Opgelet! Het filmevent DOWN to EARTH op 10 juni is afgelast
Onze excuses!
Het filmevent DOWN to EARTH
met Psychologies op 10 juni is afgelast
Het filmevent DOWN to EARTH
met Psychologies op 10 juni is afgelast
In 2004 beslisten Rolf Winters en Renata Heinen om niet meer mee te doen aan de ratrace. Ze verhuisden met hun drie jonge kinderen naar de VS. Daar begon het avontuur dat hen naar de ‘behoeders van de aarde’ bracht, mannen en vrouwen uit inheemse culturen die doorheen de eeuwen oude wijsheid over aarde, mens en leven bewaard hebben. Die reis was de basis voor hun film Down to Earth, die na Nederland nu ook België verovert.
Tekst: Mies Maria Meulders – Foto’s: Down to Earth
‘De mens heeft de natuur nodig. Als hij ervan afgescheiden is, raakt hij de weg kwijt. Want wij zijn deel van de natuur’ – Mokompo Ole Simel, Wisdom Keeper
‘Wanneer je voor het eerst ouder wordt, kan je je daar praktisch op voorbereiden, maar verder niet echt. Dat we opeens die verantwoordelijkheid droegen voor dat nieuwe leven gaf ons een heel apart gevoel. Opeens beseften we dat het leven doorgaat na ons. Dat heeft echt een perspectiefverschuiving veroorzaakt’, vertelt Rolf Winters wanneer we hem geïntrigeerd uithoren over het begin van hun toch wel opmerkelijke avontuur. ‘Ook al leefden we al een hele tijd bewust, als ouder kregen we toch nog een heel ander beeld op alles. We hebben elf jaar in hartje Londen gewoond. Toen de oudste begon te lopen, knaagde het… We pasten niet in de grootstad. In de stad waren we meer politieagent dan ouder. Op zoek naar een kindvriendelijkere stad kwamen we in Amsterdam terecht. Maar al snel kwamen we erachter dat dit een tussenoplossing was. Wat wij zochten vonden we niet in Europa. Toen zei een vriend van me: “Ik heb een groep native Americans ontmoet wiens visie heel erg aansluit bij jouw visie op leiderschap. Als jij zo gelooft in dat holistische leiderschap, moet je deze mensen eens ontmoeten.” We vertrokken op prospectie naar Michigan, waar die mensen leefden, en het voelde meteen goed. We kwamen er echt thuis. Ze voelden vanaf het begin als familie. Zij brachten ons uiteindelijk in contact met de man bij wie zij in de leer waren, Nowaten, een medicijnman die in het bos woonde. Ze vertelden intrigerende verhalen over hun leraar. Toen we die man – pas na 2,5 jaar! – mochten ontmoeten, gebeurde er iets met ons. Nowaten is de meest egoloze mens die ik ooit heb ontmoet. De dag na die ontmoeting hadden Renata en ik een visoen: we mochten zijn wijsheid en kennis niet verloren laten gaan. Hij had zo’n weidse visie op het leven. De verhalen die hij vertelde raakten ons diep. Het heeft uiteindelijk negen maanden geduurd voordat Nowaten ermee instemde om zich te filmen.’
In Down to Earth, de film je samen met je vrouw Renata maakte op basis van jullie ervaringen, werken jullie met meerdere Wisdom Keepers, niet alleen met Nowaten. Vanwaar die keuze?
RW: ‘Als je dicht bij de natuur leeft, krijg je aandacht voor heel andere dingen. Vroeger besteedde ik bijvoorbeeld niet zoveel aandacht aan dromen en aan wat in het onderbewuste leeft. Dat zijn we daar allebei wél gaan doen. Vanuit het onderbewustzijn kregen we steeds meer signalen dat deze wijsheidshoeders niet alleen in Michigan leefden, maar dat je hen overal ter wereld kon vinden. En dat de tijd is aangebroken om naar hun boodschap te luisteren.’
Het is opvallend hoe jullie in de film naadloos van de ene op de andere Earth Keeper kunnen overgaan. Met andere woorden: hoe eensluidend hun boodschappen zijn.
RW: ‘Waar we ook kwamen, – in al die verschillende culturen, met hun eigen talen en gebruiken – overal gebeurde hetzelfde zodra we samen waren: we voelden ons totaal verbonden met die mensen. Alle façade viel gewoon weg. Alleen de essentie bleef over, de essentie die voortkomt vanuit hun verbinding met dezelfde bron (Moeder Aarde), waardoor inderdaad de levensinzichten en verhalen die op duizenden kilometers van elkaar verteld worden, precies dezelfde zijn.’
Welke impact heeft het hele traject op jullie kinderen gehad?
RW: ‘We zijn vertrokken toen ze twee, vier en zeven jaar waren. Vanaf het moment dat we in het bos aankwamen, waren ze daar gewoon thuis. Omringd door natuur en dieren in plaats van mensen en drukte. Bij de Indianen worden de kinderen nooit ergens buiten gehouden. Ze horen er gewoon bij, zijn gelijkwaardig. Renata en ik hebben daar als ouders veel van geleerd. Voor onze kinderen was dat na onze terugkeer soms moeilijk. Toen we bij mensen op bezoek waren en zij aan een apart tafeltje werden gezet, steigerden ze. Ze zijn er ook allergisch voor als een docent belerend praat. Zo zijn zij niet opgevoed en opgegroeid.
Om hen toen we daar woonden toch wat structuur te geven, hadden we een blokhut in het bos gezet die dienst deed als school. Daar kregen ze elke ochtend van 8 tot 12 les. Voor de rest waren ze vrij. Toen we na vijf jaar terug in Zuid- Engeland kwamen wonen, gingen de kinderen naar een Steinerschool. Al snel bleek dat ze een jaar voorop waren, zonder dat ze écht school hadden gelopen. Begrijp me niet verkeerd, het laatste wat ik wil zeggen is dat iedereen zijn kinderen van school moet halen. Maar het is wel aan elke ouder om die school te zoeken die echt bij z’n kind past. Je hebt de verantwoordelijkheid om zelf de basis te vormen van hun opvoeding. Dat kan je niet uitbesteden aan een systeem, een school of anderen.’