Generatie keuzestress: hoe overleven zonder faalangst?
De titel van je boek verwijst naar Generatie Y, de generatie geboren tussen 1985 en 2000. Waarom hebben zij het zo moeilijk om te kiezen?
RS: ‘We zijn de eerste generatie die is opgevoed met zo veel vrijheid. Onze ouders moesten zich in hun tijd aan veel meer regels houden, maar hebben in de jaren 70 ook de tegenbeweging meegemaakt. Vrijheid is daardoor voor hen het hoogste goed. In onze opvoeding lieten ze de verschrikkelijke regels uit hun eigen jeugd achterwege. Generatie Y heeft dus veel meer ruimte gekregen. Daardoor hebben we het moeilijk met het aanvoelen en stellen van onze grenzen. Verder zijn we opgevoed met een enorme welvaart. Velen van ons hebben een schokvrije jeugd gehad. Als we dan een fout maken of ons niet zo goed voelen, schrikken we. We hebben immers geen ervaring met tegenslag. Zo raken we het spoor bijster.’
Was het voor de vorige generatie dan eenvoudiger om keuzes te maken?
RS: ‘Onze ouders hadden het misschien niet gemakkelijker met alle beperkingen die ze kregen, maar ze hadden vaak een richting waarin ze het moesten zoeken. Er was een pad voor hen uitgestippeld. Bovendien hadden ze het gevoel dat ze fouten konden maken. Zij konden zich niet vergelijken met de rest van de wereld. Ze zagen hun omgeving blunderen en successen behalen, maar zaten niet op sociale media tussen duizenden vrienden die hun topprestaties delen. Het referentiekader van onze ouders was veel kleiner.’
Zou jij het dan rustgevend vinden om meer richting te krijgen?
RS: ‘Mijn vrijheid is een groot geschenk. Daar ben ik mij van bewust. Ik denk ook niet dat religie of traditie ooit op dezelfde manier als vroeger ons leven zou kunnen bepalen. Ik ben er net van overtuigd dat het heel belangrijk is om in deze individualistische samenleving goede en persoonlijke keuzes te leren maken. Daar wil ik mijn energie in steken: in leren kiezen en achterhalen wat ik wil, zonder schrik te hebben om fouten te maken.’