Draag jij het trauma van je grootouders?
‘Het is belangrijk dat we naar onze eigen thema’s kijken, zodat ze niet op de schouders van het nageslacht terechtkomen’
‘Het is belangrijk dat we naar onze eigen thema’s kijken, zodat ze niet op de schouders van het nageslacht terechtkomen’
Opvallend aspect in jouw bevindingen is dat stresssymptomen bijvoorbeeld in gang gezet worden op een bepaalde leeftijd.
MW: ‘Ja, we stellen vast dat bepaalde mijlpalen blijkbaar de herhaling van een bepaald patroon in gang zetten. Dat kan een leeftijd zijn, maar ook een gebeurtenis, zoals een geboorte, een verhuizing, een scheiding, een nieuwe fase in het leven … Het is als een wekker die afgaat, het zet iets in gang. Zo ontmoette ik een vrouw die sinds ze in verwachting was plots overvallen werd door een enorme angst. Als ik haar volgens mijn methode vragen stelde om de kern van haar angst te doorgronden, ontdekte ze dat haar stress te maken had met de diepe angst om haar kind iets aan te doen. Ik vroeg haar of er ooit iemand in de familie was die haar kind iets had aangedaan. Eerst zag ze het niet meteen, maar dan riep ze uit: “Oh natuurlijk! Mijn oma!” Toen haar grootmoeder pas moeder was geworden, had ze een kaars aangestoken bij het gordijn. Het gordijn had vuur gevat en het huis was in brand geschoten. De baby lag boven en ze had hem niet meer kunnen redden. Maar over dat voorval werd nooit gesproken in de familie, zei ze, dat was taboe. Het was haar ooit één enkele keer verteld. Juist die zaken die geheim blijven en nauwelijks vernoemd worden, hebben vaak de meeste impact op de familieconstellatie.’
Ze had zelf nooit de link gelegd?
MW: ‘Nee, we doen dat eigenlijk zelden. Maar als we eenmaal de link leggen tussen ons eigen verhaal en dat van onze voorouders, dan valt het kwartje. Dan pas kan ik met die persoon verder werken en de persoon een positieve ervaring laten ondergaan, zodat de neuronen gelinkt kunnen worden aan nieuwe ervaringen. Als we die nieuwe gevoelens ervaren passen we de wet van Hebbs neuroplasticiteit toe in onszelf. Je gaat het krijgen van een kind dan associëren met nieuwe, positieve, ondersteunende beelden, gedachten … Ik werk met beelden, taal, ademhaling, aanraking, je legt bijvoorbeeld je hand op je hart terwijl je bepaalde affirmaties uitspreekt. Studies hebben al aangetoond dat wat je visualiseert of je je inbeeldt dezelfde regio’s in de hersenen activeert, als wanneer je het echt beleeft. De kunst is om met oefeningen de aandacht van het limbische systeem – dat ons waarschuwt voor pijnlijke ervaringen uit het verleden – te verschuiven naar de prefrontale cortex. Hoe voel ik me nu, op dit moment? Kan ik mijn oude spontane reactie op een impuls even uitstellen en een nieuwe reactie creëren? Op die manier kunnen we traumatische ervaringen – ook geërfde – helen.’
Kunnen we zeggen dat je iets wat je zelf niet oplost, in feite ‘doorgeeft’ aan een volgende generatie?
MW: ‘Dat is wat Bert Hellinger beweert. Mijn ervaring is dat als iemand in de familie weggeduwd, ontkend of vergeten wordt – bijvoorbeeld: de grootvader pleegde zelfmoord en dat wordt verzwegen omdat de familie te schande bracht – je daardoor alleszins een vruchtbare bodem creëert voor herhaling. Soms is iets te confronterend om naar te kijken, omdat je weet dat als je ernaar kijkt je medeplichtig bent, of mee schuld draagt, of daardoor gevoelens zal ontmoeten die je liever niet ontmoet. Daarom is het belangrijk dat we, als we dat kunnen, naar onze eigen thema’s kijken, zodat ze niet op de schouders van het nageslacht terechtkomen.’