Destructieve gewoontes: ze sluipen zo je leven binnen
Zelfdestructieve gewoontes? Dat is iets van mensen die drinken en drugs gebruiken, toch? Wel, het kan ook subtieler. Wat dacht je van jezelf vergelijken tot je erbij neervalt of Netflixen tot je niet meer kan slapen?
Tekst: Hade Wouters
‘Ik spendeer te veel tijd op sociale media,’ vertelt Nele van den Broeck, muzikant, theatermaker en schrijver. Nele bracht recent het boek Halfvolwassen uit, waarin ze ruimschoots inzicht geeft in haar zelfdestructieve gewoontes. ‘Ik check mijn instagram wel vijftig keer per dag, waardoor mijn dagen in heel kleine stukjes zonder focus verdeeld worden. Bovendien zit ik tot laat ‘s avonds aan de computer. Meestal werk ik veel te lang. Daarna heb ik het gevoel dat ik wat ‘ontspanning’ verdien. Resultaat: ik kijk Netflix tot na middernacht en daarna kan ik door het blauwe licht niet in slaap komen.’ Nele erkent dat haar gedrag in wezen negatieve gevolgen heeft voor zichzelf.
Van troost naar probleem
Bij zelfdestructieve gewoontes denken we aan mensen die de ene sigaret na de andere roken of het elke dag te veel alcohol drinken. Maar in het verhaal van Nele zitten elementen die waarschijnlijk herkenbaar zijn voor iedereen. Ook Kato, moeder van vier en herborist, erkent dat ze zelfdestructieve gewoontes heeft: ‘Ik vertoon uitstelgedrag. De gevolgen zijn niet mals. Als alles op de lange baan geschoven wordt, komt de deadline soms verrassend snel. Dat levert dan stress op. Ik snauw tegen mijn man en kinderen en voer sommige plannen helemaal af omdat ik toch geen tijd meer heb. Ik maak mezelf heel graag wijs dat ik druk moet voelen om gefocused te kunnen werken. Een andere zelfdestructieve gewoonte van is niet voor mezelf opkomen is zelfdestructief. Als ik onrechtvaardig behandeld word, sta ik soms met mijn mond vol tanden, maar achteraf pieker ik daar dagen over en worden dingen buitenproportioneel. Ik denk dan heel zwart-wit: ik kan nooit iets goed doen, X zit altijd op mijn kap, …’
Zelfdestructieve gewoontes zijn irrationeel. In eerste instantie voel je je er beter door of vermijd je een negatief gevoel, maar op lange termijn wordt het slechter. Wilfried van Craen is cognitief gedragstherapeut, gespecialiseerd in mindfulness based cognitive therapy (MBCT). Hij verklaart: ‘We hebben allemaal te maken met een kloof tussen het leven dat we verwachten en de realiteit. We rekenen bijvoorbeeld op een duurzame relatie, maar na vijftien jaar gaat onze partner weg. We zetten ons in voor ons werk, en we krijgen een burn-out. De kloof tussen verwachting en realiteit kan groot zijn of minder ernstig, zoals bijvoorbeeld een knagend gevoel iets te missen in het ‘échte’ leven. Maar in welke mate we de kloof ook ervaren, we willen deze graag dichten en dat doen we met gewoontegedrag zoals piekeren, verzet, onderdrukken, negeren of ontkennen. Het zelfdestructieve aspect is het gevolg van het gedrag dat we stellen om de kloof te dichten. In eerste instantie denken we dat we probleemoplossend gedrag vertonen, maar eigenlijk werkt dit probleemversterkend. En krijgen we er secundaire problemen door. Door te blijven Netflixen, slaap je weinig en dat mondt dan weer uit in problemen op je werk, in je relaties, enzovoort.’
Een gewoonte waarvan je denkt dat ze je troost en comfort biedt, leidt dus uiteindelijk tot nog meer problemen. Dat is herkenbaar op vele manieren.
