Draag jij het trauma van je grootouders?
Jesse is een van de vele mensen met wie je de afgelopen twintig jaar hebt gewerkt. Zijn verhaal klinkt op z’n zachtst gezegd vreemd, maar is volgens jou niet uitzonderlijk. Heel wat mensen herbeleven blijkbaar aspecten van trauma’s uit de vader- of moederlijn. Hoe verklaar je dat?
Mark Wolynn: ‘De Duitse psychotherapeut Bert Hellinger (die het principe van familieconstellaties neerzette, nvdr) sprak al over onbewuste loyaliteit, waardoor een bepaald mechanisme zich in een familie blijft herhalen. Ik heb altijd geweten dat daar een wetenschappelijke uitleg voor moest zijn, alleen hadden we die nog niet ontdekt. Tien jaar geleden deed Rachel Jehuda (professor in de psychiatrie en neurowetenschappen gespecialiseerd in de neurobiologie van posttraumatische stressstoornissen, nvdr) baanbrekend onderzoek naar mensen die de holocaust overleefd hadden en hun kinderen. Ze ontdekte dat de kinderen dezelfde traumatische symptomen hadden als hun ouders, ook al hadden zij de oorlog niet meegemaakt. Ze vond bij de getraumatiseerde mensen een opmerkelijk laag cortisolgehalte, waardoor het systeem reageert met een piek aan cortisol. Hetzelfde patroon zag ze in de kinderen. Ze zag ook dat de kinderen de traumasymptomen van hun ouders herhaalden: een neiging tot angst en depressie. Jehuda vond bij de mensen die het trauma hadden opgelopen ook zestien verschillende genetische markers en pas vorig jaar ontdekte ze dat ook de kinderen dezelfde genetische mutaties hadden ondergaan als hun ouders. Zij leidde daaruit af dat we drie keer meer kans maken op posttraumatische stressstoornissen als een van onze ouders daaronder leed. Op muizen gebeurt dat onderzoek al langer, en daar zijn al meerdere generaties onderzocht, omdat een muizengeneratie maar 12 tot 20 weken telt. Bij mensen zijn nog maar twee generaties onderzocht.’
We geven dus bepaalde trauma’s die we psychisch ervaren, genetisch door?
MW: ‘Ja. Het is zoals de hond van Pavlov. Volgens Hebbs wet van neuroplasticiteit worden neuronen die samen worden geactiveerd met elkaar verbonden (‘when they fire together, they wire together’). In recent onderzoek op muizen werd de geur van kersenbloesem ingebracht in de muizenkooi en kregen ze net dan ook een elektrisch schokje. Zo creëerde de geur in de muizen een angstreactie. Werden de muizen opengesneden en de hersenen geanalyseerd, zagen de onderzoekers dat de delen van de hersenen die te maken hebben met de geurreceptoren vergroot waren. Niet alleen bij de eerste, maar ook bij de tweede generatie. We noemen dat een epigenetische verandering: die zorgt ervoor dat de soort zich in de komende generaties voor dat gevaar kan hoeden. In dat geval zorgde het systeem ervoor dat de volgende generatie muizen extra alert werd voor de geur van kersenbloesem. Dat is positief als het gevaar blijft bestaan, maar als het gevaar wegvalt en de stress blijft, zet dat het systeem alleen maar onder druk. Het onderzoek op muizen heeft aangetoond dat de derde generatie wel nog de stresssymptomen vertoont, maar geen fysieke wijzigingen meer. Daarom zeggen we nu dat een traumatische ervaring waarschijnlijk drie generaties doorleeft, maar wellicht niet verder dan dat. Bij mensen is de derde generatie nog niet onderzocht, maar omdat het genetisch materiaal van muizen voor een zeer groot deel overeenkomt met mensen kunnen we afleiden dat dat bij de mens wellicht ook zo zal zijn. In die drie generaties is er dus veel kans dat je een patroon ziet waarin een trauma herbeleefd wordt. Bij een moeder die haar eerste kind verliest of weggeeft, zie je bijvoorbeeld een dochter die haar eerste kind aborteert. Dat zijn onbewuste herhalingen, maar ze komen vaak voor.’