Wat leer je uit je burn -out?
‘We verkeren in volle breincrisis.’ Breinexperte Elke Geraerts windt er in haar pas verschenen boek Mentaal kapitaal geen doekjes om. Toch is er volgens Geraerts geen reden om te wanhopen. ‘We kunnen dit dieptepunt gebruiken om te leren springen.’
Tekst Tina De Gendt
What doesn’t kill you, makes you stronger. Voor mensen die een burn-out doormaken is dat vaak het devies waarmee ze de dag doorkomen. Helemaal leeggezogen, losgekoppeld van zichzelf en hun omgeving met een zelfvertrouwen ver onder nul. Dan kan de toekomst alleen maar beter zijn. En zo is het ook in onze samenleving vandaag: in het diepe water kunnen we leren zwemmen en sterker dan ooit uit deze breincrisis komen.
Dat is de krachtige, hoopvolle boodschap die psychologe Elke Geraerts in haar boek Mentaal kapitaal meegeeft. En die boodschap slaat aan: nog voor de officiële voorstelling van het boek in oktober waren er al 7 500 exemplaren van verkocht. ‘Veel mensen voelen zich aangesproken door burn-out omdat ze een of meerdere symptomen in zichzelf herkennen. Slechts een derde van de werknemers in België is helemaal burn-out-vrij. We voelen allemaal dat er iets mis is. En nu hebben we de tools om er iets aan te doen.’
Elke Geraerts
is doctor in de psychologie en bekleedde verschillende academische posities aan de universiteiten van Harvard, St. Andrews, Maastricht en Rotterdam. Vrouwenblad Viva riep haar uit tot de slimste vrouw van Nederland. Ze maakt deel uit van het netwerk van het World Economic Forum en is partner bij Better Minds at Work, dat bedrijven helpt om de mentale weerbaarheid en bevlogenheid van hun werknemers te verhogen.
Hoe weet je dat je een burn-out hebt?
Elke Geraerts: ‘Een burn-out heb je pas als je echt niet meer verder kan. Het woord wordt vandaag nogal gratuit gebruikt, maar mensen die een burn-out meemaken kunnen gewoon niet meer verder. Het is het totale faillissement van je energiehuishouding. Mensen – ook artsen – verwarren burn-out nog vaak met depressie, maar het zijn wel degelijk twee verschillende aandoeningen. Depressie is een gevoelsziekte terwijl burn-out een energieziekte is.’
‘De twee houden wel verband met elkaar: burn-out kan tot depressie lijden, maar niet omgekeerd. De moeilijkheid van burn-out is niet de ziekte maar wel de weg ernaartoe herkennen en op tijd ingrijpen. Het proces van burn-out is weliswaar erg individueel, maar er zijn wel een aantal kenmerken die telkens terugkeren. De meeste mensen hebben op dit moment geen burn-out maar vertonen wel een aantal symptomen.’
Welke symptomen gaan aan een burn-out vooraf?
EG: ‘Er zijn drie fasen die een vitale en fitte werknemer onderscheiden van een werknemer die uitvalt met burn-out. In de eerste fase zie je dat mensen harder gaan werken en almaar meer opofferen voor hun job. In een tweede fase worden ze vaker ziek of vallen ze uit op het werk. Ten slotte worden mensen cynisch en maken ze fouten op het werk. De volgende stap is een echte burn-out. Het alarmerende is dat slechts 36 % van de beroepsbevolking zich in de vitale en fitte fase bevindt. De overgrote meerderheid is dus op weg naar een burn-out. Zowat 9 % van de mensen is opgebrand, en dat aandeel neemt toe. In de gele fase vinden we 37 %, in de oranje 7 % en in de rode 11 %.
Hoe verklaar je die zorgwekkende cijfers?
EG: ‘Er wordt vandaag meer gerapporteerd dan vroeger, maar er is ook meer aan de hand. Ons brein wordt met heel wat uitdagingen geconfronteerd. We proberen eindeloos te combineren, willen overal tegelijk aanwezig zijn en zijn constant omringd door zaken die onze aandacht opeisen. Niet alleen op het werk wordt enorm veel van ons verwacht, ook thuis hebben we erg veel aan ons hoofd. Ons brein kan niet meer volgen. Het is een speelbal geworden, een ongeleid projectiel.’
