Is jouw kind al aan de yoga?
Fantasie krijgt vrij spel
Psychomotorisch kinesitherapeute Sofie Van Tichelen heeft yoga bewust een plaats gegeven in haar multidisciplinaire groepspraktijk De Parachute, en benadrukt dat yoga bijdraagt aan de psychomotorische ontwikkeling maar ook aan het welbevinden van kinderen. Dat weet ze uit wetenschappelijke literatuur waarin het effect van aanraken op hechting is beschreven, net als de positieve effecten van yoga op gezondheid, sociale gedragingen en lichaamsbesef. Maar Van Tichelen spreekt vooral uit ervaring. ‘Zelf heb ik besloten om yoga te gaan doen omdat ik op een vaak te perfectionistische manier mijn werk – in de praktijk en op een school voor buitengewoon onderwijs – combineer met het ouderschap. Dat betekent weinig vrije tijd en een hoge werkdruk. Je blijft constant zoeken naar een evenwicht. Ik weet als kinesitherapeute heel goed dat het belangrijk is om fysiek actief te blijven. Uiteraard zou ik kunnen gaan lopen, maar ik heb bewust gekozen voor yoga. Het is niet uitputtend, ik kan er energie uit halen en het geeft rust in mijn hoofd. Ideaal om in evenwicht te blijven.’
Ze realiseerde zich dat de combinatie van energie die vrijkomt enerzijds en mentaal en fysiek juist tot rust kunnen komen anderzijds ook belangrijk is voor kinderen. Er volgde kinder-ouder yogales met haar eigen kinderen en een opleiding tot kinderyogadocent. Dat bleek de missing link te zijn in haar eigen praktijk, waar ze ontwikkeling stimulerend en remediërend met kinderen werkt. ‘Er wordt altijd ergens naartoe gewerkt met een kind, wat neerkomt op prestatiegericht werken. Maar voor kinderen die in de knoop zitten, die moeilijk contact maken, die goed beseffen dat ze anders zijn of met moeilijkheden kampen en daarom therapie volgen, is yoga een verademing’, merkt Van Tichelen op. ‘Kinderen ervaren het als een leuke activiteit. De focus ligt niet meer op de problemen, terwijl het secundair wel een positief effect heeft op het functioneren van het kind.’
Ze onderscheidt kinderen met een internaliserende problematiek en kinderen met een externaliserende problematiek. Kinderen met een internaliserende problematiek hebben de neiging om zich terug te trekken, innerlijke onrust te ervaren. Soms zijn ze angstig, depressief of hebben ze psychosomatische klachten. Kinderen met een externaliserende problematiek hebben weinig controle over hoe ze emoties uiten, gaan vaak in conflict, kunnen agressief, overactief en ongehoorzaam zijn. Voor de eerste groep kan yoga rust en verbinding brengen doordat de focus ligt op prestatieloos bewegen en samen zijn. Voor de tweede groep kan het meer rust, discipline en focus genereren. ‘Naast de groep kinderen met een specifieke problematiek, is yoga eigenlijk aan te raden voor alle kinderen, van peuter tot adolescent. Je leert er in contact te komen met je innerlijke “ik”, je komt even los van je drukke leventje en beleeft vooral veel plezier in groep’, concludeert ze.
Een yogales voor kinderen ziet er overigens heel anders uit dan een yogales voor volwassenen, die bestaat uit het samen beoefenen van yogahoudingen met aandacht voor ademen en ontspanning. In een les kinderyoga komen verhalen en thema’s aan bod. Er wordt sterk ingespeeld op fantasie, verbeelding, speelsheid en creativiteit. ‘De energie van kinderen krijgt ruimte. We gebruiken yogaverhaaltjes en -rijmpjes,’ vertelt Leen Demeulenaere, ‘maar ook open momenten zijn belangrijk. Niet alles vastleggen. We corrigeren bijvoorbeeld niet als een kind niet precies in een bepaalde houding gaat liggen of zitten. Alleen als hij iets doet wat niet goed is voor zijn ruggengraat grijpen we in.’