Els Dottermans: ‘Ik wil op sabbatjaar’
Wat als je enkel nog kan acteren?
Ziehier de gratis theaterles van Els Dottermans. Ik heb ergens gelezen dat je graag een nieuwe toneelschool uit de grond wilt stampen?
ED: ‘Ik vind het erg jammer dat studenten nu naar het buitenland trekken, omdat de opleidingen hier met te weinig geld, te weinig tijd en te weinig mensen van studenten acteurs moeten maken. Ik zou heel erg graag een toneelschool oprichten waar ruimte is om opnieuw te leren spelen.’
Ons Psychologies-dossier gaat over dromen, en hoe die te realiseren. Misschien vind je daar inspiratie?
ED: ‘Ach ja, dromen. Bedoel je dan ambities? Want dat vind ik niet hetzelfde. Een toneelschool is een ambitie, geen droom. Ik droom van een heel ander leven als academica bijvoorbeeld, of van een sabbatical van een half jaar of zo.’
Waarom?
ED: ‘Om te lezen, na te denken, te prutsen. Ik doe dit vak nu al zo lang, en ik heb nood aan rust. Reculer pour mieux sauter. Binnenkort komt Johan Simons terug als artistiek directeur van NTGent, en zijn ambities reiken tot in heel Europa. Als ik naar hem luister word ik al moe. Ik weet niet of ik dat wel wil.’
En wat bedoel je als je zegt dat je droomt van een ander leven?
ED: ‘Ik kan zo nieuwsgierig zijn naar iets anders. Theater is me overkomen, het was geen bewuste beslissing. Wat zou er gebeurd zijn als ik niet naar de toneelschool was gegaan? Ik was vroeger goed in studeren, dus misschien had ik wel een carrière uitgebouwd als academica?’
Het kan nog altijd, toch?
ED: ‘Nee, het is te laat. Acteren is mijn grootste talent geworden.’
Heb je het er moeilijk mee dat het geen bewuste beslissing was?
ED: ‘Misschien. Kijk, we hebben een heel afhankelijk beroep. We zijn afhankelijk van het stuk, van collega’s, van de regisseur. Als acteur heb je vaak weinig beslissingsruimte. En we worden ook nog eens constant beoordeeld, want na elke première staat een rapport in de krant. Ik kan daar steeds minder goed tegen. En daar hangt waarschijnlijk ook die sabbatical mee samen: even nadenken, bewust kiezen wat ik wil gaan doen, en daarna weer voluit spelen.’
Het klinkt een beetje uitgeblust?
ED: ‘Let op, ik doe mijn vak heel graag. Het is een super beroep! Maar de grootste appetijt van werken zit bij mij in het repeteren, in het samenwerken met andere acteurs. En dan nog vijf dagen na de première of zo. Uit dat proces haal ik ongelofelijk veel energie. Daarna is het hard werken om met evenveel overgave een stuk voor de zoveelste keer te spelen. Zeker met de huidige besparingen in de sector speel je vaak herhalingen, en dat komt de goesting en de verwondering niet ten goede.’
Als je niet begrepen bent
Raak je nog verwonderd door het spelen?
ED: ‘Verwondering zou ik het niet echt noemen. Daarvoor is het repetitieproces vaak te moeilijk. Ik ben wel altijd verwonderd welk pad we moeten afleggen om tot een voorstelling te komen. Er bestaat geen enkel axioma, geen enkel recept. Zoals nu ook weer (met Augustus, ergens op de vlakte, nvdr) was het ontzettend moeilijk.’
‘En dan staat in de krant: ‘met zo’n topcast kan het niet fout lopen’. Dat klopt hélemaal niet. We hebben ons kapot gewerkt om tot dit resultaat te komen. Dus als ik zulke dingen lees word ik recalcitrant. Dan heb ik zin om mijn middelvinger op te steken. De enige reden waarom ik dat niet doe is omdat ik daarvoor veel te goed ben opgevoed.’
Zwijgen en doordoen. Is dat geen typisch Vlaamse eigenschap?
ED: ‘Ik voel mezelf geen typische Vlaamse. Maar zwijgen en doordoen is wel iets wat ik heb meegekregen van mijn moeder. Mijn vader was beeldhouwer, mijn moeder verdiende als verpleegster het geld om het gezin draaiende te houden. Ze werkte fulltime, terwijl ze vijf kinderen moest zien groot te brengen. Ze had enorm veel doorzettingsvermogen. En ze was – of is beter gezegd – een verlegen en bescheiden vrouw die niet op de voorgrond wil treden.’