Laat hen knoeien
Je wordt er constant met je neus op gedrukt: het geknoei en de valpartijen van je kinderen. De fouten die ze maken en de grijze haren die ze je bezorgen. Slaag jij erin om je innerlijke controlefreak het zwijgen op te leggen met het geluk van je kinderen voor ogen? Journaliste Hannah Davies probeerde het.
Tekst Hannah Davies – Foto Shutterstock
Ben jij een laat-maar-waaien-type of heb je de neiging om elk aspect van je leven te willen controleren? Heb je nood aan een duidelijk zicht op de toekomst of neem je elke dag gewoon zoals hij komt? Ik zag mezelf als behoorlijk relaxed, tot een blik op een postkaart in een cadeauwinkeltje een moment van zelfinzicht opleverde. Op het kaartje stond een klein meisje dat helemaal onder het cakebeslag zat, en de woorden ‘je kinderen laten “helpen” is de snelste manier om te ontdekken dat je een controlefreak bent’. Zoals bij veel vrouwen in mijn omgeving ging kinderen krijgen bij mij gepaard met een enorme controledrang. Het ouderschap is chaotisch en stresserend. Baby’s hebben lak aan routine (wat sommige opvoedingsgoeroes je ook willen laten geloven), en kleine kinderen lappen veiligheid, ordelijkheid of sociale wenselijkheid ongegeneerd aan hun laars. In een poging om de anarchie te bezweren creëerde ik een strakke structuur en een lange lijst regels, die er vandaag nog altijd zijn, ook al zijn mijn ‘baby’s’ ondertussen zes en negen. Het gebeurt vaker wel dan niet dat ik hun kleren voor hen klaarleg. Ik bepaal zelf wanneer ze eten en wat precies (tot de hoeveelheid broccoli op de gram na). Ik micromanage hun huiswerk, hun vrije tijd en hun tafelmanieren. En het ergste van al: ‘nee’ is mijn standaardantwoord op alles. Nee, je mag niet skateboarden op de stoep (te gevaarlijk). Nee, je mag de uitnodigingen voor je verjaardagsfeestje niet zelf schrijven (te traag). Nee, je mag je eigen brooddoos niet klaarmaken (te veel geknoei). En mijn kinderen me laten ‘helpen’? Ik doe alle huishoudelijke klusjes liever zelf dan dat ik ze moet herdoen nadat zij het geprobeerd hebben.
Obsessieve micromanagers
En ik ben echt niet de enige. Een snelle rondvraag bij mijn vrienden leert me dat de meeste zichzelf zien als zelfverklaarde controlefreaks. Zelfs de meest laidback types balanceren op het randje sinds er kinderen zijn. Mijn vriendin Barbara zet de kookwekker op vijf minuten, zodat haar zoon van tien er niet langer over doet in de douche. Ze wast nog altijd zelf zijn haar en knipt zijn nagels. Bij Sarah komen er zelden vriendjes van de kinderen spelen, omdat ze tilt slaat van wat ze ‘een gekkenhuis’ noemt.
Wat is het precies dat evenwichtige vrouwen doet veranderen in obsessieve micromanagers? En hoe maak je er weer een einde aan? Experts zijn het erover eens: controledwang komt bijna altijd voort uit angst. ‘De angst om de controle te verliezen is een veelvoorkomend – en normaal – gevoel wanneer je kinderen krijgt’, verduidelijkt psychiater Paul Blenkiron. ‘Je probeert weer structuur en orde in je leven te brengen te midden van de chaos van kinderen opvoeden. Spijtig genoeg denken we dat we goede ouders zijn als we een strakke routine hebben, maar ironisch genoeg is het net omgekeerd.’ Angst en het ouderschap lijken dus hand in hand te gaan. Mijn eigen controledrang komt alleszins voort uit de angst dat de boel anders ontploft. Maar het gevaar loert dat als je je kinderen nooit toelaat om iets te verprutsen, ze ook geen veerkrachtige volwassenen met genoeg zelfvertrouwen zullen worden.