De kracht van de gedachte
Angela Mastwijk is facilitator aan de Shift Academy. Haar eigen zoon had negen jaar geleden anorexia. Reguliere methodes en behandelingen waren voor haar onacceptabel omdat die gebruik maakten van dwang en focusten op de verandering van zijn zelfdestructieve gedrag ‘Dat was ineffectief,’ vertelt ze. ‘Ik heb een andere benadering gehanteerd die niet ging over wel of niet eten, maar wel over zijn gedachten. Het probleem was dat mijn zoon geloofde wat hij dacht en zich daarnaar ging gedragen. Als je iets denkt of gelooft, creëer je een ervaring of gevoel. Door te focussen op zijn mindset en niet enkel op zijn destructieve gedrag, veranderde er wat. Op een bepaald moment ging de knop bij hem om, hij ging van de ene dag op de andere weer eten. Zelfdestructieve gewoontes komen voort uit de neiging onze gedachten te geloven, maar feitelijk is wat in je opkomt willekeurig. Vooral bij pubers gaat dit met ups en downs. De ene dag denken ze dat ze niet goed genoeg zijn, de volgende dag is alles stom, … Als je niet weet dat je gedachte maar een gedachte is, wil je zo snel mogelijk die dwingende gedachte of het bijbehorende gevoel wegkrijgen en dat doe bijvoorbeeld door te veel of te weinig te eten, geweld te gebruiken, je te verdoven met alcohol, …’
Gevoelens zoeken hun weg
Stefaan Boel werkt als kinderpsycholoog en -therapeut en doet onderzoek aan de universiteit van Gent naar somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten. Hij ziet in zijn praktijk jongeren met zelfdestructief gedrag, zoals agressie, automutilatie maar tegenwoordig ook meer en meer gameverslavingen. ‘Ik had laatst een cliënt, een jongen van vijftien. Hij had met de visakaart van zijn moeder voor 25 000 euro gegamed. Gamen doet men vaak in groep, en het voelt sociaal, maar eigenlijk kunnen we niet spreken over echt contact. Iemand die zich verliest in het gamen, trekt zich terug, geraakt in financiële problemen, komt niet meer buiten, … Eén-op-één-contact tussen mensen lijkt steeds meer te verdwijnen en we onderdrukken dan maar de bijbehorende gevoelens en emoties. Die zoeken vaak hun weg in zelfdestructief gedrag dat sterker is dan jezelf. Dat heeft dan weer te maken met het oudere deel van onze hersenen waar de emoties zitten, en dat altijd sterker is dan de cognitieve delen. We zijn rationele mensen, maar gevoelens winnen steeds.’
Een initieel positieve functie
De angst voor emoties is herkenbaar voor Wilfried van Craen. ‘Het centrale kenmerk van zelfdestructief gedrag is dat mensen zich proberen verdoven. Het probleem breidt zich dan als een olievlek uit. Uitstellen leidt tot stress, en dat leidt dan weer tot slecht functioneren, sociale isolatie en nog meer piekeren. Als therapeut ga ik op een positieve manier om met het gedrag. Het gedrag zelf is immers niet per sé negatief, maar de consequenties ervan wel. Ik ga met de cliënt op zoek naar wat de functie is van het gedrag of de gewoonte. Misschien dient het om ontspanning te vinden, zichzelf te belonen, of is het een vorm van sociaal contact? Uitstellen heeft als vaak functie het vermijden van de confrontatie dat iets niet lukt. Dus het gedrag heeft in eerste instantie een positieve functie, het vermijdt iets negatiefs, maar leidt wel tot te veel nadelen. Daarom gaan we op zoek naar een aanpassing van die positieve functie, bijvoorbeeld via hypnotherapie. Het kan immers ook anders, faalangst hoef je niet te vermijden met uitstelgedrag. Vervolgens gaan we na welke opvattingen het zelfdestructieve gedrag in stand houden. Dat kunnen kleine vormen van zelfbedrog zijn, zoals: ‘Ik mag vandaag wel een glaasje/game/koopje want het is zaterdag.’. Ook werken we aan de kernopvattingen van een persoon: spookgedachten zoals: ‘ik kan het niet aan zonder’. Zolang men dat gelooft, lukt het inderdaad niet. We sporen de sterke kanten van een persoon op en gaan die oppikken en inzetten op dat ene domein van de slechte gewoonte.’
