Huilerig, hangerig en humeurig in Tent Oost
Geen betere plek dan een camping om wat inzicht te krijgen in de opvoedingsstijl van anderen. Wij streken neer in Zeeland, op een boerderij. Onze tent was omringd door andere tenten, die ik voor het gemak maar even Tent Noord, Tent Zuid en Tent West zal noemen. In Tent Noord hadden ze te maken met een prille kleuter, van het formaat tussen mijn uit de kluiten gewassen Kleuter en mijn Peuter in. Het kind was geregeld in een staat die de ouders als ‘hysterisch’ bestempelden, en waar ik – koffie drinkend voor mijn tent met een kip als toevallige passante – een heel klein hartje van kreeg, omwille van de wanhoop die ik ontwaarde in het gekrijs. Het kind werd in de hoek gezet – ja, ook tenten kunnen hoeken hebben – tot het ‘wat gekalmeerd was’. Uiteraard is een kind dat helemaal over de rooie is niet in staat om zichzelf te kalmeren, dat wil alleen maar beschermende en begrenzende armen om zich heen. Dus werd de paniek alleen maar groter en regelmatig klonk er een steeds meer door merg en been gaand ‘mamaaaaaaaa’ over de akkers. In Tent Zuid huisde een meisjesgezin. Mama, mams en drie dochters. De tent blonk vanbuiten en vanbinnen, er werden marshmallows geroosterd en gezelschapsspelletjes gespeeld, in opperste harmonie. Als ik het kort zou moeten omschrijven, zou ik zeggen dat het ging om het prototype ‘warm nest’. Graag was ik daar naartoe verkast. Tent West bevatte een laat-maar-waaien-gezin. Een stel volwassenen dronk overdag koffie aan de picknicktafel. Rond drie uur schakelden ze om naar wijn. De kinderen vermaakten zich in de wijde omgeving. Toen er ééntje huilend troost kwam zoeken na een hondenbeet, werd er eerst geschaterd en dan geknuffeld. Ik had tijdens de vakantie in ons gezin te maken met een 3H-peuter. De theorie over de ontwikkelingssprongetjes die men kan nalezen in Oei, ik groei betwijfel ik licht, maar het is erg gemakkelijk om in fases waarin je denkt dat je een monster op de wereld hebt gezet, te besluiten dat het een ‘sprongetje’ is. Een sprongetje in de ontwikkeling kenmerkt zich door de drie H’s, zijnde huilerig (check!), hangerig (check!!) en humeurig (check!!!). Kortom, de peuter was in een toestand waarbij anderen je aankijken met een blik die zegt: ‘ik zou wat strenger zijn’ of ‘als je altijd toegeeft, krijg je zo een kind’. Een 3H-peuter heeft nood aan de 3R-aanpak: rust, reinheid en regelmaat. Dat komt uit een andere opvoedingsklassieker. Helaas is dat op een camping moeilijk te realiseren. Dus ging ik voluit voor wat me het beste ligt en waar ik zelf als moeder achter sta: een aanpak die aanleunt bij ‘natural parenting’. Concreet betekent dat dat ik meestal met een snotterig jongetje op mijn arm stond, dat ik er telkens gehoor aan gaf als hij zijn armpjes naar me uitstrekte, dat ik al zijn angsten voor kippen, koeien en vliegen serieus nam, en dat we samen in één bed sliepen – net zoals thuis overigens – met zijn voetjes in mijn hand en zijn hoofd in mijn oksel geduwd. Ook na kinderbedtijd bleken de verschillen tussen de tenten groot. In Tent Zuid klonk er gezellig geroezemoes en het gooien van dobbelstenen. In Tent Noord bleef het ijzig stil nadat het ‘hysterische’ kind van uitputting waarschijnlijk in de hoek in slaap was gevallen. (Ik zag de vader twee dagen voor het beoogde einde van de vakantie met een kruiwagen vol bagage en op elkaar geklemde kaken naar de auto lopen.) In Tent West werd het gezelliger en luider naarmate de avond vorderde en de flessen leger werden. En ik? Ik zat voor het vuur, belde met de baas en probeerde de bijna lege batterij van mijn iPhone te snel af te zijn door nog zo veel mogelijk mailtjes te beantwoorden. Euh … Tja. Wat kan ik zeggen? Geen betere plek dan een camping om wat inzicht te krijgen in jezelf.