Cath Luyten: ‘Mijn ogen zijn groter dan mijn buik’

Ik wil op een eiland gaan wonen.’ Cath Luyten zegt het met een kleine twinkeling in de ogen. En je weet alweer niet zeker of het haar ernst is. Daarvoor is haar glimlach te hardnekkig en haar kapsel te nonchalant. Maar de ambitie laat zich niet verstoppen, hoe ‘vies’ ze dat woord ook vindt. ‘Laat de mensen maar denken dat ik een zondagskind ben.’ 

Tekst Barbara Seynaeve – Foto’s Emmanuel Laurent
Styling Delphine Dumoulin – Make-up Kathleen voor MAC

Het is Blue Monday, de meest deprimerende maandag van het jaar, maar dat is buiten Cath Luyten (36) gerekend. Ze is nog aan het bekomen van drie weken Bali met man en kind, en haar zongebruinde blos licht op tussen het bleke volk in de brasserie. ‘Het heeft ontzettend veel deugd gedaan’, zegt de reporter.

‘Ik heb er alleen spijt van dat ik mijn iPhone niet heb thuisgelaten. Ik ben er meer verslaafd aan dan ik zou willen, want ik ging toch telkens weer kijken of er niks gebeurd was in België, en wat mijn vrienden op Instagram uitgevreten hadden. Stom natuurlijk, want het haalt je mentaal helemaal terug naar hier.’ Instagram is een uit de hand gelopen hobby sinds halfweg 2012, je kan er de dagelijkse avonturen van Cath Luyten volgen in de vorm van snapshots in snoepkleurtjes.

Foto’s van echtgenoot Frank Raes en hun intussen vijfjarige zoon Bill, afgewisseld met komische tranches de vie, en véél microfoons en exotische plekken. Geen toeval natuurlijk: voor Vlaanderen Vakantieland reisde Luyten bijna negen jaar de wereld rond, en als vliegende reporter voor de dagelijkse avondshow Café Corsari wurmde ze zich sinds 2012 op de vreemdste locaties binnen. Wat de komende maanden brengen is voorlopig nog een vraagteken.

Sinds 1 januari 2014 is Luyten voor het eerst haar eigen baas, al gaat ze exclusief voor productiehuis De Mensen werken. ‘Daar ga ik hetzelfde doen als wat ik tot nog toe bij VRT deed: televisie maken.’ Toch voelt het als iets helemaal nieuws. Want sinds ze er haar eerste screentest deed na haar studies journalistiek is ze altijd bij de openbare omroep aan de slag geweest. ‘Je hebt nu de luxe van de tijd’, had haar man gezegd. ‘Misschien kan je die gebruiken om eens na te denken wat je zelf echt graag nog wilt doen.’

Maar tijd heeft mevrouw Raes nooit. Zelfs niet op reis in Bali, waar de geplande eerste vijf dagen op het strand liggen door Luyten eigenhandig ingekort werden tot twee. ‘Ik kreeg er de kriebels van: ik moest dat eiland zien. Dus heb ik op dag twee een gids geboekt om het oosten te verkennen. De onrust ebde pas weg na een dag door de rijstvelden toeren en dorpjes bezoeken. Eenmaal ik een beetje zicht had op het leven daar kon ik op een strandstoel gaan liggen.’

‘Ik heb mijn vrijheid nodig’

Zit die onrust in je aard?
Cath Luyten: ‘Ja, dat is altijd al zo geweest. Als kind dacht ik dat het leven in de lagere school echt fantastisch zou worden, omdat ik dan groot zou zijn. De lagere school was echter een pak saaier dan ik me had voorgesteld, maar in het middelbaar zou het geweldig worden! En toen dat niet het geval was, zette ik mijn hoop op mijn studententijd. Maar het voelde pas goed toen ik ben beginnen werken.’

psychologies

Het gevoel van op je juiste plek te zitten?
CL: ‘Ja. Ik heb de chance gehad van in een heel afwisselende branche terecht te komen. Als je reisreportages maakt zijn geen twee dagen hetzelfde, en dat past heel goed bij mijn aard. Tegelijk vraag ik me wel eens af of ik een rustiger persoon zou kunnen worden als ik meer regelmaat in mijn leven zou hebben. Heel soms fantaseer ik over een job van negen tot vijf, zonder druk om de hele tijd bezig te zijn. Dat moet toch fantastisch zijn?’

