Goede voornemens
Onderzoek heeft aangetoond dat ongeveer de helft van alle volwassenen goede voornemens maken bij de start van een nieuw jaar. Minder dan 10% slaagt er echter in die langer dan een paar maanden vol te houden. De voornaamste reden daarvoor is dat ze zich onrealistische of veel te veel doelen stellen en het zogenaamde ‘valse hoop syndroom’: de onrealistische verwachtingen over de snelheid, hoeveelheid, moeilijkheidsgraad en gevolgen waarmee gedrag wordt veranderd. Volgens Mark Griffiths, Professor Gedragswetenschappen aan de Nottingham Trent University, zijn er wel degelijk onderbouwde methodes om je voornemens te realiseren. Realistisch zijn, bijvoorbeeld. Stop niet radicaal met drinken als je minder alcohol wil drinken, maar doe het geleidelijk aan. En doe één ding tegelijk. Wie fitter en gezonder wil zijn, moet niet meteen stoppen met én drinken én roken én een sportabonnement nemen. Betrek ook anderen in je voornemen. Vertel hen erover en ga het bij voorkeur ook samen aan. En tot slot: zet jezelf niet klem. Een gedragsverandering moet niet noodzakelijk samenvallen met het nieuwe jaar, en een terugval is heel normaal.
Bron: www.iflscience.com
Tekst: Inke Hutse – Foto: Shutterstock