Ik ben geen 73-jarige vent
Hoe meer jaren je op de teller hebt staan, hoe meer de laatste dagen van het jaar aanvoelen als de laatste blaadjes van een rol toiletpapier. Je hebt je ding gedaan, hoe klein of hoe groot ook, en je bent blij dat je het hebt overleefd maar vooral opgelucht dat je nog min of meer in schoonheid kan afsluiten. Er is enige flexibiliteit en doortastendheid nodig om het in stijl te doen, maar dat lukt wel. Je kunt op zijn minst de grootste rotzooi achter je laten. Alle onverteerde teleurstellingen, geconstipeerde gezichten en misselijkmakende agressie wegwerken bij de kerststronk. De eenzaamheid en onvrede doorspoelen met liters bubbels, bier en digestieven, voor en na twaalven. Je krijgt nog even de tijd om in het reine te komen en jezelf te prepareren voor de nieuwe mogelijkheden van morgen. Dat vooruitzicht geeft je een warm gevoel vanbinnen. Die laatste blaadjes zijn de voorbode van een proper begin. Jij en je billen zullen straks blinkend de overgang ingaan, klaar voor een gloednieuwe rol in een opgeschoond leven.
Straks is alles weer mogelijk. Je hebt nu al zin om je nieuwe rol met twee handen vast te pakken, je neus erin te drukken en alle blanco blaadjes te vullen met goede voornemens. Alles wat je hebt uitgesteld of nagelaten zal je waarmaken, daar ben je echt en techtig van overtuigd. In gedachten is die nieuwe rol veel zachter dan de vorige, fleuriger ook, met minstens vier lagen en spannende motieven om mee aan de slag te gaan. Je neemt je voor om er zuinig op te zijn. Je zal elk velletje twee keer omdraaien om er zo veel mogelijk uit te halen, maar dit keer zonder overdrijven, want voor je het weet zit je er weer helemaal doorheen. Naarmate het aantal blaadjes aan de toiletrol en de scheurkalender slinkt, voel je het aan alles: de volgende keer doe je het anders, beter en bewuster dan voorheen.
Wat we vaak vergeten, zo tegen het einde, is dat we met dat lege rolletje blijven zitten. Het heeft ons al die tijd rechtgehouden, maar nu hangt het alleen nog maar in de weg. Je kan het zonder blikken of blozen in de vuilnisbak mikken, bij de rest van de zaken waar je liever blind voor blijft. Daar moet een mens mee uitkijken want die dingen stapelen zich op en voor je het weet, val je over een verloren herinnering en lig je languit te snikken op de keukenvloer. Je kan je oude rol op oudejaarsnacht doorspoelen in de wc, samen met de resten van de millefeuille en de Grand Marnier, in de hoop dat alles zichzelf oplost. Wellicht denkt ons Joke daar anders over, maar voor mens en milieu is dat geen goed idee.
Moeten we wel altijd streven naar ander en beter met oud en nieuw? Kunnen we dat leven van gisteren niet recycleren? Niet elk einde hoeft een nieuw begin te zijn, soms volstaat een vervolg. Oude rollen zijn perfect om op verder te bouwen, ondanks én dankzij hun blutsen en builen. Ze laten zich vlotjes omvormen tot een pennenhouder, een verrekijker of een brontosaurus rex. Met wat stevige lijm en een beetje verbeelding kom je al een heel eind. Ik ben dus niet van plan om mezelf dit jaar om te bouwen tot de nieuwe Hugo Camps, want ik ben geen 73-jarige vent. Ik wil geen woorden wijden aan begroting en indexering om enige vorm van intelligentie te bewijzen, maar ik blijf het hebben over mensen en hun kleine kantjes, want daar ken ik iets van. Ik kruip in mijn oude rol maar bouw verder aan een dikker vel. Zacht maar niet ultra-absorberend.