Zijn stressreacties die ons leven bepalen altijd het gevolg van een eigen ervaring? Of kan het zijn dat we trauma’s erven van onze voorouders? ‘Mijn ervaring en wetenschappelijk onderzoek wijzen op dat laatste’, zegt de Amerikaanse therapeut Mark Wolynn die al meer dan twintig jaar rond dat thema werkt. Hij bracht er onlangs een boek over uit: It didn’t start with you

Tekst Anne Wislez – Foto Shutterstock

Icone citation

‘Het inzicht dat een bepaald gevoel of een bepaalde neiging niet van jou is, maar een herhaling van de neiging of het gevoel van iemand anders, is dikwijls een enorme eyeopener’

Jesse kwam naar Mark Wolynn toe omdat hij al een jaar lang geen enkele nacht had kunnen doorslapen. Nauwelijks twintig zag hij er minstens tien jaar ouder uit. De kringen rond zijn ogen en zijn doffe blik verraadden zijn uitputting. Het afgelopen jaar had Jesse drie artsen, twee psychologen, een slaapkliniek en een naturopaat opgezocht. Geen van hen had hem wezenlijk inzicht en echte hulp kunnen bieden. Hij was aan het eind van zijn Latijn. Toen Wolynn hem vroeg wat hem mogelijk uit zijn slaap kon houden, schudde hij zijn hoofd. Geen idee. Hij had altijd goed kunnen slapen. Tot hij, één dag na zijn negentiende verjaardag, wakker werd om 3u30. Hij had het ijskoud, bibberde zich te pletter en kon zichzelf met de beste wil van de wereld niet meer warm krij­gen. Er overviel hem die nacht ook een vreemde angst die hij nooit eerder had ervaren. Het gevoel dat hem iets afschuwelijks zou overkomen als hij in slaap zou vallen.

Als ik nu inslaap, word ik nooit meer wakker. Het moment dat hij dreigde weg te dommelen, schrok hij weer wakker. De volgende nacht hetzelfde, en de nacht daarna ook. Zo was zijn slapeloosheid ingetreden. Ook al wist hij dat zijn angst irrationeel was, hij kreeg hem niet weg. Geraakt door de woorden “ijskoud”, “negentiende verjaardag” en “in slaap vallen”, begon Wolynn hem vragen te stellen over zijn familiegeschiedenis. Of er iémand in de familie ooit een trauma had ervaren waarbij de gegevens ijskoud, in slaap vallen of negentien een rol hadden gespeeld. Zo ontdekte Jesse via zijn moeder dat de oudste broer van zijn vader – een oom van wiens bestaan Jesse niet eens afwist – op negentienjarige leeftijd doodgevroren was toen hij elektriciteitskabels controleerde tijdens een storm ergens in het noordwesten van Canada. Hij werd met zijn gezicht in de sneeuw teruggevonden. Zijn dood was zo’n schok voor zijn gezinsleden dat zijn naam nooit meer uitgesproken werd. Drie decennia later herleefde Jesse onbewust aspecten van zijn ooms dood. Voor oom Colin was in slaap vallen synoniem aan sterven. Om een of andere vreemde reden voelde Jesse precies hetzelfde.

Jesse is een van de vele mensen met wie je de afgelopen twintig jaar hebt gewerkt. Zijn verhaal klinkt op z’n zachtst gezegd vreemd, maar is volgens jou niet uitzonderlijk. Heel wat mensen herbeleven blijkbaar aspecten van trauma’s uit de vader- of moederlijn. Hoe verklaar je dat?

