Icone citation

‘In België en Nederland doen veel mensen al wat ik schrijf. Ik heb het theoretische kader geschapen voor het leven dat ze al vormgeven’

Als er één econome is die de laatste jaren de aandacht trekt, dan is het Kate Raworth. En wel omwille van haar originele kijk op datgene wat onze wereld draaiende houdt – of moeten we zeggen: vierkant laat draaien? ‘We kunnen niet eeuwig groeien’, is haar leuze en ze bedacht daarom haar vermaarde, meer rechtvaardige ‘Donuteconomie’. Een gesprek over de kracht van humor, het empoweren van vrouwen, oude, mannelijke economen en het moederschap.

Tekst Sigyn Elst

Een overvolle trein en mijn telefoon rinkelt. Ik zie landnummer 44 verschijnen op het scherm, Groot-Brittannië. ‘Hi, this is Kate Raworth’ zegt een vriendelijke stem. De Brusselse boekhandel waar de uitgever ons gesprek heeft gepland, is blijkbaar nog niet open. Kate staat voor een gesloten deur, en het regent. Tot overmaat van ramp moet ik haar melden dat ik al een halfuur stilsta in een geblokkeerde trein, net voor Brussel-Centraal. Ze stelt voor om de afspraak te verplaatsen naar de lobby van haar hotel waar we elkaar even later – met 40 minuten vertraging weliswaar – ontmoeten. Ze zit ontspannen in een hoekzetel, de laptop opengeklapt op het tafeltje, terwijl ze schrijft in een rood Moleskine-notitieboek. Het is al de derde keer op een jaar tijd dat ze België bezoekt, twee keer naar aanleiding van Ecopolis, de jaarlijkse bijeenkomst van auteurs die nadenken over de transitie naar een sociaalecologische samenleving.

Vorig jaar was Kate Raworth een van de gastsprekers, dit jaar werd ze opnieuw uitgenodigd. ‘Niet dat ik veel nieuws te vertellen had, maar het wijst er wel op dat België een land is waar het verhaal van de donut ingang heeft gevonden. Er is een sterke verbintenis. Ik krijg meer uitnodigingen uit België en Nederland dan uit andere Europese landen. Dat komt volgens mij omdat ze een aantal progressieve steden hebben zoals bijvoorbeeld Gent waar veel mensen al doen wat ik schrijf. Ik heb het theoretische kader geschapen voor het leven dat ze al vormgeven. Een van mijn favoriete herinneringen is de jonge vrouw die me op een boekenbeurs een handtekening kwam vragen in haar boek. Haar vader had het gekocht, gelezen en aan haar doorgegeven met de woorden ‘ik denk dat ik eindelijk begrijp waar jij mee bezig bent’. Donut-familietherapie dus (lacht). De vader kreeg meer inzicht en begrip voor de drijfveren van zijn dochter. Dat was echt een heel sterk moment.”

Wat is de impact op jouw persoonlijke leven geweest van de publicatie van je boek?

Kate Raworth: ‘Toen ik het schrijfproces startte, tweette ik dat ik een boek ging maken over een nieuwe manier van economisch denken. Stuur me al jullie ideeën maar door, las het bericht. Ik kreeg zo veel input van zo veel verschillende mensen dat ik op een zeker moment verloren was. Ik was overweldigd en heb er even aan gedacht om alles af te blazen. Het voelde aan als iets dat té groot was.

Een tijd later zat ik in een café in Oxford en plots kreeg ik het inzicht dat alle informatie die ik wilde vertellen in zeven stappen kon worden opgedeeld. Dat voelde aan als een openbaring. Ineens had ik een glashelder idee van het verhaal dat ik wilde vertellen. Later hoorde ik dat veel schrijvers door een fase gaan waarin ze zich compleet verloren voelen. Een vriendin van me zei dat ik in de ‘vruchtbare leegte’ zat, een begrip uit de gestalttherapie dat aanduidt dat je in een moment zit van niet-weten, totale verlorenheid. Van hieruit worden nieuwe inzichten geboren.’

Icone citation

‘Het donutdiagram is een visie op de essentie van menselijk welzijn. De voorwaarden daarvoor zijn: affectie, creativiteit, bescherming, voedsel, onderdak, bezittingen, …’

Het donutmodel komt met een nieuw economisch verhaal dat minstens zoveel in beelden als in woorden wordt verteld. Waarom?

