Joris Hessels: “Ik wil rust in mijn hoofd”
Boy next door-charme, warme stem en gulle lach: dat is Joris Hessels ten voeten uit. Hij is acteur van opleiding, gelauwerd tv- en radiomaker en allemansvriend tegen wil en dank. ‘Ik heb erg de reflex van “ik moet iedereen bij elkaar houden”, vanuit een groot verantwoordelijkheidsgevoel.’
Tekst: Valérie Du Pré – Foto’s Johan Jacobs – Visagie Leonie Gysel
Op anderhalve meter afstand van elkaar kraken we koffiekoeken van de beste bakker van Gentbrugge, Bernard. Tussen bladerdeeg en bulderlach voelt televisie- en theatermaker Joris Hessels zich thuis en laat hij ongegeneerd in zijn binnenkant kijken. Eén vraag en de beste vriend van Vlaanderen is vertrokken voor een duik in de diepte.
Hoe gaat het, Joris?
JH: ‘Het gaat goed, al moet ik wel zeggen dat de donkere dagen en de aanslepende coronaperikelen er hebben ingehakt. Ik mis lichtheid in mijn hoofd, in mijn leven en in het straatbeeld. Ik merk het bij veel mensen, een soort donkerte. De energie is een beetje op. We doen met z’n allen ons best om recht te blijven en zo goed mogelijk met de situatie om te gaan, maar onze veerkracht wordt op de proef gesteld. Mijn grootste bezorgdheid gaat uit naar de psychisch kwetsbaren. Er is ook zo veel eenzaamheid. Dat vind ik heftig om te zien. Het is iets dat in al mijn televisieprogramma’s terugkomt: de pijn van het niet verbonden zijn. Alles wat ik de voorbije jaren heb gemaakt – Radio Gaga, De Weekenden, Gentbrugge – en alles wat ik nog ga maken, draait om verbinding. Je gezien en gehoord voelen. Dat vertrekt vanuit mijn eigen angst. Ik ben als de dood om stil te vallen en alleen te zijn. Eigenlijk kun je me leren kennen aan de hand van de vragen die ik stel.’
Zonder verbinding wordt het donker in je hoofd. Wat houdt die donkerte in?
JH: ‘Dan ben ik nog strenger voor mezelf ben. Dan zit ik vast in gedachten die eindeloos in cirkels draaien en kan ik heel zelfdestructief zijn. Ik heb van nature al geen hoge pet op van mezelf. Als ik ’s avonds mijn ogen sluit, krijgt mijn falen als vader, als partner, als collega of als vriend de bovenhand. Daar gaat enorm veel energie naartoe. Wanneer ik uitzoom, zie ik dat ik heel mild ben voor anderen en dat ik veel steun bied. Maar hoe milder ik ben voor anderen, hoe strenger ik ben voor mezelf en hoe minder zelfzeker ik me voel. Ik krijg best veel bevestiging, maar dat is een bodemloos vat, die zelftwijfel blijft. Idioot eigenlijk, want ik mag al jaren doen waar ik altijd van gedroomd heb en ik krijg daar erkenning voor. Rationeel weet ik het wel, en ik kan het goed benoemen, maar dat zijn patronen waar je in vastzit. Daar werk ik al jaren aan, samen met mijn therapeut. De ene dag lukt het me beter dan de andere, maar op dit moment vind ik het moeilijk om te geloven dat mensen me graag kunnen zien. Ik zie niet in waarom ik dat zou verdienen. Tegelijk is het een zegen om die twijfel te voelen, want dankzij mijn sterke voelsprieten herken ik het meteen bij een ander en kan ik die persoon alvast optillen. Maar in de mediawereld voel ik me vaak heel klein. Je moet constant aanwezig zijn. Ik heb er altijd van gedroomd om voor televisie te werken, maar tegelijk wil ik er heel hard van wegrennen. Oh nee, zie mij hier staan naast Tom Waes en al die andere big shots, denk ik dan.’
Waarom vergelijken? We hebben al een Tom Waes, de wereld heeft een Joris Hessels nodig.
JH: ‘Dat weet ik niet.’
Ik wel.
JH: (lacht) ‘Tom Waes heeft ooit gezegd dat De Weekenden een programma is dat hij zelf had willen maken. Dat compliment deed me heel veel deugd, want De Weekenden is me ongelofelijk dierbaar. Na Radio Gaga wou ik meer in de diepte gaan en de kracht van een groep voelen. Ik wou iets maken in de stijl van de Amerikaanse televisieserie This Is Us: een serie over het leven, met prachtige personages, met lachen en bleiten. Naar mijn gevoel was dat gelukt, maar De Weekenden had niet dezelfde impact als Radio Gaga. Ook in de pers werd het eerste seizoen wat weggezet als Château Misère, serieuze-problematieken-televisie. Dat vond ik jammer. Ik wil geen Tom Waes zijn, maar hij heeft wél een sterke positie in het medialandschap. Hij kan bij wijze van spreken een boterham met choco smeren en dan nog wordt dat uitgezonden op zondagavond en kijken daar anderhalf miljoen mensen naar. Dat is een unieke positie om verhalen te vertellen voor een heel breed publiek. Je kunt mensen een inkijk geven in werelden die ze niet of nauwelijks kennen. Je kunt anderhalf miljoen mensen doen nadenken over thema’s die niet voor iedereen evident zijn, zoals de psychiatrie. Ik werk enorm graag voor Canvas, maar soms voelt het een beetje als preken voor eigen parochie. Ik zou graag verhalen vertellen die verder geraken, tot bij mijn grootmoeder, gesteld dat zij nog zou leven. Maar ik denk dat de positie die ik nu heb de hoogst haalbare is. Er zijn zo veel witte mannen van veertig jaar die doen wat ik doe op televisie: Dieter Coppens, Wim Lybaert …’
Saboteer jij jezelf, Joris? Pas als je groot denkt, worden grotere dingen mogelijk.
JH: ‘Dat zal wel zelfbescherming zijn, om mezelf alweer een teleurstelling te besparen. Ik heb al een paar keer op het punt gestaan om iets te maken voor een bredere zender maar dat is niet doorgegaan. Anderzijds ben ik blij dat ik programma’s mag maken voor een zender waar fantastische series lopen en waar ook mijn grote held Louis Theroux te zien is. Er is bij Canvas een vertrouwen dat eindelijk bestendigd wordt. Momenteel is er sprake van een derde reeks van De Weekenden. Ik was het eerst niet van plan want het is een intensief proces, maar ik heb het gevoel dat dat programma eindelijk is thuisgekomen. Uit de keuze van de deelnemers kun je trouwens afleiden wat mij op dat moment in mijn leven bezighoudt. “Ik ben het niet waard om gezien te worden” is een thema dat dit seizoen heel vaak is teruggekomen. Zo vaak dat ik dacht: het is wel heel toevallig dat ik mezelf dat bij de therapeut ook hoor zeggen …’