Daan: ‘Ik stel mijn geluk altijd in vraag’

Hij gniffelt, giechelt bijna, als hij iets zegt wat eigenlijk niet hoort. De schalkse lach van een kleine jongen met een grote mond. ‘Ik heb mijn eigen wereld gecreëerd waarin niets onmogelijk is’, zegt Daan Stuyven. In die wereld switcht hij even gemakkelijk van zoon naar vader als van natuurmens naar muzikant en van praatjesmaker naar filosoof.

Tekst Barbara Seynaeve

George (13) nadat hij hem aan de lijn heeft gehad. ‘Hij is godverdomme zijn map vergeten. En ik heb het hem nog gezegd’. Daan is net terug van twee dagen in de Ardennen met George en Michelle (5), en ontdekte de eerste pubertrekjes in zijn zoon. ‘Dat belooft’, zegt hij. ‘Ik wou dat ik in zijn schoenen stond. Al die schone jaren die eraan zitten te komen.’

Hij zegt het terwijl hij van een zoveelste koffietje slurpt, want Daan heeft de laatste twee maanden geen druppel alcohol aangeraakt. Niet sinds dat desastreuze optreden op Linkerwoofer, toen zijn muzikanten hun frontman alleen op het podium achterlieten en daarmee het startschot gaven voor een week Daan-bashing in de media. Een bezopen zanger, dat kon toch niet meer?

‘Nu ben ik op adem aan het komen’, zegt hij. ‘Ik ben blij dat ik het zonder kleerscheuren heb overleefd. Vierenveertig is sowieso een mooie leeftijd om even halt te houden bij de laatste tien jaar. Ik heb een paar relaties gehad, wat kinderen gekregen, duizend optredens gespeeld, heel veel nachten en evenveel indrukken beleefd. Het is mooi geweest.’

Maar niet genoeg. ‘Het is nooit genoeg. Achter elke deur die je opent is er weer een andere. Als je iets nieuws ontdekt weet je dat er nog meer moet zijn.’ Daarom speelt hij nu, tussen het toeren door, ook mee in Inside, het debuut van de Gentse cineaste Lydia Rigaux. ‘Het is geen hoofdrol’, legt hij uit.

‘Maar Lydia had een slechtgezinde, norse vader nodig. Het moest mijn voeten uithangen, om het simpel te zeggen. En dat kan ik gemakkelijk spelen. (lacht) Ik neem enkel dingen aan waarin ik me herken, rollen die dicht bij mezelf liggen. Want ik ben het gewoon om mijn eigen personages te bepalen, en het is niet zo gemakkelijk om in iemand helemaal anders te kruipen.’

Psychologies

Mensen plakken graag personages op je: de rusteloze ziel, de eenzame cowboy, de dandy. Ben je dat ook allemaal?
Daan Stuyven: ‘Het zijn allemaal rollen die ik graag speel. En die ik cultiveer. De eerste vijf minuten besef ik dat ik iemand aan het verzinnen ben, maar na verloop van tijd kom ik er wel in en word ik die ook. Het zijn allemaal facetten van mezelf, en het is erg leuk om er nieuwe te ontdekken. Niks is saaier dan jezelf door en door te kennen.’

Is er een vaste kern? Iets waar al die zijfacetten rond hangen?
DS: ‘Nee, het zijn uitersten en de kern ontbreekt. Ik probeer zo veel mogelijk in het ene extreme te leven en daarna terug te gaan naar het andere. De laatste twee maanden heb ik bijvoorbeeld zo clean mogelijk geleefd, dat is voor mijn doen extreem. Wellicht ligt de kern ergens in het midden, maar die kom ik nooit tegen. Het is pas interessant als ik erin doorga.’ 

Waarom die extremen?
DS: ‘Omdat ze elkaar versterken, en elkaar kleur geven. En het is ook een vorm van tolerantie, paradoxaal genoeg. Er is niets zo erg als jezelf afwijzen, of delen van je karakter negeren. Dan ben je jezelf aan het fnuiken en aan het beoordelen. En ik mag dan wel een kritisch mens zijn, ik veroordeel mezelf niet graag.’

Dat is iets wat veel mensen wel zouden willen, maar waar ze niet in slagen. Jij wel?
DS: ‘Ik kan niet anders, heb ik in de praktijk geleerd. Mezelf censureren werkt gewoon niet. Van jongs af aan besefte ik al dat als ik mezelf iets verbood, de kans tien keer groter werd dat ik het toch zou doen. Ik heb de chance gehad dat mijn ouders me gewoon lieten doen. Ik ben de jongste van vier, en na tien jaar opvoeden hadden ze het een beetje gehad. Dus de deal was: jullie laten mij met rust, en ik mag doen wat ik wil.’