Heb je last van die druk?
CL: ‘Soms is dat wel vermoeiend, ja. Ik heb altijd gedroomd van onregelmaat, omdat ik een afkeer heb van routine. Maar op stresserende momenten vraag ik me wel af of ik geen baat zou hebben bij een beetje meer rust in mijn leven. Toch kan ik het gewoon niet. We hadden bijvoorbeeld op reis het voornemen gemaakt om vanaf nu ’s morgens samen gezellig de tafel te dekken en met ons drietjes te ontbijten. Deze morgen hebben we dat geprobeerd, en ik weet zeker dat het de laatste keer was. Het leverde enkel meer stress op. (lacht)’

Het gaf iedereen meer stress, of enkel jou?
CL: ‘Vooral mezelf natuurlijk. Frank is heel zen. In dat opzicht zijn we ontzettend complementair. Wat niet wil zeggen dat we elkaar niet op de zenuwen werken, want hij is soms te zen. Het mooie aan Frank is dat hij niet wakker zal liggen van iets wat er niet toe doet. Als hij ’s nachts wakker ligt dan gaat het over essentiële, fundamentele problemen. Terwijl ik, ik kan van van alles wakker liggen. Ik heb bijvoorbeeld een mooie stoel besteld, en hij wordt in een foute kleur geleverd. Dan zal Frank zeggen: wat maakt het nu uit of die blauw is of grijsblauw? Dan denk ik: komaan! Je kan je daar toch ook niet zomaar bij neerleggen? Als het allemaal zo vrijblijvend is wordt het leven toch al snel heel saai? Ik kan juist erg gelukkig worden van een mooie zetel, waar ik voor gespaard heb en waar ik naar uitgekeken heb.’

Hoe lossen jullie dat dan op?
CL: ‘Meestal zucht Frank drie keer, maar hij laat mij doen. Op reis bijvoorbeeld was hij aanvankelijk niet zo blij met mijn geplande uitstapje, maar op het eind van de dag liep hij ook met een enorm grote smile rond. Hij heeft soms iemand als mij nodig die er een beetje de lont in steekt. Maar hij laat niet zomaar alles passeren. Eigenlijk is hij heel slim. Hij laat mij denken dat ik het in handen heb, maar als het erop aankomt zal hij wel op tafel kloppen. Daar zullen de extra jaren wellicht voor iets tussen zitten (Frank Raes is 59, nvdr).’

Hij weet het beter maar hij zegt het niet?
CL: ‘Zoiets, ja. Dat is weer die complementariteit. Mijn ogen zijn groter dan mijn buik, en bij Frank is het omgekeerd. Ik zal zeggen: “we gaan 112 kilometer fietsen”. En hij zegt: “met onze conditie zal dat niet gaan, laat ons 40 kilometer rijden”. Maar ik zet door, en op kilometer 71 is mijn kaars echt helemaal uit. Frank is gelukkig niet het type man die “zie je wel” zal zeggen, maar we weten het allebei. Hij ziet het kleiner, ik zie het grootser, en we komen altijd in het midden uit.’

psychologies

Jullie zijn al een hele tijd samen, wat me bij ons dossier van deze maand brengt: wat is het geheim van een langdurige relatie?
CL: ‘Dat we elkaar, zeker in die eerste jaren, enorm veel vrijheid gunden. We deden heel andere dingen, we hadden elk onze job en dus waren er weken dat wel elkaar niet zagen. Daardoor blijft het verlangen groot. Ook vandaag zit er nog altijd geen routine in, we moeten moeite doen om bij elkaar te zijn. Als je weet dat je enkel op woensdag en donderdagavond samen aan tafel zit, dan probeer je ook om ten volle van die momenten te genieten.’

‘Een kind krijgen gooide ons leven volledig overhoop. Ik heb toen een tijdje moeten zoeken naar mijn geluk’

Denk je dat routine dodelijk is voor een relatie?
CL: ‘Ja, daar ben ik van overtuigd. Routine houdt sleur in, en sleur is dodelijk voor een relatie. Of toch in elk geval voor de mijne.’

Nog volgens ons dossier is het krijgen van kinderen een van de grote kantelmomenten in een relatie. Herkenbaar?
CL: ‘Absoluut. Ik was niet echt vragende partij voor een kind. Het was een periode dat we allebei goed in ons vel zaten, en we hielden ons bezig met wat we graag deden. Maar Frank liet uitschijnen dat hij nog een kindje wilde, en dat hij geen zin had om een oude papa te worden. Ik snapte het wel, en ik was ook vrij snel mee.’

