Het leven als tweede kans: weer opstaan na een crisis
Wat doe je als het leven je een uppercut geeft en je voor dood achterlaat? Jeroen, Kurt en Marjolein incasseerden de klap, krabbelden overeind en zagen dat hun wereld een heel andere plek geworden was.
Tekst Barbara Seynaeve – illustratie Mattias de Leeuw
Het was geen keuze, geen eigen beslissing en al zeker geen weloverwogen besluit. 75 % van de mensen krijgt ooit, zonder dat ze het zien aankomen, met zware tegenslag te maken. Dat schrijft Stephen Joseph in zijn boek De kracht van tegenslag. Het kan de dood van een geliefde zijn, een ziekte of accident. Het kan een faillissement zijn, een natuurramp of een toevallige samenloop van omstandigheden.
Hoe herstel je van zo’n klap? Ben je nog dezelfde? En als het antwoord nee is, kan je dan opnieuw dezelfde worden? Joseph schuift de theorie van de gebroken vaas naar voren. Stel je voor dat je een kostbare vaas op een ereplekje in huis hebt staan. Op een dag stoot je die per ongeluk om, en ze breekt in duizend stukken. Waren de scherven iets groter geweest had je ze misschien nog kunnen lijmen. Maar deze keer niet. Wat doe je? Probeer je het toch, tegen beter weten in? Veeg je de scherven bij elkaar en gooi je ze in de vuilbak? Of pak je ze op om er iets nieuws mee te maken, zoals een kleurrijke mozaïek?
Aanvaard de schade
‘Als mensen door tegenslag worden getroffen’, aldus Joseph, ‘hebben ze vaak het gevoel dat een deel van hen – hun wereldbeeld, hun zelfbeeld, hun relaties – aan scherven is gevallen. Mensen die het leven weer exact zo in elkaar proberen te zetten als het was blijven gebarsten en kwetsbaar. Maar wie de schade aanvaardt en zichzelf opnieuw opbouwt wordt weerbaarder en staat meer open voor andere levenswijzen.’
Die laatste boodschap dragen we niet voldoende uit, stelt Joseph. ‘Groei na tegenslag wordt vaak een beetje onder de mat geveegd. Als we mensen altijd maar voorhouden dat ze kwetsbaar zijn en hulp nodig hebben wordt dat een self fulfilling prophecy. Wat onderzoek laat zien is dat de meeste mensen die potentieel traumatische gebeurtenissen doormaken relatief veerkrachtig zijn, bestand zijn tegen stressoren of zich vrij snel hernemen en daarna op best hoog niveau functioneren.
Dat is de boodschap die uitgedragen moet worden: dat de meeste mensen bestand zijn tegen de tragiek, het ongeluk en de rampen die hen overkomen.’ Zowel Jeroen, Kurt als Marjolein zijn levende voorbeelden van Josephs overtuiging. In hun verhalen komen de drie elementen naar voren die Joseph als onmisbare voorwaarden beschouwt voor groei na tegenslag: de erkenning dat het leven onzeker is, een flexibele houding ten opzichte van persoonlijke verandering en het inzicht dat ieder van ons een sterke innerlijke kracht in zich draagt.
De Jeroen die ik daarvoor was bestond niet meer, ik moest mezelf opnieuw uitvinden’
Jeroen (28)
‘In een film word je wakker uit een coma en dat is het. Maar in het echt duurt het jaren voor je weer helemaal boven water bent. Moerassig bewustzijn, zo omschrijf ik het. We zijn nu zeven jaar later en ik heb nog altijd momenten waarop ik de invloed van het letsel voel. Fysiek moest ik helemaal van nul herbeginnen. Net zoals een baby leerde ik opnieuw bewegen, lopen en praten. In het begin van de revalidatieperiode was ik een en al woede om wat me was overkomen. Voor mijn val (waardoor Jeroen in coma raakte, nvdr) stond mijn leven in het teken van plezier maken, van feestjes en meisjes.’
‘Maar dat kon ik nu niet meer. De Jeroen die ik daarvoor was bestond van de ene dag op de andere niet meer en ik moest mezelf opnieuw uitvinden. Een eerste sleutelmoment was toen ik besefte dat ik – ondanks alles wat ik al had uitgespookt – in se een goeie gast ben. En dat al die woede eigenlijk het topje van de ijsberg was, dat onder water heel wat pijn zat om wat ik mezelf had aangedaan. Ik stopte met blowen, stopte met drinken en ik ging anders in het leven staan.’
‘Maar het echte keerpunt kwam toen ik inzag dat de vernietiging van mijn leven een geschenk uit de hemel was: ik mocht helemaal opnieuw beginnen, een nieuwe “ik” scheppen! Dat ben ik dan ook steeds bewuster gaan doen. Tijdens mijn reizen in Azië en Zuid-Amerika werd het me almaar duidelijker dat ik er plezier uit haalde om me in te zetten voor anderen en dat ik daar iets mee moest doen. Terug in België schreef ik me in als vrijwilliger voor YAR (Youth at Risk helpt jongeren met een dossier bij de jeugdrechter om hun leven weer op de sporen te krijgen, nvdr) en volgde ik een opleiding integratieve psychologie. Toen is de bal aan het rollen gegaan.’
