Fatma Taspinar: “Ik creëer mijn eigen kansen”
Groot hart, sterke voelsprieten en een zuiders temperament: Fatma Taspinar is een vat vol emoties. Toch houdt ze het deksel er stevig op, zowel op het scherm als daarbuiten. Die laag “beschaving”, zoals ze het noemt, blijkt een taalkwestie. ‘Ik heb mijn emoties leren uiten in het Turks, nooit in het Nederlands.’
Tekst Valérie Du Pré – Foto Johan Jacobs – Visagie Leonie Gijsel
Ze is gerechtsjournalist, nieuwsanker en programmamaker. Maar er schuilt ook een psycholoog, een schrijver en misschien wel een moeder in Fatma Taspinar. Ze wil veel en ze blijft gaan, met een grenzeloze goesting, ondanks onheil en andere ongemakken.
FT: ‘2020 was een annus horribilis, met als dieptepunt het overlijden van een van mijn beste vrienden, Ward Verrijcken (VRT-filmjournalist, red.). Maar er was geen tijd om stil te staan: ik presenteerde de Amerikaanse verkiezingen in het late journaal, ik nam deel aan De Slimste Mens … Het leven ging meteen verder. En corona maakte alles extra ingewikkeld. Ik vond het droevig dat er maar vijftien mensen aanwezig mochten zijn op de begrafenis van Ward. Omdat je dat fysieke rouwen echt wel nodig hebt. Dat moment komt nooit meer terug. Afscheid nemen kun je niet uitstellen tot na corona. Op de uitvaart van Christophe Lambrecht (StuBru-presentator die in 2019 overleed aan hartfalen, red.) waren duizend aanwezigen, dat was fantastisch, en dat maakt wel degelijk een verschil. Dat we op onze tanden moeten bijten en niet naar feestjes kunnen, dat begrijp ik. Maar niet kunnen knuffelen met geliefden bij een overlijden is hard. Dan pas merk je hoe belangrijk rituelen zijn en hoeveel deugd we daar als mensen van hebben. Ik had voor Ward graag een dramatische en filmische begrafenis gezien. Groots en overdreven, zoals hij heeft geleefd. Helaas.’
Heb je daarom je schouders gezet onder Let’s Tick Together en PlantTroost, twee initiatieven die ruimte maken voor afscheid en troost?
FT: ‘Als bekend gezicht kun je je voor van alles inzetten, maar ik ben daar selectief in. Ik zal pas iets luidkeels verkondigen als het aarding vindt in mijn eigen leven. Het mag geen holle boodschap zijn. En ja, ik heb een engagement op dat vlak. Ik ben iemand die altijd mensen wil redden. Helaas, soms. (lacht) Ik wil dat het zo goed mogelijk gaat met de mensen rond mij. Die zorgzaamheid voor de medemens kreeg ik mee van thuis. Daarom zet ik me ook in voor Demiclowns vzw. Die mensen gaan mee in de leefwereld van personen met dementie. Als iemand gekke geluiden maakt, doen de Demiclowns gewoon mee. Wil iemand terug naar haar moeder, dan bellen ze die op om te vragen of het mag, ook al is die moeder al lang dood. Is dat liegen? Ik vind van niet. Mensen met dementie zijn de realiteit kwijt, en ze genieten ervan als je mee in hun verhaal stapt. We proberen meestal om hen uit die wereld te trekken, om hen naar hier te halen, maar dat is een heel paternalistische houding. Ouderenzorg boeit me enorm. Ik heb iets met oudere mensen, door mijn levenslust kan ik heel goed verbinding met hen maken. Ze worden in onze maatschappij nog te vaak ondergewaardeerd. Binnen de Turkse cultuur is respect voor ouderen een heel belangrijke waarde, dat is er bij mij ingestampt. Ook mijn vriendenkring bestaat vooral uit mensen die iets ouder zijn dan ik, veertigers en vijftigers. Bij hen voel ik me het meest comfortabel en kom ik tot rust. Omdat daar een aantal dingen wegvallen. Competitie, onder andere. Ik heb het gevoel dat ik me bij hen niet continu moet bewijzen, dat ik niet altijd de perfecte Fatma moet zijn.’
Zorgen voor anderen is een prioriteit, maar hoe zit het met de zorg voor jezelf?
FT: ‘Ik denk altijd dat ik heel goed voor mezelf zorg, maar mijn omgeving zal dat ontkennen. Ik ben iemand die heel veel geeft. Een beetje te veel. Vrienden waarschuwen me vaak dat ik over mijn grenzen laat gaan. Iedereen rond mij moet zo gelukkig mogelijk zijn, en ik heb lang gedacht dat dat genoeg is om ook zelf gelukkig te zijn. Want wat is zorgen voor jezelf? Ik weet niet hoe dat moet. Ik bots de laatste jaren heel erg op die grenzen. Na de dood van Ward hebben ze op het werk verschillende keren aangeboden: neem wat ruimte voor jezelf, neem wat tijd om thuis te zijn als het niet meer gaat. Maar wat betekent dat: “als het niet meer gaat?” Wanneer gaat het niet meer?’
Wat zijn de dingen die jou opladen, Fatma?
FT: ‘Niets bijzonders. Gewoon even stilstaan en kijken: waar heb ík zin in? Want ik probeer iedereen rond mij gelukkig te maken, maar de voorbije maanden waren dat wel heel veel mensen. Ik kreeg een golf van berichten rond het overlijden van Ward, De Slimste Mens, mijn verjaardag. Allemaal berichten die ik moest beantwoorden, allemaal mensen die ik niet wilde ontgoochelen. Maar zoals Xavier zegt: ik ben er iets vaker in geslaagd om te kiezen voor mezelf. In het Turks zeggen ze: je moet niet als een hond naar alles blaffen wat beweegt. Vroeger zou ik duizenden ballen in de lucht hebben gehouden, maar dat gaat gewoon niet meer. Ook door mijn job: ik heb twee functies bij de nieuwsdienst en ik maak een programma. Dat vergt veel, want iedereen verwacht de beste Fatma.’
LEES VERDER IN PSYCHOLOGIES, NU IN DE WINKEL …