Familie en schoonfamilie, hoe krijg je ze verzoend?
Het thema duikt elk jaar met de feestdagen weer op – maar net zo goed tijdens vakanties, of bij wekelijkse tradities zoals lunch op zondag: hoe verzoen je de gewoontes en eisen van je familie met die van je schoonfamilie? Hoe verenig je twee tribes die er heel andere waarden op nahouden, zonder jezelf te verliezen?
Tekst Margaux Rambert – Foto Shutterstock
‘Vermijd al te vastgeroeste familierituelen. Elke zondag taart bij de schoonouders, elke kerst samenkomen op de 24ste… Doorbreek patronen, ontmoet elkaar eens spontaan, of op een andere dag, een andere plek.’
Christine Brunet, psychotherapeute
Het is een boutade, maar o zo waar: een mens kiest zijn familie niet. En net zo min zijn schoonfamilie. Als je je partner in je armen sluit, neem je daar gratis en voor niets een hele clan mensen bij. Niet altijd met evenveel enthousiasme. Niet zelden vinden we ‘die andere tribe’ te kritisch, te overrompelend, te veeleisend, of het omgekeerde: niet betrokken of warm genoeg… Maar wanneer je – op jonge of latere leeftijd – beslist om samen door het leven te gaan, houdt dat nu eenmaal in dat je die puzzelstukjes bewust mee in het geheel opneemt. Zowel het stuk van de eigen ouders van wie je wat afstand moet nemen om een liefdesleven te kunnen opbouwen, als het stuk van de schoonouders die je als het ware met je partner mee ‘adopteert’. En samen met hen de rits ooms, tantes, grootouders, neven en nichten, die zich op gezette tijden ook komen bemoeien met jullie relatie en gezinsleven en daar zo hun eigen verwachtingen bij hebben. Als je laat weten dat je samen door het leven wil, begin je als koppel aan een subtiel weefwerk waarmee je de complexiteit van twee tribes tot een min of meer mooi geheel probeert te knopen. ‘Het belangrijkste in dit alles is dat je erin slaagt om je eigen relatie vorm te geven en een eigen gezin op te bouwen,’ zegt psychotherapeute Christine Brunet, ‘en dat je als koppel op jullie eigen manier tradities, rituelen en gewoontes in het leven roepen die bij jullie horen.’
Tip 1. Loskomen van je eigen familie
Om een liefdesrelatie te kunnen aangaan, moet je je kunnen losmaken van je gezin van oorsprong, benadrukken therapeuten. Je kan niet eeuwig het kind van je ouders blijven. ‘Volwassen worden houdt in dat je het recht behoudt op je plek als kind, maar ook het recht hebt om je eigen leven op te bouwen, je eigen onafhankelijkheid uit te roepen, je eigen ideeën rond zelfontwikkeling vorm te geven’, legt Christine Brunet uit. De prioriteit van elk koppel is het uitbouwen van hun eigen nieuwe eenheid. Wat niet altijd even vlot gaat als één van beide partners te hard onder de invloed blijft van zijn of haar eigen gezin van oorsprong of als dat gezin uiteindelijk belangrijke keuzes (mee) gaat bepalen. ‘Die inmenging is als gif’, wijst de therapeute erop. ‘Het maakt dat het koppel zich niet kan vormen en geen eigen projecten kan ontwikkelen. Dat creëert uiteindelijk wrijving, verzuring, wrok.’ Wat dan weer repercussies heeft op de partner, de opvoeding van de kinderen… en een bron kan worden van langdurig conflict.
Loskomen van je eigen gezin, betekent ook dat je het kan bekritiseren. ‘Op een constructieve manier, wel te verstaan’, benadrukt Christine Brunet. ‘Het is belangrijk dat elke partner een deel van zijn gezinsmodel mag inbrengen in het geheel, maar ook dat hij kan zeggen: dat stuk neem ik niet mee, dat wil ik echt anders doen.’ De navelstreng doorsnijden betekent overigens niet dat je alle bruggen verbrandt. In tegendeel. ‘Het gaat er niet om dat je interesse in elkaar verliest, of je familie uitsluit. Het gaat erom een juist midden te vinden tussen alle betrokken partijen en verlangens, terwijl je blijft luisteren naar je eigen noden en die van je partner.’ Want dit werk doe je samen; zonder samenwerking wordt het moeilijk om iedereen zijn eigen plek te laten vinden – of uitvinden – in het geheel. ‘Die plek bouwt zich langzaamaan op, al zijn er soms momenten waarop je alles weer in vraag moet stellen.’
‘Maar relationele banden met (schoon)families hoeven niet per se moeilijk te zijn’, aldus Brunet. Het gaat er ook om de voordelen van het familiale netwerk te kunnen inzien en de rijkheid in de mogelijke verschillen. Ook al zijn we al lang het nest uitgevlogen, toch blijven momenten doorgebracht in groter familieverband van groot belang. ‘Het zijn feestelijke momenten, momenten waarin we elkaar terugvinden, met elkaar kunnen uitwisselen en merken dat we deel uitmaken – of als schoonzoon of –dochter opgenomen zijn – in een grote geheel. Het zijn overigens ook verrijkende momenten voor de kinderen, die zo kunnen ontdekken wie ze zijn en waar ze vandaan komen. Want zij zijn voortgekomen uit beide clans.’
Tip 2. Nieuwe tradities uitvinden
De noden van twee clans in elkaar weven kan dus mooi zijn. Op voorwaarde dat de ontmoetingen een zekere spontaniteit kunnen behouden en geen verplichting worden. En daar wringt soms het schoentje. Sommige gewoontes zijn zo heilig dat mensen zich gekrenkt voelen wanneer eraan getornd wordt, omdat ze raken aan familiewaarden. Kerstmis kan zo’n moment zijn. ‘Wie vieren dat altijd op kerstavond, met de hele familie, met heel veel pakjes en tierelantijnen. Ik kan me niet inbeelden dat we dit feest zouden missen.’ ‘Goh, bij ons in de familie is kerst meer een moment van eenvoud. Wij nodigen elk jaar weer een dakloze uit of gaan hier en daar helpen, we hebben het zo niet op dure uitgaven.’ Of de één vindt kerst hét familiefeest bij uitstek, de ander vindt er niks aan en zou liever thuisblijven. En zo zijn er door het jaar heen nog andere gewoontes die kunnen ontstaan die voor de ene heilig zijn, terwijl de ander er totaal geen boodschap aan heeft. Neem de verwachting van je ouders dat de tribe elke zondag komt lunchen, of het bijna dagelijkse telefoontje van je schoonmoeder om te horen ‘hoe het gaat’. Soms een plezier en een teken van betrokkenheid, soms een ware opdracht waar we ons liever van bevrijden. ‘We kunnen er maar beter een beetje om glimlachen, omdat het gewoon bij het leven hoort’, raadt Brunet aan. ‘Bovendien is het ook goed voor kinderen om te zien dat er in familieverbanden verplichtingen of verwachtingen bestaan. Maar het wordt natuurlijk een probleem als het al te dwingend wordt.’