‘Ik gaf een aantal lezingen, ik ging aan de slag als psychologisch consulent en ik zette mijn eigen praktijk op. Nu inspireer ik mensen met mijn verhaal tijdens lezingen en workshops, en coach ik hen om ook hun leven te ontwerpen. In alles probeer ik om voortdurend te streven naar groei, naar vooruitgang. Niet op een prestatiegerichte manier maar als drijfveer om mijn leven vorm te geven.’
Weten dat het ook anders had kunnen lopen maakt je nederig’
Marjolein (36)
‘Als dit me een paar maanden geleden overkomen was zou ik nu aan een jarenlange revalidatie begonnen zijn. Sinds kort verwijdert een gespecialiseerd team het Kortrijkse AZ Groeninge bloedklonters in de hersenen, en ik was in de buurt van het ziekenhuis aan het werk toen ik een trombose kreeg. Dankzij die operatie kon ik na drie dagen alweer naar huis en ben ik nu, drie weken later, alleen nog een beetje vergeetachtig. Ik kan mijn kinderen van en naar school brengen als vanouds, ik ga opnieuw werken en het lijkt soms alsof er niks gebeurd is.’
‘Maar we zijn nog niet helemaal bekomen van de wetenschap dat het anders had kunnen lopen. Wat als ik in een rolstoel beland zou zijn, zonder nog te kunnen bewegen of praten? Wat als mijn vrouw het allemaal alleen had moeten doen: voor mij en de kinderen zorgen, het huishouden doen, geld verdienen? Maar boven alles komt één vraag bovendrijven: wat als het opnieuw gebeurt? Ik heb tien jaar geleden een zwaar auto-ongeluk gehad, dus na die beroerte ben ik eigenlijk al aan mijn derde kans toe. Dat maakt een mens nederig.’
‘Ik merk dat ik wat minder druk geworden ben, het hoeft allemaal niet meer zo. En ik ga me al zeker niet meer opwinden over futiliteiten. Gaan we ervan dood als er eens geen verse maaltijd op tafel staat? Moet het huis ’s avonds altijd opgeruimd zijn? En is het een ramp als de kinderen niet op hun vaste uur naar bed gaan? Het antwoord is nee. Dat zal ik niet meer licht vergeten.’
Beseffen dat ik niemand iets kwalijk moet nemen haalde me uit mijn depressie’
Kurt (46)
‘Op 31 december 2001 stond ik op een golfbreker en dacht ik dat ik het grote lot gewonnen had. Alles zat me mee. Zes jaar nadat ik was afgestudeerd aan de Royal School of Arts in Londen leidde ik een bureau van zes mensen en organiseerden we wereldwijd prestigieuze tentoonstellingen, mijn vriendin was zwanger, mijn ouders waren gelukkig en ik droomde van meer en groter. Acht maanden later bleef daar niks meer van over. ‘
‘Ik kreeg in juli de diagnose lymfeklierkanker, een maand nadat mijn vader hetzelfde te horen had gekregen. Ik zou het halen dankzij een experimentele therapie, mijn vader heeft het niet overleefd. Mijn zoontje werd geboren twee dagen na mijn eerste chemo, maar mijn vriendin kon de situatie moeilijk aan en een jaar later zijn we uit elkaar gegaan. Ik kon niet werken zoals voorheen en de zaak ging failliet. De wereld werd een draaikolk die alles opslokte. ‘
‘Toen het ziekenhuis me na twee jaar kankervrij verklaarde heb ik nog bijna acht jaar nodig gehad om mentaal te recupereren. Ik keek in de spiegel en herkende mezelf niet meer. Tot voor een paar jaar was ik succesvol geweest, mensen wilden met me gezien worden en de media kwamen regelmatig aankloppen. Mijn identiteit hing daar heel hard mee samen, dus toen dat wegviel moest ik ook op zoek naar een nieuw zelfbeeld. Ik had zeker rancuneuze gevoelens ten opzichte van alle opportunistische mensen die me plots niet meer kenden. Het failliet gaan hielp ook niet echt.’
‘In onze maatschappij is dat een schandvlek die moeilijk weg te poetsen valt. Langzaamaan ben ik uit de depressie gekropen, in de eerste plaats door me te realiseren dat iedereen binnen zijn eigen context denkt en leert. Dat ik niemand iets kwalijk moet nemen. En ten tweede door mijn eigen context zo vorm te geven dat ik opnieuw een eigen stem kon vinden. Een nieuwe relatie, een tweede kindje en een nieuw professioneel traject dat me ongelofelijk boeit maakten me tot wie ik vandaag ben.’