Mark Wolynn: ‘De Duitse psychotherapeut Bert Hellinger (die het principe van familieconstellaties neerzette, nvdr) sprak al over onbewuste loyaliteit, waardoor een bepaald mechanisme zich in een familie blijft herhalen. Ik heb altijd geweten dat daar een wetenschappelijke uitleg voor moest zijn, alleen hadden we die nog niet ontdekt. Tien jaar geleden deed Rachel Jehuda (professor in de psychiatrie en neurowetenschappen gespecialiseerd in de neurobiologie van posttraumatische stressstoornissen, nvdr) baanbrekend onderzoek naar mensen die de holocaust overleefd hadden en hun kinderen. Ze ontdekte dat de kinderen dezelfde traumatische symptomen hadden als hun ouders, ook al hadden zij de oorlog niet meegemaakt. Ze vond bij de getraumatiseerde mensen een opmerkelijk laag cortisolgehalte, waardoor het systeem reageert met een piek aan cortisol. Hetzelfde patroon zag ze in de kinderen. Ze zag ook dat de kinderen de traumasymptomen van hun ouders herhaalden: een neiging tot angst en depressie. Jehuda vond bij de mensen die het trauma hadden opgelopen ook zestien verschillende genetische markers en pas vorig jaar ontdekte ze dat ook de kinderen dezelfde genetische mutaties hadden ondergaan als hun ouders. Zij leidde daaruit af dat we drie keer meer kans maken op posttraumatische stressstoornissen als een van onze ouders daaronder leed. Op muizen gebeurt dat onderzoek al langer, en daar zijn al meerdere generaties onderzocht, omdat een muizengeneratie maar 12 tot 20 weken telt. Bij mensen zijn nog maar twee generaties onderzocht.’

We geven dus bepaalde trauma’s die we psychisch ervaren, genetisch door?

MW: ‘Ja. Het is zoals de hond van Pavlov. Volgens Hebbs wet van neuroplasticiteit worden neuronen die samen worden geactiveerd met elkaar verbonden (‘when they fire together, they wire together’). In recent onderzoek op muizen werd de geur van kersenbloesem ingebracht in de muizenkooi en kregen ze net dan ook een elektrisch schokje. Zo creëerde de geur in de muizen een angstreactie. Werden de muizen openge­sneden en de hersenen geanalyseerd, zagen de onderzoekers dat de delen van de hersenen die te maken hebben met de geurreceptoren vergroot waren. Niet alleen bij de eerste, maar ook bij de tweede generatie. We noemen dat een epigenetische verandering: die zorgt ervoor dat de soort zich in de komende generaties voor dat gevaar kan hoeden. In dat geval zorgde het systeem ervoor dat de volgende generatie muizen extra alert werd voor de geur van kersenbloesem. Dat is positief als het gevaar blijft be­staan, maar als het gevaar wegvalt en de stress blijft, zet dat het systeem alleen maar onder druk. Het onderzoek op muizen heeft aangetoond dat de derde generatie wel nog de stresssymptomen vertoont, maar geen fysieke wijzigingen meer. Daarom zeggen we nu dat een traumatische ervaring waarschijnlijk drie generaties doorleeft, maar wellicht niet verder dan dat. Bij mensen is de derde generatie nog niet onderzocht, maar omdat het genetisch materiaal van muizen voor een zeer groot deel overeenkomt met mensen kunnen we afleiden dat dat bij de mens wellicht ook zo zal zijn. In die drie generaties is er dus veel kans dat je een patroon ziet waarin een trauma herbeleefd wordt. Bij een moeder die haar eerste kind verliest of weggeeft, zie je bijvoorbeeld een dochter die haar eerste kind aborteert. Dat zijn onbewuste herhalingen, maar ze komen vaak voor.’

Icone citation

‘Het is belangrijk dat we naar onze eigen thema’s kijken, zodat ze niet op de schouders van het nageslacht terechtkomen’

Opvallend aspect in jouw bevindingen is dat stresssymptomen bijvoorbeeld in gang gezet worden op een bepaalde leeftijd.

MW: ‘Ja, we stellen vast dat bepaalde mijlpalen blijkbaar de herhaling van een bepaald patroon in gang zetten. Dat kan een leeftijd zijn, maar ook een gebeurtenis, zoals een geboorte, een verhuizing, een scheiding, een nieuwe fase in het leven … Het is als een wekker die afgaat, het zet iets in gang. Zo ontmoette ik een vrouw die sinds ze in verwachting was plots overvallen werd door een enorme angst. Als ik haar volgens mijn methode vragen stelde om de kern van haar angst te doorgronden, ontdekte ze dat haar stress te maken had met de diepe angst om haar kind iets aan te doen. Ik vroeg haar of er ooit iemand in de familie was die haar kind iets had aangedaan. Eerst zag ze het niet meteen, maar dan riep ze uit: “Oh natuurlijk! Mijn oma!” Toen haar grootmoeder pas moeder was geworden, had ze een kaars aangestoken bij het gordijn. Het gordijn had vuur gevat en het huis was in brand geschoten. De baby lag boven en ze had hem niet meer kunnen redden. Maar over dat voorval werd nooit gesproken in de familie, zei ze, dat was taboe. Het was haar ooit één enkele keer verteld. Juist die zaken die geheim blijven en nauwelijks vernoemd worden, hebben vaak de meeste impact op de familieconstellatie.’