Dat werkt niet voor elk kind. Je zou je ook in de steek gelaten kunnen voelen?
DS: ‘Het heeft wel een impact gehad, dat ga ik niet tegenspreken. Ik heb mezelf altijd beziggehouden. Ik creëerde een eigen wereldje, en daarin ook mijn eigen geborgenheid. Dat doe ik vandaag nog altijd. Misschien dat dat het moeilijker maakt om evidente relaties aan te knopen? De klassieke patronen van hoe je met vrienden en vriendinnen omgaat liggen me niet. Ik kan heel gehecht zijn, maar niet in een formaat zoals andere mensen dat doen.’

Vind je dat jammer?
DS: ‘Dat is waarschijnlijk jammer, maar het werkt op een of andere manier ook. Je maakt er het beste van, je vult het op een andere manier in. Het zorgt ervoor dat je veel goede vrienden hebt, en het heeft me er niet van weerhouden om kinderen te hebben – daar ben ik al blij om – noch om heel goed overeen te komen met hun moeders.’

Psychologies

Hoe anders is jouw manier in vergelijking met die van anderen?
DS: ‘Ik ben erg duidelijk over wie ik ben. In de eerste plaats in mijn muziek. Onder het mom van “het is toch maar popmuziek” merk ik dat ik heel extreem mijn eigen gevoelens, dromen, gedachten en gebreken kan uitdrukken op muziek. Wie me echt beter wil leren kennen kan dus gewoon mijn teksten lezen.’

‘Maar ik zal mezelf ook daarnaast nooit anders voordoen. Iedereen is een gewaarschuwd man of vrouw. Dus dan moeten mensen ook niet komen klagen als het niet loopt zoals ze hadden verwacht. I never promised you a rose garden, zoals het liedje gaat. Let op, ik wil mensen nooit kwetsen, en ik denk en hoop dat het wel meevalt. Maar mensen zijn soms ook een beetje flauw. (lacht)’

Dat klinkt wat egocentrisch. Moet je je niet altijd een beetje aanpassen aan de ander?
DS: ‘Als iedereen zou proberen om zichzelf gelukkig te maken dan zouden we al een grote stap verder zijn. Ik kan heel veel geluk delen met mensen, maar hun geluk mag niet van mij afhangen. Daar heb ik de energie en de tijd niet voor. En het wreekt zich toch altijd. Ik heb het geprobeerd, om me aan te passen aan anderen. En ik kan serieus in mijn reserves gaan om het mensen comfortabel te maken, tot de rekker springt. Daar doe ik niemand een plezier mee.’

Trek je die lijn door naar je kinderen? Zij hebben niet voor jou gekozen …
DS: ‘Dat klopt. En voor hen zou ik ook alles doen. Voor mijn kinderen conformeer ik mij volledig. Je zal me nooit horen klagen als ik om zeven uur moet opstaan en een uur in de ochtendspits doorbreng om hen op school af te zetten. Ik kan voor hen eindeloos geduld opbrengen, voor volwassen mensen ligt dat anders.’

Wordt het niet eenzaam als je altijd alleen maar voor jezelf kiest?
DS: ‘Ik heb het altijd fijn gevonden om de outsider te zijn. Als alle kinderen uit de straat gingen voetballen dan kroop ik in de boom om commentaar te geven. Eigenlijk is het vandaag niet zo heel anders om alleen op een podium te klimmen, voor een publiek van tienduizend man. Het schept een zekere afstand. En dat vind ik comfortabel.’

‘Ik heb mezelf bewust een beetje buiten de samenleving gezet, maar daardoor kan ik wel volgens mijn eigen spelregels leven. Ik kan elk moment mijn koffers pakken, vijf jaar aan een nieuwe plaat werken of iets helemaal anders gaan doen. Ik heb de vrijheid om mijn eigen wereldje te creëren en daarin mijn goesting te doen.’

Psychologies

Is het een mooie wereld, momenteel?
DS: ‘Het is een goede constructie, merk ik. Vierenveertig is een belangrijke leeftijd om de dingen op een rijtje te zetten. De evidentie verdwijnt dat iedereen gezond blijft, en ook wat je doet heeft meer consequenties dan wanneer je jong bent. Als je op je twintigste zot bent dan is dat grappig. Op je dertigste passeert dat nog. Maar als je veertig bent is het niet meer zo grappig of onschuldig.’

‘En ik vind het een kloteformaat dat je maar één keer leeft. Daarom heb ik ook zo’n haast denk ik, en kan ik de tijd niet rustig voorbij laten gaan. Want ik ben enorm nieuwsgierig naar wat nog komt. Ik wil alles weten.’

Dat klinkt als een typische midlifecrisis?
DS: ‘Het is in elk geval een kantelmoment. Wat het precies is, dat laat ik over aan psychologen.’

