maar als het aanhoudt en er geen beterschap in zicht is, kan een blijvende verveling en onderstimulering zelfs leiden tot een vorm van uitputting. Er bestaat sinds kort zelfs een term voor: de bore-out, afgeleid van boring of ‘saai’ in het Engels. Zo weinig te doen dat je er lusteloos en chagrijnig van wordt. Of erger dus. Want een bore-out zou even desastreuze gevolgen voor je gezondheid, psyche en werkplezier kunnen hebben als een burn-out.
De eersten die de aandoening in 2007 omschreven, waren de Zwitserse managementconsultants Peter Werder en Philippe Rothlin: zij stelden vast dat een groot deel van de werknemers zich te pletter verveelden in hun job. Veel onderzoek is er nog niet gevoerd naar bore-outs, maar volgens hen zou zo’n vijftien procent van de werknemers ermee te maken krijgen, volgens sommige auteurs (zoals Christian Bourion en Stéphane Trebucq in 2011 in het Franse Revue Internationale de Psychosociologie et de Gestion des Comportements Organisationnels) zelfs tot dertig procent. Toch rust er nog altijd een taboe op het onderwerp: in een maatschappij met een hoge werkloosheidsgraad, waar tegelijk heel wat mensen ziek worden van te veel werkdruk, is het niet bepaald bon ton om te klagen over verveling op het werk.
Kan je het zien aankomen? >>>