Geef groepstherapie een kans
De aanwezigheid van anderen geeft een extra dimensie aan therapie. Enerzijds zitten ze in hetzelfde schuitje, wat troost biedt, anderzijds zijn ze helemaal anders, wat afstand schept. Groepstherapie kan je nochtans veel bijbrengen, over de ander én jezelf.
Tekst Laurence Lemoine
Er bestaan allerlei soorten therapiegroepen: voor vrouwen, pubers of koppels; voor eetstoornissen, fobieën of verslavingen; gebaseerd op gesprekken of lichaamswerk… Maar hoe divers ze ook zijn, ze hebben allemaal bepaalde dingen gemeen. Groepstherapie vervangt individuele therapie niet: soms gaat ze eraan vooraf, soms is ze de voortzetting ervan, soms werkt ze aanvullend omdat ze iets biedt wat alleen kan ontstaan in de aanwezigheid van anderen.
Spiegel van het echte leven
‘De sociale uitvinding die in deze eeuw het snelst gegroeid is en die ongetwijfeld de krachtigste en vruchtbaarste is.’ Zo omschreef psycholoog Carl Rogers groepstherapie in de jaren zeventig . Hij was zo overtuigd van de waarde van die therapievorm dat hij geloofde dat ze individuele therapie overbodig zou maken. Want, zoals Freud al vermoedde, in groepstherapie zie je fenomenen opduiken die zich niet voordoen in een een-op-eenrelatie tussen patiënt en therapeut.
Volgens de psychiater Jacob Levy Moreno – bedenker van het psychodrama, de eerste collectieve therapievorm – is een groep de enige setting die toelaat om mensen te doorgronden in hun complexiteit. ‘Je laat mensen plaatsnemen in je bureau, in een artificiële situatie’, zou hij tegen Freud gezegd hebben. ‘Ik zie hen in de straat, in hun natuurlijke omgeving.’
Omdat hij ervan overtuigd was dat individuen alleen maar bestaan in hun relatie tot de ander vond hij dat je je op interactie moest concentreren, veel meer dan op overdracht – de manier waarop patiënten hun ervaringen uit hun kindertijd herbeleven met hun therapeut. Zo kwam de groep naar voren als een soort laboratorium van het sociaal leven. Een testomgeving waarin het mogelijk was moeilijke situaties na te spelen en te experimenteren met ander sociaal gedrag, om dat later over te nemen in het ‘echte’ leven.
Helen dankzij anderen
Of het nu gaat om gedrags-, gestalt-, systemische of analytische therapie of om groepen die het accent leggen op persoonlijke ontwikkeling, groepstherapie berust op een aantal specifieke pijlers.
Delen. Als je aan therapie begint heb je vaak het gevoel dat je abnormaal bent en dat je de enige bent die met dat soort moeilijkheden worstelt. Naar de problemen van anderen luisteren doet je relativeren. ‘Toen ik aankwam voelde ik heel veel schaamte’, vertelt Isabelle (47). ‘Maar ik ondervond dat de anderen heel meevoelend waren, en dat ze zich zelf ook ellendig voelden. Van dan af begon ik me milder op te stellen tegenover mezelf en anderen.’
Ervaren. Waar individuele therapie de focus legt op het narratieve – je vertelt wat je beleefd hebt in de buitenwereld – legt groepstherapie meer de klemtoon op wat de patiënt tijdens de sessie zelf ervaart, samen met de anderen. ‘Tijdens mijn analyse heb ik geleerd om mijn mislukte relaties te zien in het licht van mijn kindertijd en heb ik interessante hypotheses leren kennen’, zegt Antoine (37). ‘Maar in groep zag ik hoe ik in realiteit reageerde. Ik kon beter zien wat mijn eigen aandeel was in situaties.’
Spiegelen. Wat Antoine ontdekte dankzij de andere deelnemers is dat hij altijd afstand hield, wat het moeilijk maakte om echte intimiteit te bereiken. ‘Hoe anderen me zien helpt me om te begrijpen wie ik echt ben en niet wie ik denk te zijn’, vat Marc samen. ‘En soms zijn het net de mensen waar je het minst voor openstaat die je het meest kunnen bijleren over jezelf’, vindt Antoine. ‘Voorbij de angst ontdek je ware verbinding.’
Resoneren. ‘Ik vond het moeilijk om emoties te voelen wanneer ik over mezelf praatte’, zegt Nathalie (40). ‘Maar wanneer anderen aan het woord waren voelde ik hun angst, hun woede of verdriet, alsof het om mijn eigen emoties ging.’ Meeleven met anderen laat je toe om in contact te komen met je verdriet dat diep verborgen zit. Je wordt je bewust van het feit dat je ook zo in elkaar zit.’
Op die manier leer je evenveel uit het proces van anderen als uit je eigen traject. Groepstherapie laat je dus toe om te werken op drie niveaus: intrapsychisch (je oordeelt minder, over jezelf en over anderen), relationeel (je toont je fouten, spreekt je verlangens uit) en sociaal (je wordt onafhankelijker doordat je aanvaardt dat je van anderen afhangt). Wat van groepstherapie een bijzonder rijke methode maakt.