‘Maar het gooide ons leven volledig overhoop, en dat vond ik echt niet zo gemakkelijk. Ik heb een tijdje moeten zoeken naar mijn geluk. Daar kwam ook nog eens heel die toestand met Frank zijn hart bij (Raes onderging in 2009 een openhartoperatie, nvdr), dus het was een heel stressvolle periode. Maar het heeft onze relatie nooit op het spel gezet. Frank bleef evenwichtig – hij had het natuurlijk al drie keer eerder meegemaakt (Raes heeft drie zonen uit een eerder huwelijk, nvdr) – en hij wist mijn mindere momenten perfect op te vangen.’

Ik las dat je graag vier kinderen wilde?
CL: ‘Ik droom nog altijd van een boerderijtje met een lange tafel, waar mijn kinderen aanschuiven met hun lieven. Maar sinds Bill geboren is en die eerste maanden zo moeilijk gingen dacht ik: laat het ons hier maar bij houden. Het is wel verleidelijk om te denken dat eentje erbij ook leuk zou zijn, want dat kind is het beste wat me is overkomen. Maar je mag ook niet te veel willen, ik ben al zo verwend.’

Wil je soms te veel?
CL: ‘Ik wil heel veel zien en beleven, dat ligt een beetje in mijn karakter. Altijd maar op zoek gaan naar iets nieuws. Waarom zou je naar een bestemming reizen die je al kent als je iets nieuws kan proberen? Het zou eigen zijn aan mijn sterrenbeeld, blijkbaar. Een paar jaar geleden toerde ik tussen de Mayatempels en wilde onze gids mijn sterrenbeeld verklaren aan de hand van de Tzolkinkalender. “Tweelingen zijn oppervlakkig”, zei ze. Ik wilde haar prompt uit de auto zetten. (lacht) Oppervlakkig zijn is nu niet meteen een compliment. Maar toen ze het uitlegde moest ik haar gelijk geven. Want ik ben inderdaad heel snel geïnteresseerd in iets, en als ik het topje heb gezien dan wil ik alweer naar iets anders. Frank is bijvoorbeeld zot van fotografie, en kan daar uren mee bezig zijn. Ik had een bevlieging van twee maanden, en daarna was het weer voorbij.’

psychologies

Dat klinkt nog altijd niet erg flatterend, of wel?
CL: ‘Het gaat ook niet op voor mijn hele persoonlijkheid, natuurlijk. Ik dump mijn vrienden niet om de zo veel tijd, en op werkvlak wil ik het ook graag goed doen. Als ik bijvoorbeeld denk aan de andere kant van de stad een beter interview te scoren dan zal ik daar ondanks de tijdslimiet en de extra kilometers alles aan doen om dat te pakken te krijgen.’

Ben je ambitieus?
CL: ‘Ik vind ambitie een heel vies woord. Het geeft te kennen dat je niet tevreden bent met wat je nu hebt, of hoe het nu is. Wat niet wil zeggen dat ik niks wil bereiken. Ik wil graag ooit in mijn leven honderd procent gelukkig zijn.’

Denk je dat dat kan?
CL: ‘Met ouder worden besef ik dat de kans kleiner en kleiner is. Ik had het er gisteren nog met mijn mama over: waarom kan het nu nooit eens gewoon rustig zijn? We zijn drie weken weg geweest, en toch zit ik direct weer in die ratrace. Ik had meteen een lijstje met 33 to do’s, en terwijl ik die aan het schrappen was kwamen er onderaan weer bij. Waarom kan ik geen blanco blad krijgen, en gewoon even in de zetel liggen? Waarop de mannen in het gezelschap zeiden: dat kies je toch zelf?’

En ben je het daarmee eens?
CL: ‘Telkens wanneer ik aan de andere kant van de wereld ben besef ik dat het wel degelijk kan: minder doen en minder nodig hebben. Ik roep ook al een paar jaar – telkens in deze periode omdat we dan net terug zijn van op reis – dat ik een sabbatjaar neem. Ik zou heel graag met man en kind op een eiland gaan zitten en alleen doen waar we voor op de wereld gezet zijn: elkaar eten geven, zien dat je genoeg slaap hebt, elkaar liefhebben, en punt. Op reis heb ik bijna niks nodig, maar ik kan dat gevoel niet doortrekken naar hier. Dat vind ik ontzettend jammer.’