Herkaderen en zelfzorg
Boel hanteert een integratieve aanpak die afhangt van persoon en situatie. ‘Iemand met een zwaar trauma moet zich vooral eerst veilig voelen. Daarna pas kan ik psychoanalytisch geïnspireerde psychotherapieën en cognitieve gedragstherapie inzetten. Ik geef mensen ook handvatten mee, zoals herkaderen. Als je naar buiten kijkt en je zegt tien keer tegen jezelf dat het zo koud is, heb je een slecht gevoel en zal je niet naar buiten gaan. Je moet goed opletten wat je tegen jezelf zegt. Als je het herkadert als ‘het is koud maar de zon schijnt zo mooi’, is de drempel al lager om de deur uit te gaan.’
De benadering van Mastwijk is gebaseerd op wat zij de drie principes noemt: ‘Ik ga uit van universele levensenergie, bewustzijn en denken. Je leeft en van daaruit krijg je menselijke ervaringen. Die beleef je en je wordt je bewust van dingen: mensen, je omgeving, situaties. Daaronder zit dan het denken. We kunnen onze ervaring gewoon herkennen als ervaring, zonder daar iets te willen oplossen, te graven naar het verleden of te analyseren. We hebben het misverstand dat je niet lekker voelen niet ok is en opgelost moet worden. Maar dat is helemaal niet zo.’
Wat je zelf kan doen om je zelfdestructieve gedrag te lijf te gaan? Stefan Boel: ‘Ga naar buiten, gebruik je zintuigen. Hierdoor valt een deel van je cognitie weg en vermindert bijvoorbeeld piekeren. Ik stuur cliënten wel eens naar de Zoo of een museum. Daarnaast is het belangrijk jezelf te verzorgen, jezelf niet voorbij te lopen in drukke tijden. En professionele hulp zoeken is zeker een belangrijke stap om van je destructieve gedrag af te geraken.’
Andrea Owen onderscheidde 14 vormen van destructief gedrag:
1. Je innerlijke criticus vuurt voortdurend boodschappen op je af. Een innerlijke dialoog die niet erg liefdevol is. Je boort jezelf de grond in.
- Je afzonderen en verstoppen: als je je slecht voelt, is het een pak moeilijker om contact te hebben met anderen. Echt contact, niet via een schermpje.
- Jezelf verdoven: iedereen ervaart gevoelens zoals angst, onrust, verdriet, teleurstelling en stress. Die gevoelens laten bestaan is best moeilijk.
- Jezelf vergelijken tot je erbij neervalt. De enige met wie je je zou mogen vergelijken, is de persoon die jij gisteren was.
- Zelfsabotage: op een bepaald moment wordt het je duidelijk wat je echt graag wil. En dan… Ga je jezelf saboteren.
- Het bedriegerscomplex: vooral vrouwen hebben last van het gevoel de boel te belazeren en zich beter voor te doen dan ze zijn.
- Pleasen en bevestiging zoeken: als je alleen bezig bent met wat anderen willen, denken of vinden, doe je jezelf tekort.
- Perfectionisme: streven naar perfectie is een never-ending story en kan je verwoesten. Streven naar succes en verbetering is iets heel anders.
- Je sterk houden: je taai voordoen terwijl je je eigenlijk ellendig voelt, lost voor niemand iets op.
- Controle houden: hoe vaak proberen we dingen naar ons toe te trekken door het over te nemen?
- Uitgaan van het meest dramatische scenario: dat kost je veel stress en is vaak onnodig!
- Beschuldigen en verwijten maken: als het altijd anderen hun fout is, geraak je gegarandeerd de verbinding kwijt.
- Cynisme: is misschien hip, maar niet heel constructief.
- Overpresteren: jezelf extreme doelen stellen én je gevoel van eigenwaarde laten afhangen van wat je presteert.
Meer lezen?
Halfvolwassen. Nele van den Broeck, Halfvolwassen (Horizon, 2019)
Weet je, ik heb het ook niet makkelijk. Wilfried van Craen (Manteau, 2019)
How to stop feeling like shit. 14 manieren om zelfdestructieve gewoonten te veranderen. Andrea Owen (Kosmos, 2018)