‘De gevolgen zijn navenant: we kunnen ons niet meer concentreren en hebben het moeilijk om zelfdiscipline aan de dag te leggen. Telkens weer wordt onze aandacht weggezogen naar onze smartphone of een ander toestel, zodat we compleet machteloos lijken. We oefenen nog amper controle uit op onze gedachten maar laten ons meedrijven met de waan van de dag. Uit onderzoek blijkt dat we 47 % van de tijd niet denken aan datgene waar we eigenlijk mee bezig zijn. Wanneer gedachten afdwalen verglijden ze bovendien hoofdzakelijk naar het negatieve. We worden met andere woorden ongelukkiger door de breincrisis.’
Toch is het net die crisis die volgens jou reden tot optimisme geeft.
EG: ‘Net zoals burn-out voor veel mensen een tweede kans betekent kan deze breincrisis voor onze maatschappij een keerpunt worden. We kunnen dit dieptepunt gebruiken om te leren springen. Een kern veerkracht is namelijk “de wet van de stimulerende achterstand”: in noodsituaties zijn we wel verplicht om op zoek te gaan naar alternatieve oplossingen, waardoor het vaak innovatie voortbrengt. Dat kan deze crisis ook doen voor ons mentaal kapitaal.’
‘Sinds de jaren zeventig is het hersenonderzoek sterk geëvolueerd. In de zoektocht naar een remedie voor tal van psychische problemen is men enorm veel te weten gekomen over de manier waarop ons brein, en meer bepaald ons werkgeheugen, functioneert. Zowel vanuit de psychologie als vanuit de neurologie komen steeds meer inzichten. Sinds de opkomst van de positieve psychologie weten we daardoor niet alleen hoe we een ziek brein opnieuw gezond moeten maken maar ook hoe we een gezond brein beter kunnen laten functioneren en wapenen tegen de uitdagingen van de 21ste eeuw, in de plaats van die uit de weg te gaan.’
“Deze breincrisis kan voor onze maatschappij een keerpunt worden: we zijn verplicht om te zoeken naar alternatieve oplossingen’ Elke Geraerts, breinexperte”
We moeten weer controle krijgen over ons eigen leven?
EG: ‘Het is gemakkelijker dan veel mensen denken. Als het over onze hersenen gaat denken we dikwijls dat alles vastligt en dat we zelf weinig keuze hebben over de manier waarop we denken en handelen. Dat we als het ware moeten roeien met de riemen die we hebben. Daarbij onderschatten mensen vaak hoe plastisch ons brein is. Zeker op het vlak van executieve functies, zoals zelfcontrole en focus, kunnen we nog grote stappen vooruit zetten.’
Hoe vergroot je je mentaal kapitaal dan concreet?
EG: ‘Zoals altijd is de eerste stap de moeilijkste: je moet bereid zijn om verantwoordelijkheid op te nemen. We moeten weg uit de klaagcultuur en gaan naar een doecultuur. Dat betekent ook afstappen van het slachtofferdenken. Er woedt vandaag een hevige discussie tussen werkgevers en werknemers over wiens schuld de burn-outcrisis is. Voor mij is het duidelijk dat burn-out een gedeelde verantwoordelijk heid is en dat beide groepen er alle belang bij hebben om te investeren in hun mentaal kapitaal. Voor jezelf is het verbeteren van je mentale veerkracht alleen maar voordelig. Niet alleen op werkvlak maar voor je hele leven. Voor een CEO zijn mentaal fitte werknemers ver te verkiezen boven mensen die op weg zijn naar burn-out: ze zijn productiever en veel minder vaak afwezig. Actief kiezen om te investeren in mentaal kapitaal is een belangrijke eerste stap om de breincrisis in ons voordeel om te kunnen buigen.’