KR: ‘Ongeveer de helft van de zenuwbanen in ons brein is gelinkt aan de ogen. Onze ogen zijn altijd op zoek naar betekenis. Het is dus vreemd dat we zo veel boeken schrijven zonder beelden. Toen ik de donut voor het eerst tekende, was ik overweldigd van het aantal reacties die ik op zo’n eenvoudige schets kreeg. Het leerde me hoe krachtig een beeld kan zijn.’

Je zegt dat de donut ons voorziet van een kompas voor de 21steeeuw. Het is dus eerder een levensstijl dan een zuiver economisch model, klopt dat?

KR: ‘Ja, het donutdiagram is een visie op de essentie van menselijk welzijn. De voorwaarden daarvoor zijn: affectie, creativiteit, bescherming, voedsel, onderdak, bezittingen, … heel veel zaken dus.’

Wat me opvalt, is dat er niet wordt gesproken over psychisch welzijn, nochtanseen thema dat zich noodzakelijkerwijs erg opdringt in de huidige samenleving.

KR: ‘De reden waarom dat niet mee in de donut zit, is omdat ik ben vertrokken van de Duurzaamheidsdoelen (de globale ontwikkelingsagenda voor 2030, vastgelegd door de Verenigde Naties, nvdr), omdat ik niet wilde dat iemand me kon verwijten dat ik er waarden had bijgehaald waar geen internationale overeenstemming over bestaat. De Duurzaamheidsdoelen zijn gegroeid uit de Millenniumdoelstellingen die op hun beurt gebaseerd zijn op de Mensenrechten die eind jaren veertig werden vastgelegd, een tijd dat er nog niet veel bezorgdheid, noch kennis bestond over psychisch welzijn. Het ging er vooral over dat iedereen recht heeft op voldoende voedsel, inkomen, een dak boven het hoofd. Maar, geloof het of niet, ik was net nog wat aan het tekenen … (ze neemt haar rode boekje). Kijk, ik schetste juist een aanvulling bij de donut: de ultieme menselijke aspiraties, het psychologisch floreren. De donut is eigenlijk de basis van waaruit menselijk welzijn ontstaat. Dat gaat niet zonder de basisvoorwaarden, maar ook niet als we de planeet vernietigen zoals we nu bezig zijn. De psychologische dimensie is zeker een derde dimensie van de voorwaarden voor welzijn. Ik zie in die derde dimensie zaken zoals cultuur, veerkracht, verbondenheid tussen mensen maar ook tussen mensen en de planeet.’

Icone citation

‘Toen ik de donut voor het eerst tekende tijdens een presentatie voor een ernstig gezelschap van met name mannelijke wetenschappers, had ik stress’

Hoe verklaar je zelf het succes van je boek?

KR: ‘Mensen begrijpen wat ik vertel. De meeste van hen waren nooit van plan om ooit een boek te lezen met een titel waarin het woord economie voorkomt.’

De toevoeging van het woordje donut zit daar misschien wel voor iets tussen?

KR: (fel) ‘Precies. Het beeld roept bij iedereen iets op. Toen ik de donut voor het eerst tekende tijdens een presentatie voor een ernstig gezelschap van met name mannelijke wetenschappers, had ik stress. Ik dacht dat de kans groot was dat ze me beleefd zouden zeggen “Thank you dear, please sit down now”. Maar nee, een van hen zei: “Dit is het diagram dat we missen” en ook de anderen knikten en mompelden goedkeurend. Wat een verrassing was dat. Over het algemeen kan ik zeggen dat de meesten heel speels waren in hun reacties op de donut. Op een of andere manier zit er humor vervat in het beeld, dat heeft zeker geholpen, ook om mensen die nooit van plan waren om een boek over economie te lezen toch te overhalen om dit een kans te geven. Maar ook om een en ander los te weken bij collega-economen. Al waren er evengoed een aantal oudere, mannelijke collega’s die heel hooghartig deden en zich openlijk afvroegen: ‘”Is Kate eigenlijk wel een econome?”. Dan vraag ik me af: hoe bedreigd voel jij je als je zo neerbuigend moet doen over mij? En zou je dat ook doen mocht ik een man zijn?’

Heb je hen dat gevraagd?

KR: ‘Nee, dat heb ik niet gedaan. Ik denk dan liever aan de uitspraak van Michelle Obama: “When they go low, we go high”.’

Je zegt dat extreme ongelijkheid mensen voorbij de grenzen van de donut duwt. Herverdeling is noodzakelijk om iedereen binnen de veilige en rechtvaardige ruimte te houden. Heb jij daartoe zelf stappen ondernomen?

