Durf je angst in de ogen te kijken
‘Ach, het is inbeelding, denk er gewoon niet aan’. Het zou gemakkelijk zijn als dat genoeg was om van je angsten af te geraken. Je angsten aanpakken vraagt net dat je ze in de ogen kijkt. Ontdekte ervaringsdeskundige Geert Verschaeve, die na veertien jaar lang te hebben geleden onder heel wat angsten, nu mensen zelf van hun angsten af helpt.
Tekst Anne Wislez – Foto: Shutterstock
Hét keerpunt was toen ik plotseling besefte dat ik zélf de grote oorzaak was van al mijn angsten. Ik had mezelf gewoon totaal verkeerde gewoontes aangeleerd.
‘De angst is ooit bij me binnengeslopen tijdens een nieuwjaarsetentje’, vertelt Geert Verschaeve. ‘Plotseling kreeg ik allerlei rare symptomen en gevoelens, zoals warmte-opwellingen, hartkloppingen, duizelingen, een klamme huid. Ik had geen idee wat me overkwam, wilde vooral maken dat ik weg kwam. Wat toen niet kon. Het is jammer genoeg niet bij die ene ervaring gebleven, de symptomen kwamen ook op andere momenten en plaatsen in me op. Mijn huisarts kon niets vinden en elke keer dat ik me liet onderzoeken, werd ik gezond verklaard. Zelf begon ik het vertrouwen in mijn lichaam te verliezen. Waarom voelde ik dit allemaal? Waarom was ik niet normaal, zoals alle andere mensen? Het gevolg was dat ik steeds vaker thuis bleef en steeds meer activiteiten begon te vermijden. Nam ik toch deel aan een reis, een etentje of een andere sociale activiteit waarbij ik niet meteen kon wegvluchten naar mijn veilige cocon, dan zat ik daar steeds met een klein hartje – dat overigens wel bijzonder hard in mijn borstkas tekeerging. Ik voelde mij voortdurend in gevaar. Ik kon ook al weken op voorhand inzitten over iets wat op de kalender stond en me mogelijk angstig zou maken. Alles stond in het teken van dat ene toekomstige moment. Bovendien controleerde ik mezelf en mijn gevoelens continu. Ik wilde alles zoveel mogelijk onder controle houden.’
Van kwaad naar erger
‘Hoe langer het duurde, hoe meer angsten ik kreeg. Ik had last van sociale angsten, maar ik kampte ook met hypochondrie, hyperventilatie, paniekaanvallen, gegeneraliseerde angst en uiteindelijk zelfs pleinvrees. Maar de allergrootste angst, de wortel van het probleem, was de angst voor de angst. Ik was als de dood dat ik weer een paniekaanval zou krijgen en dat dat gevoel van angst weer bezit van me zou nemen.
Hoe ik die angsten ontwikkeld heb? Er bleken vele kleine oorzaken te zijn. Maar om een lang verhaal kort te maken bleek dat ik mijn lichaam zodanig verkeerd getraind had dat het overal gevaar in zag. Angst is in feite een eenvoudig waarschuwingsmechanisme, aangevuurd door de amygdala in de hersenen. Het laat ons zien wat mogelijke gevaren zijn. Maar hoe we met die meldingen omgaan, of we die signalen als reëel aanvaarden of naast ons neerleggen, is aan ons. Je kan een mogelijk gevaar weglachen, of je kan beginnen te denken: “Goh, wat als…?”, en zo in een angstspiraal terechtkomen. Door elke keer in die angst mee te gaan, leer je je lichaam dat er blijkbaar inderdaad “een groot gevaar” was. En daardoor beschermt je lichaam je een volgende keer door telkens het angstniveau te verhogen. Terwijl het gevaar er in werkelijkheid niet is.’