Britt Van Marsenille: ‘Je hebt altijd een keuze, je moet ze alleen durven maken’
‘Natuurlijk moet je op een bepaald moment verder, het heeft mij ook geholpen om weer aan het werk te gaan. Maar na drie dagen had ik nog geen radio kunnen maken, ik had zelfs geen stem. Letterlijk een krop in de keel. Gelukkig hebben heel wat fantastische mensen ons geholpen met het afscheid. Ongelofelijk hoe iedereen er als één blok was voor elkaar. Dan voel je je heel dankbaar. Het afscheid in de Bourla was fantastisch. Toen de zonen van Marc samen met enkele vrienden de kist wegdroegen, op de tonen van trompettist Sam Vloemans, ging iedereen rechtstaan om te applaudisseren. Dat ging door merg en been. Marc is letterlijk vertrokken met een staande ovatie. Dat was van een schoonheid! Ik heb aan den lijve ondervonden hoe broodnodig rituelen zijn. We maken daar geen tijd meer voor en dat is een grote fout. Ik wil daar graag iets mee doen, ik wil weten hoe andere mensen rouwen ervaren.’
Je lief stond al die tijd aan je zij. Hij is echt op het juiste moment uit de lucht gevallen.
BVM: ‘Als er een hemel bestaat, dan hebben ze dat daar heel goed geregeld. Frederik en Marc hebben elkaar nog gekend en daar ben ik heel blij om. Dat waren twee handen op één buik. Ik moest niet uitleggen wie Marc was voor mij, hij heeft het gezien en hij vond het bijzonder en mooi. Ik ben vaak bij Marc blijven slapen toen hij ziek was en ook daarin was mijn lief fantastisch: “Doe maar, ga maar, het is belangrijk.” Ongelofelijk hoe hij mij daarin heeft gesteund. Als je zo een zware beproeving in het begin van je relatie doorkomt, heb je een mooie fundering gelegd.’
Wie of wat heeft jou nog meer geholpen in die rauwe periode?
BVM: ‘David Attenborough. De weken nadat Marc is gestorven, sliep ik hooguit twee uur per nacht. We hebben de matras in de living gelegd en daar, naast het haardvuur, met mijn slapend liefje naast mij, heb ik alle series van Planet Earthbekeken. Ik werd daar heel rustig van. Soms dommelde ik even in en dan werd ik na een halfuurtje weer wakker en dacht ik: “Ah, de potvis paart zo!” (lacht)Dat heeft mij de nachten doorgeholpen. Dat bracht mij troost, rust. De nachten waren minder donker.
David Attenborough en mijn lief hebben mij er dus door gesleurd. Samen met alle mensen die er waren tijdens de laatste momenten van Marc. We halen nog vaak herinneringen op, met een lach en een traan. Dat bedoel ik met rituelen: verhalen vertellen, foto’s bekijken, stomme fratsen en mindere momenten delen. Dat is zo fijn. Want niemand vraagt nog: “Hoe gaat het met je verdriet?” Dat doen we niet meer. Ik ben ook niet de beste aangever wat dat betreft. Ik vind het soms moeilijk om luidop te zeggen dat ik het lastig heb. Maar je moet dat doen. Als je deelt, is de helft van het verdriet alweer opgelost. Ik troost mezelf met de gedachte dat alle eerste keren de moeilijkste zijn. De eerste kerst hakte erin, de eerste oud en nieuw, mijn verjaardag, straks zijn verjaardag … Als de vier seizoenen voorbij zijn, wordt het misschien beter. Of anders. Tijd heelt niet alle wonden, maar ik hoop dat de scherpe kantjes er een beetje af gaan.’