Dirk De Wachter, psychiater: ‘Ik ben een kwetsbare mens’
Daarom is die tegenbeweging net belangrijk.
DDW: ‘Juist. Het is voor mij een reden om verder te doen. “I can’t go on, I’ll go on”. Die woorden van Sam Beckett uit Molly Malone citeer ik vaak, als ik denk: is het allemaal wel iets waard? Waar ben ik toch mee bezig? Ik word overal opgevoerd als de clown van dienst, de vrolijke Frans. Als ik zie hoe de wereld verder dendert en hoe de psychiatrie toch nog altijd in de verdomhoek gezet wordt en hoe patiënten en hun diagnose nog altijd stigmatiserend werken op de arbeidsmarkt en in contacten, dan denk ik: daar gaan al mijn lezingen en al mijn schrijfsels. Maar het motiveert mij alleen maar om met nog meer niets ontziende kracht verder te doen. En om soms ook te zeggen: nu is het wel even genoeg, nu wil ik even verdwijnen. Dat moet ik toch eens doen na dit boek, een sabbatical nemen. Vivons heureux, vivons cachés.’
Een wellnessweekend moeten we je in elk geval niet cadeau doen, want je hebt het niet voor de ratrace maar ook niet voor geforceerde ontspanning. Je pleit voor meer gematigdheid in het dagelijks leven, meer balans.
DDW: ‘Ik pleit voor gewonigheid. (denkt na) Ik weet niet wat balans is. Ik vind “niet in balans zijn” eigenlijk wel oké. Ik ben het eens met wat Ignaas Devisch zegt over rusteloosheid. We moeten het een plaats geven in ons leven, we moeten het niet bestrijden. Ik weet waarover ik spreek, want ik ben zelf een rusteloze mens en ik zou niet rustig kunnen bestaan. Ik ben dit jaar veertien dagen op vakantie geweest in het centrum van Parijs. Ik heb daar ten volle van genoten, maar mensen die werken zoals ik, zowat 100 uur per week, vinden dat wellicht een beetje gek. Die gaan op een berg of een strand zitten. Ik doe dat niet. Omdat ik de rusteloosheid van het bestaan in mij heb en daarmee leef. We moeten leren leven met imperfectie en ongebalanceerdheid. Luister naar je onevenwicht en doe er iets mee. Druk het niet weg en pak er niet te veel pillen voor, tenzij je echt helemaal uit balans bent en niet meer verder kan. Maar een beetje uit balans is goed, dat lijkt mij boeiend.’
Balans is duidelijk geen streefdoel in je leven als je 100 uur per week werkt. Of was dat bij wijze van spreken?
DDW: ‘Helemaal niet. Ik ben altijd aan het werk, ook in het weekend. Maar wees gerust, we doen ook andere dingen. Gisteren zijn mijn vrouw en ik naar de opera geweest. Dat is voor mij eten en drinken, voeding voor de ziel, net zoals literatuur. Eigenlijk is alles werk voor mij, maar dat vermoeit me helemaal niet. Integendeel, dat laadt me op. Ik zeg altijd dat ik niet veel kan, en daarmee bedoel ik dat ik geen grote talenten heb op het vlak van muziek, literatuur of sport. Maar wat ik wel goed kan, echt heel goed, dat is slapen. Ik leg me in mijn bed en val meteen in een diepe coma. Mijn slaap is driedubbel geconcentreerd. Daardoor kan mijn brein zo lang actief zijn, denk ik.’
In De Wereld van De Wachter hou je een pleidooi voor verveling, we moeten de tijd nemen om bubbelfolie te doen ploffen. Hoe goed ben je daar zelf in?
DDW: ‘Ik kan gewoon zitten denken, aan niks en alles tegelijk. Tijd verliezen omdat ik in gedachten verzonken ben. Wat ik het liefst doe wanneer ik op vakantie ben, is verloren lopen. De straten in en uit lopen, kijkend naar de huizen en de schoonheid van de wereld en de mensen. En dan op mijn kaart zien waar ik verzeild ben geraakt. Dat vind ik fantastisch. Ik kan goed verloren lopen zonder verloren te zijn. Dat is een metafoor voor mijn bestaan, en dat is ook wat ik nu met jou doe: verloren lopen in mijn woorden zonder mij verloren te voelen. Die basic trust is wel aanwezig.’