Tegenstrijdigheden in onszelf: weten we nog waar we voor staan?

Andere tijden, andere identiteit

De vraag is of we wel zo’n rechtlijnige wezens zijn, definieerbaar en solide. ‘Er is geen wezenlijke identiteit’, schrijft psycholoog Paul Verhaeghe in zijn boek Identiteit. ‘Wie we worden hangt grotendeels af van onze omgeving. Als veel mensen vandaag de kluts kwijt zijn, dan zegt dat iets over de omgeving. Blijkbaar is die ingrijpend veranderd, en wij bijgevolg ook.’ Maatschappelijke veranderingen, cultureel bepaalde uitdagingen en persoonlijke levenservaringen schudden ons door elkaar en bepalen mee wie we zijn. ‘Op zich is het niet vreemd dat het leven onze zekerheden op tijd en stond uitdaagt door onverwachte gebeurtenissen. Het is juist heel normaal en in het merendeel van de gevallen ook positief’, zegt Verhaeghe. ‘Het omgekeerde zou betekenen dat we in een heel starre samenleving leven, waar verandering nauwelijks tot de mogelijkheden hoort. Als je ervan overtuigd bent dat je identiteit een stabiele, quasi onveranderlijke essentie is, die zich volgens een vastliggend patroon ontwikkelt, dan ervaar je crisissen en tegenstrijdigheden in jezelf als slecht. Maar als je ervan uitgaat dat identiteit een constant evoluerende constructie is, waarvan de evolutie voor een flink stuk afhangt van externe veranderingen, dan horen die erbij. Belangrijke veranderingen, zowel individueel als maatschappelijk, hebben zo goed als altijd te maken met een crisis.’ De Deens-Duitse psycholoog Erik Eriksson noemt een identiteitscrisis daarom ook een ontwikkelingscrisis: het vormt zelfs een voorwaarde voor persoonlijkheidsont­wikkeling, een onvermijdelijke hindernis om tot verdere ontplooiing te komen.