‘Daarna begint het echte werk. In mijn boek heb ik het over de vier hefbomen van veerkracht: focus, bewustzijn, optimisme en zelfcontrole zijn onze werkterreinen. Opnieuw controle krijgen over de manier waarop we onze aandacht verdelen, bewuster omgaan met ons bewustzijn, onszelf een positief denkkader aanmeten en ons minder laten verleiden tot directe behoeftebevrediging. Dat is de uitdaging waar we vandaag voor staan.’
Dat klinkt allemaal gemakkelijker gezegd dan gedaan?
EG: ‘Er is werk aan de winkel, dat zal ik niet ontkennen. Maar met een paar kleine ingrepen kan je al een groot verschil maken. Door gewoon al te stoppen met multitasken maar bewust te kiezen voor “singletasking” zal je merken dat je concentratie al een groot stuk toeneemt. Door de dag eens niet te beginnen door je mails te checken maar eerst een grote opdracht uit te voeren zal je doorzettingsvermogen snel een pak groter blijken. Ook optimisme kan je leren. Een belangrijke boodschap is: je hoeft niet te wachten tot je opbrandt om aan je mentaal kapitaal te werken. Dan kost het allemaal veel meer moeite. Grijp snel genoeg in als je voelt dat er iets mis is of als je jezelf wilt verbeteren. Het is een investering zonder risico.’
” Ik besefte dat het jaren geleden was dat ik nog iets voor mezelf had gedaan”
Linde Goossens (50), neonatoloog aan
UZ Gent
‘Een paniekaanval ’s nachts deed de eerste alarmbel rinkelen. Voordien had ik al last van allerlei kwaaltjes en liep ik op de toppen van mijn tenen, maar ik had wat onderzoeken laten uitvoeren bij collega’s die me geruststelden dat er niks ernstigs aan de hand was. Pas toen de paniekaanval zich herhaalde op het werk heb ik beseft dat het zo niet meer verder kon. De mogelijkheid van een burn-out kon ik in het begin moeilijk aanvaarden. Hoe kan je als sterke vrouw, als dokter, nu zo “zwak” zijn, dacht ik.’
‘Maar als mijn burn-out me iets heeft bijgebracht is het wel om altijd te proberen dicht bij mezelf te blijven. Want daar ligt voor mij de essentie van het probleem en de kern van de oplossing. Na mijn instorting op het werk consulteerde ik de psycholoog en kreeg ik de opdracht om eens iets te doen wat ik zelf graag deed. Ik ben naar huis gegaan, heb een kop thee geschonken, pianomuziek van John Field opgezet en ik ben beginnen huilen als een kind. Toen pas besefte ik dat het jaren geleden was dat ik nog iets voor mezelf had gedaan. Ik was zo lang met anderen bezig geweest dat ik het contact met mezelf totaal verloren was.’
‘Heel veel mensen in de zorgsector hebben de eigenschap om anderen altijd op de eerste plaats te zetten. Dat is ook een belangrijke motivatie om in de sector te stappen. Maar vaak gaat het, zoals bij mij, ten koste van zichzelf. Je gunt jezelf weinig omdat je vindt dat anderen, je kinderen, je partner, je patiënten, het harder nodig hebben. Nu pas besef ik dat je door voor jezelf te zorgen niet slechter, maar juist beter voor anderen kan zorgen. Mijn betrokkenheid is daardoor niet minder groot, maar ik kan het beter afbakenen. Alhoewel het tot op heden een moeilijk evenwicht blijft voor mij waar ik nog bijna dagelijks mee bezig ben.
Burn-out in 12 fases
De grondleggers van de burn-out behandeling, psychologen Herbert Freudenberg en Gail North, ontdekten dat de weg naar burn-out bij de meeste mensen op dezelfde manier verloopt. Een gezonde werknemer doorloopt standaard 12 fases alvorens hij het punt van burn-out bereikt. De 12 stappen doen zich niet noodzakelijk in deze volgorde voor. Hoe meer symptomen zich voordoen, hoe roder het alarm gaat branden.