Laat je het soms aan hen over?
DS: ‘O ja, ik heb de nodige psychologen versleten. Meestal op momenten dat het niet goed gaat, of op momenten dat ik – om het cru te zeggen – een doktersbriefje nodig heb.’

En helpt het je op een of andere manier?
DS:‘Als bliksemafleider wel, maar niet structureel. Op momenten dat je door het bos de bomen niet meer ziet doet het deugd om bij een neutraal persoon alles op tafel te gooien. En dan weg te wandelen. (lacht)’

Ben je bang om dieper te graven, dan?
DS: ‘Dat doe ik in mijn eentje wel. Met psychologen is het zoals met antibiotica, die neem ik ook enkel tot ik me goed voel en daarna stop ik. Terwijl je eigenlijk het hele pakje moet slikken. Ik graaf in mijn eentje diep genoeg. Soms iets te diep, denk ik.’

Hoezo?
DS: ‘Een rode draad in mijn leven is een combinatie van nieuwsgierigheid en achterdocht. Daar ben ik erg blij mee, behalve als het gaat over dingen als geluk. Ik kan het niet laten om dat concept ook in vraag te stellen, om dat kritisch te bekijken. Als geluk zich aandient kan ik niet zomaar zeggen: dit is het. Ik ga het meteen dissecteren.’

Ben je vandaag gelukkig?
DS: ‘Ja, maar ik weet hoe fragiel het is. Het gaat in golven. Misschien omwille van de manier waarop ik op zoek ga naar geluk. Ik ga er niet recht op af, ik loop vooral weg van alles wat me ongelukkig maakt. Het kost misschien meer tijd, maar het werkt wel. Alle wegen leiden naar Rome.’

Maar het is wel vermoeiend?
DS: ‘Dat klopt. Daar merk ik meestal niet veel van, omdat ik in een constante prikkel zit. Pas als ik af en toe eens stilval merk ik hoeveel tijd er verstreken is. Soms moet ik hardop lachen wanneer ik mezelf in de spiegel zie: wanneer ben ik ooit vierenveertig geworden? Het lijkt een vermomming, bijna.’

Een zoveelste rol?
DS: ‘De rol van oude, wijze man.’ (lacht)

Een oude wijze man die muziek blijft maken?
DS: ‘Die kans wordt almaar groter.’

Welke functie heeft muziek voor jou?
DS: ‘Muziek is therapie, het heeft een zalvend effect. Door mijn emoties op muziek te zetten verwerk ik ze. Soms ook proactief, nog voor bepaalde gebeurtenissen plaatshebben. Via muziek geef ik ze een plaats en een gestalte, en daardoor bieden ze dikwijls een uitweg, stippelen ze een te volgen weg uit. Muziek is een verheerlijking van emoties, en juist dat emotionele karakter is voor mij de grootste bestaansreden van muziek.’

Psychologies

Schrijf je je beste muziek als je je slecht voelt?
DS: ‘Het cliché luidt dat je je goed moet voelen om aan het schrijven te slaan, maar dat je je slecht moet voelen om diepte aan je werk te geven. Helaas is dat voor mij een feit. Moest ik perfect gelukkig zijn dan zou ik enkel tuinieren. Wanneer de realiteit te donker wordt is de behoefte aan fictie groot. In die zin is muziek voor mij ook pure romantiek. Het is een manier om een droomwereld te creëren, waarin alles enorm uitvergroot kan worden.’

‘Vreemd genoeg heeft de behoefte om naar muziek te luisteren daar ook mee te maken: mensen willen emoties op een gecondenseerde manier meemaken, voelen – uitkotsen desnoods, zonder het gewicht erachter de hele dag te moeten meedragen. Als zanger ben je ergens de hofnar voor mensen en hun vaak verdrukte emoties.’

Vervalt die functie voor jou wanneer een nummer eenmaal af is?
DS: ‘Nee. Ik schrijf mijn teksten erg snel, om te vermijden dat ik er een tweede keer over kan nadenken en mezelf zou censureren. Dikwijls ontdek ik de echte zin dan ook pas later. Sommige avonden kan ik bepaalde passages echt niet zingen, of is mijn leven zo veranderd dat sommige teksten heel wat gewicht krijgen. Ik durf ze dan ook op het podium zelf al eens te veranderen. De tweede strofe van Exes begint bijvoorbeeld met de zin I’ve got no problem with my exes, maar live verandert dat één avond op de twee in I’m having problems with.’

Ben je graag de hofnar?
DS: ‘Ik was er niet per se voor in de wieg gelegd, een architect of archeoloog was logischer geweest, maar ik heb die rol met even gretige handen aangenomen. Je groeit in je rol, en uiteindelijk word je je rol ook.’ Hoe groot is de kans dat je permanent kan gaan tuinieren? DS: ‘Onbestaand. Er is nog zo weinig tijd, en ik moet alles proeven, alles zien, alles voelen.’