‘Geef dat kind een slok jenever’
Wat is de gekste vraag die jullie al kregen?
DH: ‘Het meest verbaasd waren we door de reactie op een van de adviezen die we in Kek Mama gaven. Het begon met een vrij banale vraag: een moeder die wanhopig werd van haar kleuter die om alles huilde en jengelde. Laten gebeuren, was ons advies, en af en toe checken of er niks ergs aan de hand is. “En gaat u ondertussen met uw man lekker netflixen, of lees een goed boek.” Misschien wat moeilijk als de kleine loeit als een scheepstoeter, maar dat zal wel vanzelf minderen. “Doe het voor uw kind, u zou een rivier vol krokodillen overzwemmen om hem te redden als het moest. Wel, dan moet dit ook lukken.” Jezus, wat een reacties kregen we hierop, zeg! Een vrouw postte zelfs: “Als ik dit antwoord lees, moet ik zelf huilen.” Nou, we kwamen niet meer bij! Daaraan zie je maar hoe snel je tere kanten raakt als het over opvoeden gaat. Iedereen heeft commentaar en er komen altijd veel emoties aan te pas.’
Heb je zelf ervaring met huilbaby’s?
DH: ‘Nee, daar ben ik aan ontsnapt. Ik dacht stiekem dat het aan de ouders lag, maar daar ben ik van teruggekomen toen ik een keer op de huilbaby van een vriendin ging passen. Zingen, wiegen, niks hielp. Om knettergek van te worden. Mevrouw Hupperts had er wel raad mee geweten, die zette zo’n baby enkele weken elke nacht met z’n wiegje in het kolenhok. Dat zou ik niemand aanraden, maar iets meer doortastendheid kan geen kwaad. Van een nachtje door huilen is nog geen enkele baby bezweken. Ik ken een vrouw van 23 die als baby zo tekeerging dat haar ouders van pure ellende gescheiden zijn toen ze anderhalf was. Als zij mocht kiezen, dan had ze liever een paar nachtjes in de garage geslapen.’
Hoe staan tante Do en tante Els tegenover tv en internet?
DH: ‘Goh, het is met computers nu zoals het vroeger met tv was. Toen de eerste tv-uitzendingen begonnen, mochten we helemaal niet naar tv kijken, want “het is slecht voor je ogen, je krijgt er vierkante ogen van”. Later mocht het af en toe toch, bij de buren, die als eersten in de straat een toestel hadden. Mijn broer mocht naar Bonanza kijken, maar ik niet, want dat was te gewelddadig voor een meisje! Zo’n zoete serie! Ik was toen tien, daar kan je nu niet eens meer mee aankomen bij kinderen van vier. (lacht)
In het begin werd er op dezelfde negatieve manier over computers en internet gepraat. Terwijl er veel positiefs is aan gamen, bijvoorbeeld. Mijn zoon kan heel goed gamen, en ik vind het echt wel knap wat hij allemaal kan. Maar het gaat om de dosis, natuurlijk. Als ouder moet je de tijd in de gaten houden, en ze bijvoorbeeld niet langer dan één uur na elkaar aan de computer laten zitten.’