Ze had zelf nooit de link gelegd?

MW: ‘Nee, we doen dat eigenlijk zelden. Maar als we eenmaal de link leggen tussen ons eigen verhaal en dat van onze voorouders, dan valt het kwartje. Dan pas kan ik met die persoon verder werken en de persoon een positieve ervaring laten ondergaan, zodat de neuronen gelinkt kunnen worden aan nieuwe ervaringen. Als we die nieuwe gevoelens ervaren passen we de wet van Hebbs neuroplasticiteit toe in onszelf. Je gaat het krijgen van een kind dan associëren met nieuwe, positieve, ondersteunende beelden, gedachten … Ik werk met beelden, taal, ademhaling, aanraking, je legt bijvoorbeeld je hand op je hart terwijl je bepaalde affirmaties uitspreekt. Studies hebben al aangetoond dat wat je visualiseert of je je inbeeldt dezelfde regio’s in de hersenen activeert, als wanneer je het echt beleeft. De kunst is om met oefeningen de aandacht van het limbische systeem – dat ons waarschuwt voor pijnlijke ervaringen uit het verleden – te verschuiven naar de prefrontale cortex. Hoe voel ik me nu, op dit moment? Kan ik mijn oude spontane reactie op een impuls even uitstellen en een nieuwe reactie creëren? Op die manier kunnen we traumatische ervaringen – ook geërfde – helen.’

Kunnen we zeggen dat je iets wat je zelf niet oplost, in feite ‘doorgeeft’ aan een volgende generatie?

MW: ‘Dat is wat Bert Hellinger beweert. Mijn ervaring is dat als iemand in de familie weggeduwd, ontkend of vergeten wordt – bijvoorbeeld: de grootvader pleegde zelfmoord en dat wordt verzwegen omdat de familie te schande bracht – je daardoor alleszins een vruchtbare bodem creëert voor herhaling. Soms is iets te confronterend om naar te kijken, omdat je weet dat als je ernaar kijkt je medeplichtig bent, of mee schuld draagt, of daardoor gevoelens zal ontmoeten die je liever niet ontmoet. Daarom is het belangrijk dat we, als we dat kunnen, naar onze eigen thema’s kijken, zodat ze niet op de schouders van het nageslacht terechtkomen.’

Is het trauma in de eerste generatie misschien nog ‘te vers’ om te helen?

MW: ‘We zien dat de eerste generatie nog heel reactief op het trauma reageert: hun eerste bezorgdheid is overleven en ervoor zorgen dat de soort blijft bestaan. Dus als je grootmoeder in de oorlog verkracht werd, dan is de kans groot dat ze haar emoties op slot heeft gezet en verhard is om gewoon door te kunnen gaan. Pure overleving. Je moeder, haar dochter, kan in het overgeërfd trauma al een beetje meer ontspannen, en de kleindochter nog meer. Zo krijg je bijvoorbeeld een kleindochter die het gevoel heeft dat ze verkracht is geweest. Ze gaat naar een lichaamswerker, waarbij ze een beeld krijgt of een droom dat ze verkracht werd. De therapeut vraagt haar: denk je dat dat je is overkomen? En ze kan dan echt het gevoel hebben dat het haar moet zijn overkomen. We noemen dat een false memory syndrome. Daardoor zou ze mensen kunnen gaan verdenken, misschien haar vader, omdat het gevoel zo sterk is. Belangrijk is dat de therapeut dan vraagt om los te laten wiens trauma het zou kunnen zijn, en verder te zoeken.’

Doen veel therapieën dat?