KR: ‘Ik ben vegetariër sinds mijn zestiende. Van mijn moeder moest ik wel vis blijven eten maar ook dat heb ik ondertussen opgegeven. Mijn partner en ik hebben meteen na de aankoop van ons huis zonnepanelen op het dak gelegd. We gaan binnenkort afscheid nemen van onze auto, iets wat we eigenlijk al langer willen maar dat enig denkwerk vereist met twee jonge kinderen. Ik ben nu heel overtuigd en ga me lid maken van een deelwagensysteem in de buurt waarbij verschillende gezinnen samen één elektrische auto delen. Wij gaan nooit op vliegvakantie, soms moet ik dat wel uitleggen aan mijn kinderen als ze op school horen naar welke uithoeken van de wereld hun klasgenoten al geweest zijn.’

Soms lees je in de media dat toerisme een belangrijke bijdrage levert aan het inkomen van lokale gemeenschappen.

KR: ‘Wel, ik vind het toch eerder gevaarlijk om je safari te verantwoorden als een gunst ten aanzien van de armen in Afrika. Als we echt kwaliteit willen voor iedereen, moet er iets gebeuren aan de structuur van de handelsrelaties en de manieren waarop grote bedrijven nog steeds aanwezig zijn in bepaalde landen. Ik heb in de vroege jaren negentig een tijd voor de overheid van Zanzibar gewerkt in de toeristische sector die daar toen volop op dreef kwam. Ik zag toeristen aankomen en ik zag vooral hoe de lokale bevolking daar eigenlijk niets aan overhield. Aan de kust werden hotels gebouwd en werd het voor gewone mensen onmogelijk om nog een stuk grond te bemachtigen of een graantje mee te pikken van de visserij. Dat vloeide allemaal naar het toerisme. Ook bepaalde lokale bouwmaterialen werden erg duur omdat daarnaar grote vraag was voor de bouw van nieuwe hotels. Gewone mensen moesten wegtrekken, er bleef voor hen niet veel meer over. Dat is een keerzijde van het toerisme. Airbnb is nog zoiets. Besef je wel hoezeer dit fenomeen de lokale prijzen van de huizen de hoogte in duwt?’

Je boekt heeft veel aandacht voor onbetaalde arbeid die traditioneel nog steeds vooral door vrouwen en moeders wordt verricht. Je stelt ook aan de kaak dat deze arbeid decennia lang door de grootste economen werd vergeten.

KR: ‘De waarde van hun arbeid werd nooit erkend. Daarom vertel ik onder meer het verhaal van de invloedrijke econoom Adam Smith die zelf bijna heel zijn leven bij zijn moeder heeft gewoond, die heel haar leven voor hem heeft gekookt, gewassen en gepoetst terwijl hij zijn denkwerk kon doen. Nooit heeft hij in zijn economisch model ook maar iets van aandacht gehad voor haar arbeid.

Ik wil hier opnieuw aan de hand van speelse anekdotes en met wat humor een aantal zaken aankaarten. Elke vrouw die dit leest, zelfs zonder enige kennis van economie, ziet dat dit onbegrijpelijk is. Hoe kon Smith dit niet gezien hebben? Wel, vanaf dag één van het ontstaan van economische principes, is dit werk niet erkend geworden. Door aan vrouwen ook vandaag nog dit soort verhalen te vertellen, wil ik hen empoweren.

Toen mijn tweeling nog klein was, was mijn meest waardevolle machine een fiets met twee kinderzitjes, eentje vooraan en eentje achteraan. Zo kon ik de stad rondtrekken. Ik noemde het mijn vrijheidsmachine. Op dat moment begreep ik heel helder het probleem met gender en technologie. Denk aan vrouwen in ontwikkelingslanden die water moeten halen, vuur maken om te koken maar ondertussen voortdurend hun kinderen rond zich hebben. De technologie is daar niet aanwezig om de last van onbetaalde arbeid enigszins te verlichten. Ontwikkelaars stoppen miljoenen in het design van een volgende luxueuze sportauto maar op de ontwikkeling van technologie om het leven van de meest kwetsbare mensen te ontlasten, wordt niet ingezet. Hier zien we eindelijk zaken als bakfietsen opkomen, zelfs in Oxford waar ik woon, zie je ze. Maar evengoed cargofietsen voor mensen die minder afhankelijk willen zijn van een auto. Eindelijk ontdekt de technologie mensen die onbetaalde arbeid verrichten of anders in het leven willen staan. Maar hoe lang heeft dat geduurd?

