‘Laat toch los!’
‘Laat toch los…’ Wedden dat je het je beste vriend(in) al aangeraden hebt? Maar zelf worstel je misschien nog met oordelen, gebeurtenissen of mensen die aan je kleven en die je echt niet zo makkelijk van je losgeschud krijgt. En toch is af en toe moeten loslaten inherent aan het leven. Waarom is het zo verdomd moeilijk – en waarom is het toch belangrijk om het te doen?
Tekst Anne Wislez – Beeld Shutterstock
‘Loslaten forceren is sowieso uit den boze. Loslaten is als een rijpe vrucht die van een boom valt: er is een juist moment voor’
De kwetsende woorden van een vriendin. Een blunder die je hebt begaan. De hoop dat je ex ooit terugkomt. Er zijn zaken die aan je blijven kleven en die je maar niet afgeschud krijgt. Ook al weet je verstandelijk dat je beter af bent zonder, het idee heeft bezit van je genomen en blijft in je rondwaren. ‘Laat toch los’, zeggen vrienden dan. Soms is dat de magische formule. Dan neem je een slok wijn, haal je je schouders op en denk ja: ach ja, laat gaan, die banaan! Maar soms ergert dit schijnbaar simpele advies je mateloos. Niet omdat het niet klopt, maar omdat je het niet zomaar kan. Hoe laat je in hemelsnaam iets los dat beklijft?
Kleine troost: iedereen worstelt hiermee. Zowel in kleine thema’s als in grote. Sommige dingen laat je niet zomaar los, omdat ze belangrijk zijn. Andere omdat je ze belangrijk maakt.
Stukjes van jezelf
Als je iets moet loslaten, betekent het dat je het hebt vastgehad. Je hebt je er om één of andere reden mee verbonden. Zo bouwen we doorheen ons leven ook onze identiteit op: we definiëren ons doorheen mensen, vaardigheden, karaktereigenschappen, waarden, ons beroep, spullen waar we waarde aan hechten, een bepaalde stijl waar we voor kiezen, … Ze worden een stuk van ons. We gaan ze koesteren en o wee als eraan geraakt wordt, want dan raak je aan ‘ons’. Hoezeer we aan deze aspecten van onszelf gehecht zijn, blijkt wanneer we één ervan dreigen te verliezen. Je kan niet meer in een bepaalde broek (‘Hoezo, ben ik dan niet slank meer?’), je wordt ontslagen (‘Ik ben niet langer CEO van…’) , je verliest je partner (‘Ik ben de helft van mezelf kwijt’) , je hoort niet meer bij een bepaalde club (‘Wie bén ik eigenlijk voor mijn vrienden?’)… Telkens wordt er aan onze identiteit geraakt. Bij elk verlies moeten we onszelf herdefiniëren. Geen wonder dat we niet zo makkelijk loslaten.
‘Hechten is zeker nodig, alleen is het belangrijk dat die hechting op een evenwichtige manier gebeurt’, wijst dr. Paul Koeck, (sport)arts, filosoof en therapeut, erop. ‘Als maar één iets onze identiteit bepaalt – bijvoorbeeld een relatie, een functie, je rol als ouder, een ideologie, uiterlijk, geld – dan wordt het verlies van dat ene aspect ook bijzonder bedreigend en wordt loslaten heel moeilijk. Een gezonde identiteit is die van een man of vrouw die een stukje vader/moeder is, een stukje partner, een stukje collega, een stukje vriend, enzovoort, en daar balans tussen kan houden. Als je dan één aspect moet loslaten is dat minder dramatisch, omdat je een vangnet hebt.’ Letterlijk mensen om je heen, maar ook psychisch, in jezelf. Ik ben mijn baan niet, of:ik ben veel meer dan deze job, is bijvoorbeeld een gezonde gedachte als je ontslagen wordt.
Loslaten en loslaten is twee
Je kan bewust beslissen om iets los te laten, omdat het je niet meer dient. Zo hebben we met de jaren allemaal onze school, oude kleren, jeugdliefdes, gelezen boeken en zelfs naïeve dromen losgelaten. Maar er zijn ook zaken die je ongewild verliest of vroeger dan gewild moet lossen. Een geliefde die overlijdt. Een huis dat afbrandt. Een studie die je niet haalt. Of je jeugd die overgaat. Daar heb je niks aan te zeggen. Ook al klamp je je er nog even aan vast, vroeg of laat zal je de realiteit onder ogen moeten zien. ‘Sommige situaties overvallen ons en zijn per definitie onomkeerbaar’, merkt Paul Koeck op. ‘Iemand aan de dood verliezen of een been kwijtraken in een accident kan je niet terugdraaien. Andere zaken, zoals een partner die je verlaat, lijken onomkeerbaar maar je weet het niet met zekerheid. Om iets te kunnen loslaten, moet een gegeven voor jou onomkeerbaar zijn, of moet je minstens kunnen loskomen van de obsessie dat het nog opgelost kan worden.’
En toch, het is niet omdat het verlies onherroepelijk is, dat je daarom makkelijker lost.
(…)
Lees meer in het zomerdossier van Psychologies, vanaf 6 juli in de winkel