Laat hen knoeien
Uit je comfortzone
Je kind dat zijn knie openhaalt met vallen? Geen erg, volgens Hodgkinson: het scherpt het vermogen aan om met pijn om te gaan. Hij raadt ook aan om niet tussen te komen in onderlinge ruzies tussen broers en zussen, zodat kinderen kunnen leren om te onderhandelen. Hij geeft zijn eigen kinderen geen standjes voor dingen die zichzelf bijsturen met het verstrijken van de tijd, zoals tafelmanieren. Hoe meer je je kinderen negeert, hoe beter zelfs, vindt hij. ‘Uiteraard hou ik geen pleidooi voor verwaarlozing’, benadrukt Hodgkinson. ‘Er is een groot verschil tussen nonchalant en onverantwoordelijk zijn. Het klinkt misschien paradoxaal, maar een luie ouder is een verantwoordelijke ouder: de essentie van lui ouderschap is respect voor en vertrouwen in je kind.’
Hodgkinsons boek raakte me. Met zijn woorden die nog nagalmden, ging ik de confrontatie met mijn angst aan en besloot ik om het over een andere boeg te gooien. Het druiste in tegen al mijn moederlijke instincten, maar ik probeerde mijn kinderen gewoon hun leven te laten leven, zonder mijn constante bemoeienis. Wanneer ze kibbelden, dwong ik mezelf om naar een andere kamer te gaan. Ik werd minder strikt qua kleding (dat ik eerst alles waar scheuren en gaten in zaten in de vuilnisbak had gekieperd, hielp!). Ik onderdrukte mijn neiging om mijn zoon eraan te herinneren om te oefenen op zijn gitaar en liet hem op zijn kop krijgen van zijn leraar. Ik liet hem me ‘helpen’. Soms negeerde ik hen zelfs compleet, zoals Hodgkinson adviseerde, en vond ik hen een tijdje later helemaal opgeslorpt door een boek of een spel terug. Bij momenten vind ik het verschrikkelijk. Ik krimp ineen als ik hen de groenten laat snijden en moet op mijn tong bijten wanneer ze de woonkamer quasi verbouwen. Maar wanneer mijn innerlijke controlefreak weer de kop op steekt, zeg ik tegen mezelf dat het vooral angst is en stel ik die angst in vraag, zoals Blenkiron adviseert. ‘Stel jezelf de vraag waar je precies bang voor bent als je je kinderen laat meehelpen in de keuken of hun eigen kleding laat kiezen. Als je de dingen vermijdt en je je grootste angsten niet test, hoe weet je het dan? Soms moet je jezelf dwingen om uit je comfortzone te komen om erachter te komen.’
Om weer controle te krijgen over mijn leven moest ik de controle ironisch genoeg loslaten, want op die manier zijn mijn kinderen gelukkiger. Er zijn minder uitbarstingen, want ze hebben nu eindelijk zelf iets in de pap te brokken over hun eigen leven. Doordat ik hen vertrouw om hun eigen keuzes te maken, hebben ze ook verantwoordelijkheid geleerd, zoals mijn zoon laatst bewezen heeft. De vroegere micromanage-versie van mezelf liet mijn zoon nooit zelf een ijsje kiezen, uit schrik dat het drie bollen chocolade met extra slagroom, aardbeiensaus en gekleurde suikerbolletjes zouden worden. Maar laatst liet ik hem in zijn eentje bestellen bij de ijskar. Tot mijn verbazing kwam hij terug met een waterijsje: ‘ik heb vanmiddag al cake gehad als toetje, dus ik heb maar niet overdreven’. Ik was zo fier – hij oefende in zelfvoorzienend zijn en in zelfvertrouwen. En ik ook!