Icone citation

‘Wees geen optimist, noch een pessimist, maar een activist. Besef dat je actief kan zijn, dat je deel bent van een netwerk, en dat je invloed hebt, heel veel invloed’

Die transitie is hier op gang gekomen, maar lang nog niet in ontwikkelingslanden. De rechten van moeders worden al iets meer gewaardeerd, Zweden is een van de weinige landen waar het zwangerschapsverlof een jaar duurt én mag opgedeeld worden tussen de moeder en de vader. Dit is een mega-belangrijke stap om mannen meer te betrekken bij onbetaalde arbeid en hen te laten inzien hoe zwaar en emotioneel uitputtend werk dat kan zijn. Het leidt volgens mij ook naar meer empathie binnen een koppel. Het is toch logisch dat mannen, als ze echt zes maanden lang alleen voor het huishouden en het gezin hebben ingestaan, nadien nooit meer zullen zeggen dat hun vrouw ‘maar’ thuis blijft om voor de kinderen te zorgen.’

Wie zorgt er nu voor jouw kinderen?

KR: ‘Mijn echtgenoot natuurlijk. Wij verdelen alle zorg voor de kinderen en het huishoudelijke werk eerlijk, hij was daar van het begin heel drastisch over. We doen dit met twee in volledige gelijkheid. Ik ben een jaar thuisgebleven na de geboorte van de tweeling en heb ervan genoten om de wereld even niet meer te volgen. Mijn kinderen waren altijd bij mij, maar toen ze een jaar oud waren, merkte ik dat ze vaker van mij weg begonnen te kruipen. Ik vond dat heel symbolisch. Ze kwamen meer los van mij, wilden gaan ontdekken. Toen heb ik mijn werk opnieuw opgenomen. Omdat ik even afstand had genomen van de voortgang van de wereld kon ik opnieuw met een frisse blik kijken, dat was een sterke ervaring.’

Je citeert in je boek de Amerikaanse milieuwetenschapper Jared Diamond die de toenemende sociale ongelijkheid en ecologische schade een blauwdruk voor problemen noemt. Ben je pessimistisch?

KR: ‘Nee, ik ben niet pessimistisch, maar ik ben ook niet optimistisch, want het gevaar is dat dit laatste mensen te relaxed maakt. Het gevaar van pessimisme is dan weer dat het mensen een gelaten houding geeft, het is toch allemaal om zeep. Wees dus geen optimist, noch een pessimist maar een activist. Besef dat je actief kan zijn, dat je deel bent van een netwerk, dat je invloed hebt, heel veel invloed.’

Meer lezen?

Donuteconomie, in zeven stappen naar een economie voor de 21eeeuw (2017, uitgeverij Nieuw Amsterdam).

 

Wat is donuteconomie?

Kate Raworth pleit in Donuteconomie voor een evenwicht waarin de economie balanceert in ‘het deeg’ van de donut. De buitenste rand overschrijden (de ecologische bovengrens) tast de planeet aan, de binnenste rand onder druk zetten (de sociale ondergrens) gaat ten koste van de meest kwetsbare gemeenschappen. Kort gezegd gooit Raworth verschillende basisprincipes van de klassieke economie helemaal om, waaronder het volgens haar ‘onhoudbare model’ van noodzakelijke groei van het bruto binnenlands product en het ‘achterhaalde beeld’ van de homo economicus (met dollartekens in de ogen). Raworth pleit voor een nieuwe economie die voorziet in de behoeften van iedereen en rekening houdt met de uiterste mogelijkheden van de planeet en de natuurlijke hulpbronnen.

Zelf noemt ze haar donut ‘een kompas voor de 21e-eeuw’ waarmee ze tevens aanduidt dat het model een beginpunt is dat open staat voor verdere aanvulling en interpretatie. Net daarom reist ze meer dan een jaar na de publicatie van haar boek nog steeds de wereld af naar plekken waar ze de interesse van mensen heeft gewekt om ‘deze energie te benutten en verder te bouwen aan een wereld die zich voor iedereen binnen de veilige en rechtvaardige ruimte van de donut zou kunnen afspelen.’

Het boek schetst zeven stappen naar een 21e-eeuwse economie, maar begin 2019 organiseert ze een wedstrijd voor studenten met de vraag om een achtste stap te bedenken. ‘Ik wil dat het donutverhaal openblijft, dat het een dynamisch proces is.’