1. De nood voelen om zich te bewijzen op het werk
Vaak ligt onzekerheid over de positie aan de basis van dat gevoel.
2. Harder beginnen werken
Typisch trekt men in deze fase werk naar zich toe om (voor zichzelf of de chef) te bewijzen dat men onmisbaar is.
3. De eigen behoeften verwaarlozen
Alles moet wijken voor het werk, dus worden het snelle broodjes in plaats van een gezonde lunch en het onderhouden van sociale relaties vindt men in deze fase ondergeschikt aan het werk dat gedaan moet worden.
4. Voelen dat er iets mis is
Men wordt zich ervan bewust dat er een probleem is maar ziet de oorzaak niet en zoekt elders naar verklaringen – typisch zijn dat in eerste instantie de fysieke gezondheid of partnerrelaties. tot hier: fase geel
5. Waarden en normen vervagen
In deze fase wordt het hele leven ondergeschikt gemaakt aan het werk. Emoties vlakken af en empathie vervaagt.
6. Ontkenning van het probleem
Men wordt intolerant en heeft het almaar moeilijker met sociaal contact. Problemen wijt men aan een ‘tijdelijke’ situatie op het werk.
7. Zich terugtrekken
Men voelt zich richtingloos en trekt zich steeds verder terug uit het sociaal leven. In deze fase grijpt men vaak naar drank of drugs. tot hier: fase oranje
8. Gedragsverandering wordt zichtbaar
Collega’s, familieleden en vrienden kunnen de gedragsveranderingen van de persoon niet meer negeren. Dat lijdt tot confrontatie.
9. Depersonalisatie
Hun visie op het leven verengt tot een zinloze aaneenschakeling van mechanische functies. De langetermijnvisie verdwijnt.
10. Innerlijke leegte
Hun extreme aandacht voor het moment leidt tot een gevoel van leegte. Dat gevoel probeert men vaak te compenseren door excessieve activiteit, zoals binge-eten of extreem seksueel gedrag.
11. Depressieve symptomen vertonen
Men voelt zich uitgeput en onverschillig en gelooft dat het leven weinig zinvol is. tot hier: fase rood
12. Burn-outsyndroom
Fysiek en mentaal in elkaar storten
“Sinds mijn burn-out heb ik mijn leven compleet gereorganiseerd en doe ik de dingen anders”
Laurent Winnock (37), directeur communicatie
en corporate responsibility bij AXA
‘Ik noemde burn-out in een column voor De Tijd ooit mijn “beste ongeluk ooit”. Niet iedereen krijgt de kans om helemaal opnieuw te beginnen op zijn vijfendertigste. Voordien zondigde ik tegen alle regels van een gezond leven. Ik werkte keihard maar had geen zelfzorg, en om te compenseren verloor ik mezelf regelmatig in overdaad. Burn-out heeft mijn leven 180 graden de andere richting in gestuurd. Ik begrijp nu dat wie op dit niveau in het bedrijfsleven wil meedraaien eigenlijk aan topsport doet. Als je het wilt volhouden moet je jezelf als een topsporter gedragen en jezelf verzorgen. Je moet discipline opbouwen en periodes van rust inlassen.’
‘Sinds mijn burn-out heb ik mijn leven compleet gereorganiseerd en ben ik de dingen anders gaan doen, zowel op het werk als in mijn vrije tijd. Mijn persoonlijke ervaring heeft niet alleen voor mezelf maar ook voor mijn bedrijf een positieve kentering teweeggebracht. Doordat de bedrijfstop mijn burn-out van zo dichtbij meemaakte is die heel snel in actie gekomen om de mentale gezondheid in het bedrijf te verbeteren. In plaats van de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven, zoals in sommige bedrijven nog altijd het geval is, zijn ze heel snel begonnen met preventie. In de afgelopen twee jaar is er op dat vlak heel wat in beweging gekomen en ik ben blij dat ik met mijn ervaring een steentje kan bijdragen om het onderwerp bespreekbaar te maken in de financiële wereld.’