Iedereen non-binair!
Alles is een continuüm. Alles en iedereen bevindt zich telkens ergens op een lijn tussen twee polen. Als je dat eenmaal doorhebt, wordt het woordje ‘normaal’ plots heel relatief. Neem nu het gegeven ‘non-binair’, over mensen die zich niet man, niet vrouw voelen, maar ergens tussen die twee polen. Is dat echt zo uitzonderlijk, vraag ik me dan af. We staan er waarschijnlijk zelden bij stil, maar wie voelt zich altijd honderd procent vrouw of honderd procent man?
Neem mezelf, ik heb best wel wat mannelijke trekjes. Ik kan goed kaartlezen, bijvoorbeeld. En vraag me niet om te multitasken, want ik kan maar één ding tegelijk. Sterker nog: als ik in mijn tuin bezig ben, voel ik me een echte vent. Honderd procent vrouw? Vaak wel, of toch negentig procent, maar niet altijd. Regelmatig glijd ik wat naar de andere kant van dat continuüm, en dan weer terug. Ik doe er niets speciaals voor, het gebeurt vanzelf en ik voel me er absoluut niet raar of abnormaal bij … Bekijken we het eens andersom: stel dat we ons altijd honderd procent vrouw of man zouden voelen, riskeren we dan geen karikatuur van onze eigen sekse te zijn? Of nogal eenzijdig en dus saai, beperkt? Lullig, truttig? Om het even met concrete woorden te zeggen.
Carl Gustav Jung, een van de grootste psychiaters aller tijden en grondlegger van de analytische psychologie, zag als hoogste doel van persoonlijke ontwikkeling de vereniging van het mannelijke en vrouwelijke principe in één persoon. In jezelf, dus. Hij noemde dat de integratie van de animus en de anima. Volgens Jung heeft elke man in zijn onbewuste een vrouwelijke kant, de anima, en elke vrouw in haar onbewuste een mannelijke kant, de animus. Zolang die andere kant in het onbewuste verborgen zit, blijft de persoon in kwestie onderontwikkeld. En dat vond Jung, al leefde hij in een tijd dat de papieren briefwisseling nog hip was, niets om over naar huis te schrijven.
Misschien is het ook niet erg boeiend, die stereotypen? Kijk naar onze popcultuur, grote idolen hebben vaak een androgyne of genderfluïde uitstraling. David Bowie, Prince, Madonna, Annie Lennox, Michael Jackson en zelfs Billie Eilish. Ze verbinden het mannelijke en vrouwelijke principe, yin en yang. En niets in het universum is volledig yin of yang, zegt de Tao.
Maar we moeten het zo ver niet zoeken. Onze topdokter-uroloog Piet Hoebeke zei nog niet zo lang geleden tijdens het Canvas-programma Winteruur: ‘Wij zijn niet binair’. Hij vertelde over de discriminatie van transgenders en dat hij hoopt dat de maatschappij meer non-binair gaat denken, dat mensen die zich thuis voelen in dat gebied tussen man en vrouw meer aanvaard zouden worden. En waarom niet? Als psychotherapeut heb ik geleerd te normaliseren en alles en iedereen vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Een van de meest gestelde vragen in de therapieruimte is immers deze: ‘Ben ik wel normaal?’. Mensen zijn zo bang om niet normaal te zijn. Daar zit natuurlijk iets.
Niet normaal is afwijkend van de norm, maar wat is de norm? Misschien zijn die mensen die we als afwijkend bestempelen wel normaler dan we denken. Misschien projecteren wij wel onze beangstigende en eigenaardige trekjes op hen, zodat zij in marginale hokjes belanden en wij onszelf normaal kunnen vinden. Daarom breek ik graag een lans voor onze non-binaire medemens. Want zo ‘anders’ is die niet. Ik verkies een wereld die inclusief en kleurrijk is, en waar iedereen zich gewoon zichzelf mag voelen. Zo simpel kan het zijn. Echt.
Tanja Dierckx is hoofdredacteur van PSYCHOLOGIES
Foto: Carmen De Vos