Waarom kan je dat gevoel niet behouden, denk je?
CL: ‘Omdat je hier constant verleid wordt, en onbewust blijkbaar mee wilt met je omgeving. Ik heb bijvoorbeeld heel lang met een oude kaduke Clio rondgereden, en mijn schoonbroer zei altijd: “koop je toch eens een deftige auto!”. En ik zag ook wel al die mooie blinkende exemplaren rijden om me heen. Ik heb me er lang tegen verzet, maar onlangs heb ik me dan toch een chique auto gekocht. Toen ik die mocht gaan ophalen voelde ik me zo blij als een klein kind. Tot ik thuiskwam, en de eerste euforie had plaatsgemaakt voor een knagend gevoel. Had ik eigenlijk wel een nieuwe auto nodig? En maakte dat me gelukkiger?’

En wat was het antwoord?
CL: ‘Het is geen meerwaarde in vergelijking met mijn oude Cliootje. Behalve dan dat ik nu poepverwarming heb.’ (lacht)
En toch weer die glimlach. Echt ongelukkig lijkt het je niet te maken?
CL: ‘Ik ben met die glimlach geboren. Bij een van mijn eerste screentesten zeiden ze: een beetje minder lachen, want je uitstraling is al positief en die lach is er te veel aan. Wel, dat gaat dus niet. Mijn mond staat nu eenmaal zo. Veel mensen denken daarom dat ik een zondagskind ben, zo iemand die alles voor de wind gaat.’

Is dat niet zo?
CL: ‘Net als iedereen heb ik kleine en grotere momenten van miserie, maar daar loop ik niet mee te koop. Kijkers zitten nu eenmaal niet te wachten op een reporter met een gezicht tot op de grond. En sowieso vind ik het mijn plicht om positief in het leven te staan. Van de luttele tachtig jaar dat we op de wereld zijn kunnen we maar beter het beste maken.’

Mijpalen 

psychologies

Cathérine Luyten wordt in 1977 geboren als oudste van twee. Na haar studies journalistiek ging ze als reportagemaakster aan de slag achter de schermen van de VRT, en leerde er sportjournalist Frank Raes kennen. Naast haar vaste reportages voor Vlaanderen Vakantieland waagde Luyten een aantal zijsprongetjes. Zo presenteerde ze in 2011 het spelprogramma De Kazakkendraaiers, en werd ze in datzelfde jaar ambassadrice van BVN, het satellietkanaal voor Vlamingen en Nederlanders in het buitenland. De laatste twee jaar sprong Luyten vooral in het oog als vliegende reporter voor de dagelijkse avondshow Café Corsari, en recent nog als presentatrice naast Marcel Vanthilt in Het perfecte koppel.

 ‘Mijn ogen zijn eigenlijk altijd groter dan mijn buik. Maar je mag ook niet te veel willen, ik ben al zo verwend’

A la PROUST

De Franse schrijver Marcel Proust gaf deze populaire vragenlijst van einde 19de eeuw eeuwigheidswaarde door de spitsvondige antwoorden die hij liet optekenen. Vandaag is de lijst van eenendertig vragen nog altijd verrassend actueel. Elke maand legt Psychologies de gast er een aantal voor.

  • Mijn meest kenmerkende karaktertrek:
    Een openheid waar menig oester tegenop ziet
    Wat ik zoek in een man:
    Humor en relativeringsvermogen
  • Wat ik zoek in een vrouw:
    Haar meest mannelijke kantjes, omdat die zo heerlijk complexloos zijn.
  • Wat ik het fijnst vind aan mijn vrienden:
    Dat ze me vergeven wanneer ik zeg dat ik ga bellen en het bij zeggen blijft.
  • Mijn grootste tekortkoming:
    Doe vandaag niet wat morgen kan.
  • Mijn favoriete tijdverdrijf:
    Reizen. In het echt en in mijn hoofd.
  • Wat ik zou willen zijn:
    Uitvinder van de teletijdmachine. Om mijn dierbaren al veel vroeger te leren kennen. (En ook een beetje de held van mijn zoon te zijn.)
  • Wat ik het meest verafschuw/haat:
    Dat er niet voor alles een oplossing bestaat.
  • Hoe zou ik willen sterven:
    Niet. En als het dan toch moet, allemaal samen
    en snel.