MW: ‘Nee, er bestaan nog niet veel therapievormen die die weg uitgaan. In klassieke therapie kan zeker ook met de stresssymptomen gewerkt worden, met bijvoorbeeld EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing, nvdr) kan ook veel gedaan worden. Maar ik merk zelf dat het een hele hulp is om de link met de voorouders te maken. Dan begrijpt ook de mind wat er aan de hand is. Het inzicht dat een bepaald gevoel of een bepaalde neiging niet van jou is, maar een herhaling van de neiging of het gevoel van iemand anders, is dikwijls al een enorme eyeopener op zich. Als je eenmaal doorhebt dat de emoties die je lamleggen in feite niet jouw emoties zijn, maar die van je vader of grootmoeder of tante, dan kan je ingrijpen en het patroon doorbreken. Je kan dan de ervaring bewust omzetten in een nieuwe ervaring en nieuwe gevoelens integreren.’

Kan je het originele plaatje altijd vinden? Soms is een familiegeheim zo goed bewaard dat het nooit uitgesproken werd …

MW: ‘Nee, niet altijd. Maar het trauma vertaalt zich dan altijd wel op een of andere manier in jou: in je gezicht, in je lichaamshouding, in bepaalde gevoelswoorden die je gebruikt als je over je angsten vertelt. Ik stel gericht vragen om bij die kerntaal te komen.’

Taal en woorden spelen in jouw methode een belangrijke rol?

MW: ‘Ja, taal is wellicht het belangrijkste onderdeel van mijn werk en methode. Ik neem veel tijd om tot die basistaal te komen en om een kerntaalmap uit te bouwen. Een trauma laat altijd sporen na in de vorm van emotioneel geladen taal die we gebruiken om onze bezorgdheden, angsten, relaties … te omschrijven. Die taal laat een spoor van broodkruimels na en als je weet hoe die te volgen, kom je terecht bij trauma’s uit de kindertijd en uit de familiegeschiedenis die nooit zijn opgelost. Zo kan je het puzzelstuk vinden waardoor alles op z’n plaats valt. Ik heb taalwetenschappen gestudeerd, ik ben ook dichter en heb daarom een groot gevoel voor taal en precisie. Ik zie ook gelijkenissen tussen een helingproces en een gedicht schrijven. Je hebt voor beide de juiste timing nodig, het juiste beeld en de juiste taal. Kom je te snel bij het totaalplaatje, dan kan de cliënt de ervaring niet integreren. Als je te snel tot conclusies komt zal hij het beeld dat ontstaat niet kunnen vatten. Kom je tot het verkeerde beeld, dan zal het niet in hem resoneren. En als je taal niet precies is, zal hij de woorden niet horen.’

Wordt die theorie algemeen aanvaard in therapeutische kringen?

MW: ‘Het is vrij nieuw, maar als je naar de wetenschappelijke bevindingen kijkt, valt er eigenlijk weinig te weerleggen. Er wordt steeds meer geschreven en ontdekt in het domein van epigenetica. Het slaat aan, omdat we ergens ook wel voelen dat het klopt. Het hoort bij de zeitgeist. Mensen leven soms met een mysterie dat ze zelf niet kunnen oplossen, zoals een plotselinge paniekaanval, of obsessieve gedachten, een depressie die al zo lang in je leeft dat je niet eens meer weet dat het niet van jou is. Ik wil mensen helpen die kampen met een overgeërfd familietrauma maar geen idee hebben tot wie ze zich kunnen richten. Daarom heb ik dit boek geschreven, zodat je er ook zelf mee aan de slag kan, want niet iedereen wil in therapie. Ik heb het boek ook geschreven om het bewustzijn te stimuleren in therapeutische en medische kringen dat we stilaan zullen moeten gaan kijken naar epigenetica, en naar trauma’s van twee, drie generaties geleden. Ook collectieve trauma’s die groepen mensen dragen, zoals een oorlog, of 9/11, bijvoorbeeld. Tegelijk wil ik de tools die ik twintig jaar lang ontwikkeld en beproefd heb aanbieden aan therapeuten, psychologen en dokters die daarin misschien voor zichzelf en voor onopgeloste situaties een oplossing kunnen vinden.’ 

Meer info
It didn’t start with you – How inherited family trauma shapes who we are and how to end the cycle, Mark Wolynn (Viking, 2016). Te verkrijgen via www.markwolynn.com en www.amazon.com